II
7
INTERVIEW RUDOLF R.
Het 'Monster van Leersum'
raakte een fortuin kwijt,
omdat hij zeventien jaar lang zijn
buurman pestte. Op zijn 81ste
moet hij nu ook nog eens drie
maanden de cel in. Rechters
verwijten hem dat hij maar blijft
doorgaan. Alleen: zo ziet Rudolf
R.het zelf niet.
De buurman
is uit op mijn
complete
vernietiging.
Het geld
heeft hij, nu
moet ik mijn
huis uit
Een open plek, midden in het bos. Ver
weg van de drukke provinciale weg.
Wie het bospaadje naar deze haast
geheime locatie niet kent, rijdt er on
herroepelijk voorbij. Een oase van
rust zou het moeten zijn. Maar dat is
het niet. In een van de drie bosvilla's woont ie
mand met zijn hond die haast wel de ergste buur
man van Nederland moet zijn. Een man met een
grijze baard, die aan één oor doof is, een gebogen
houding heeft en wat stram loopt.
Dat is dus 'het monster', zoals Rudolf R. zichzelf
twaalf jaar geleden voor het eerst noemde, een bij
naam waar hij nooit meer vanaf kwam. „Er werden
toen zo veel gemene dingen over mij gezegd dat ik
wel het Monster van Leersum moest zijn als het
waar was. Maar zo voelde ik mij natuurlijk niet. Je
gaat jezelf toch niet zo noemen?" zegt R., zittend
aan zijn keukentafel waar vandaan hij een prachtig
uitzicht heeft op het bos achter zijn perceel.
Inmiddels heeft R. vier veroordelingen op zijn
naam voor verduistering, belaging, erfvredebreuk,
vernieling en mishandeling van zijn buren. Ook
moest hij dwangsommen van 10.000 en 300.000
euro betalen, omdat hij zijn buren bleef lastigval
len.
„Als je ziet waar al die zaken over gaan, dan schiet je
toch in de lach. Elet gaat allemaal over bijna niets.
Ook deze laatste kwestie. Er zijn vier ventielen door
geknipt. Lachwekkend gewoon."
terlijke blunder. Ik kreeg het dossier vier dagen
voor de zitting. Ik heb de rechters schriftelijk om
uitstel gevraagd, maar het niet gekregen. Ik ben
toen niet gegaan. Een advocaat inhuren is duur."
„Nee hoor. Ik ga de gevangenis niet in. Er komt
nog een hoger beroep. Dan zijn we weer twee jaar
verder en het is maar de vraag of ik dat haal. En als
die zitting er wel komt, gaat die celstraf toch van
tafel, daar maak ik mij helemaal geen zorgen
over."
„Ik ben dat niet. Ik heb daar helemaal geen motief
voor. Er is een andere verdachte. De broer van mijn
buurman, maar zijn rol is nooit goed onderzocht.
Ik vermoed dat hij net heeft gedaan of ik het was.
Mijn buurman had namelijk wel een motief: het
opstrijken van een dwangsom van 300.000 euro
die er lag als ik nog één keer op het erf van mijn
buren zou komen."
„Ik ben in de val gelokt. Ik ben inderdaad één keer
op hun erf geweest. Toen zocht ik mijn hond. Ik
zag hem niet en was bang dat mijn buren hem iets
aan zouden willen doen. De broer van mijn buur
man zat mij toen in het bos op te wachten. Ik ver
moed dat hij mijn hond bewust overstuur heeft
gemaakt."
„Ik ben de wijste door drie ton te betalen zonder
daartegen in beroep te gaan. Ik dacht toen dat ik af
was van mijn buurman, maar hij is uit op mijn
complete vernietiging. Het geld heeft hij binnen
en nu wil hij mij het huis uit hebben.
„Zeker wel. Nadat ik dat geld had betaald, is het
huis ook te koop gezet. Er hebben zich ook gega
digden gemeld, maar toen begon mijn buurman
weer met gedonder over het overpad, waar dit hele
conflict mee is begonnen. Ze zijn daardoor afge
haakt. Ik heb de verkoop nu stopgezet."
Als hij vindt dat hij
door mijn broer in
de val is gelokt,
moet hij dat
onderbouwen
REACTIE
'Broer buurman heeft niets
met vernielingen te maken'
Onzin noemt buurman Gert Griffi
oen de suggestie van Rudolf R. dat
zijn broer iets met het doorknippen
van de ventielen van de auto te ma
ken heeft.
„Er zijn drie rechters geweest die
naar deze zaak hebben gekeken. En
in alle drie de zaken is niet naar vo
ren gekomen dat mijn broer hier
ook maar iets mee te maken heeft."
Griffioen bestrijdt eveneens dat zijn
broer R. in de val gelokt zou hebben
om op zijn terrein te komen. „Als
hij dat vindt, moet hij dat onder
bouwen."
Dat de verkoop van het huis van
R. niet door is gegaan vanwege ge
doe over het overpad, klopt volgens
Griffioen eveneens niet. Er zijn vol
gens hem alleen discussies geweest
over een illegale aanbouw die tot
een parkeerprobleem leidt.
„Ik hecht niet aan geld. Het
irriteert mij wel dat het
belastingvrij naar de ver
keerde persoon is gegaan.
Het is nu een beloning
voor zeventien jaar
toneelspelen dat zij
slachtoffer zijn van
mij."
„Er zijn hier twee partijen. Het is on
mogelijk dat een van hen nul pro
cent schuld heeft."
„Dat noem ik een rech-
„Dat die dwangsom überhaupt werd opgelegd,
moet zijn gebeurd in een vlaag van verstands
verbijstering. Dat kan niet anders."
„Mijn buurman heeft een lijst
van 196 vernielingen gemaakt.
Daar staan de meest idiote be
schuldigingen op. Ik ben er
voor een paar veroordeeld.
Voor de rest is geen be
wijs."
A Rudolf R. (links) in de rechtbank, foto petra urban
vrijdag 4 augustus 2017
'Het gaat allemaal over bijna
niets. Lachwekkend gewoon'
Raymond Boere
Leersum
Zit er toch niet een kern van waarheid in die bij
naam het 'Monster van Leersum'?
A Op een beveiligingscamera is te zien hoe, volgens de rechter, R. de ventielen doorknipt van buurman Gert Griffioen.
Baalt u dan niet dat er nu zo'n straf komt?
Waarom niet? Op camerabeelden bent u her
kend als degene die vier ventieltjes van auto
banden doorknipt.
-Rudolf R.
U had dat bedrag niet hoeven te betalen als u
niet op hun erf was gekomen.
Waarom bent u niet de wijste en verhuist u?
Wilt u zelf niet weg dan?
Gert Griffioen,
buurman van Rudolf R.
Vindt u het niet
zonde dat u zo'n be
drag heeft moeten be
talen aan uw buurman?
Uw buren denken daar heel anders over. Zij
voelen zich al jaren geterroriseerd en dit is
voor hen het zoveelste voorbeeld.
Maar u bent degene die nu drie
maanden de cel in moet.
De civiele rechter liet u na dit incident wel die
dwangsom van 300.000 euro betalen.
Waarom? De rechter wilde dat u na al die jaren
zou stoppen.