8
'Dit zijn wij' is een zomerserie over zes generaties Nederlanders.
Deze week de Verloren generatie (Generatie Nix):
mensen geboren tussen 1955 en 1970.
De Verloren Generatie, journalist Peet Vogels
hoorde de term onlangs langskomen toen het ging
over hoge jeugdwerkloosheid door de recessie.
„Hé, daar hoorde ik ook bij, in 1982", dacht hij.
In 1982 kwam ik vers afgestu
deerd van de School voor de
Journalistiek op de arbeids
markt. „Oh, journalist. Daar
hebben we nooit vacatures
voor", zei de mevrouw van het Ar
beidsbureau. 'Geeft niet', dacht ik, 'ik
vind wel wat'.
Dat viel nog vies tegen. Ruim een
jaar leefde ik van een uitkering. Die
was best riant, dus financieel kwam
ik niets te kort. Maar de zoveelste af
wijzingsbrief na de zoveelste sollici
tatie maakte wel eens moedeloos.
Het was eigenlijk de eerste keer dat
ik economische malaise meemaakte.
Geboren in 1961 maakte ik als kind al
leen maar mee dat het beter ging. De
welvaart kwam letterlijk het huis
binnen. We kregen tv, jaren later
zelfs kleuren-tv, de 3ES limonadega-
zeuse werd vervangen door echte si
nas en de Volkswagen Kever werd
een Ford Taunus. Het waren de jaren
van hoge economische groei en de
opbouw van de verzorgingsstaat. He
lemaal toen Nederland over een
enorme gasbel bleek te beschikken.
Dat wij het beter zouden krijgen
dan onze ouders was niet meer dan
vanzelfsprekend. Terwijl wij op de
lagere school, zoals de basisschool
toen nog heette, de tafels van buiten
leerden, Thunderbirdje speelden en
naar Floris op de tv keken, kwam de
wet op de arbeidsongeschiktheid. En
toen we ons verdiepten in de parabo-
len en sinussen werd de VUT inge
voerd.
Mijn eerste eigen ervaring met de
verzorgingsstaat was de uitkering,
zoals al eerder gemeld. Heel behoor
lijk vond ik, alhoewel het daarvoor
nog rianter was, vertelden generatie
genoten die al eerder getroffen wa
ren dor de gure arbeidsmarkt. De cri
sis noopte de kabinetten in die jaren
tot bezuinigingen. Het tekort vloog
omhoog.
Geen punt, ik had nog nooit ge
werkt en dus nog nooit sociale lasten
of belasting betaald. Betalen voor
een voorziening waar je geen ge
bruik van kunt maken, was er dus
niet bij voor mij.
Als het niet kan zoals het moet,
moet het maar zoals het kan. Die ou
derlijke wijsheid gold voor mij en
mijn generatiegenoten. Mijn werk
zame leven begon met een baantje
in de horeca. Daarna werkte ik nog
een halfjaar in een metaalbedrijf.
Het leverde geld op en betaalde mijn
avondstudie economie. Daar zaten
we met veel lotgenoten. Allemaal
generatiegenoten die hogerop wil
den. Ambitieus en hoopvol.
De hoop betaalde zich uit met
mijn eerste vaste baan als journalist.
En ik was echt niet de enige. Veel
vrienden, studiegenoten en anderen
gingen aan het werk of stroomden
door naar de banen die ze ambieer
den. En zo werden wij van de 'Verlo
ren Generatie' na een paar jaar toch
nog definitief werkende Nederlan-
woensdag 2 augustus 2017
Overal aan meebetaald,
maar nergens recht op
Peet Vogels
Peet Vogels en zijn
Lada.