9 miljoen binnen te halen. Het was de kameleon in mij, die zich in mijn werk als zzp'er onge merkt steeds beter ontwikkelde. Mijn vriend - ook zelfstandige - zegt altijd: we zijn ons eigen product, we moeten onszelf in de markt zetten. Vanaf het moment dat ik me drie jaar geleden inschreef bij de Kamer van Koophandel, was ik een winkelier zonder sluitings tijden: altijd open, doordeweeks én in het weekend, desnoods 24 uur per dag. Voordat ik het wist, verkocht ik mezelf op elk moment, waar ik ook was. Zelfs bij de bakker gedraag ik me tegenwoordig alsof ik moet bewijzen dat ik de leukste klant ben. Ik sta altijd aan, want ik weet nooit wie me de volgende klus aanbiedt. Laatst sprak een wijkagent me aan op de hoek van de straat. Hij zag me vaker lopen met mijn hond en vroeg wat ik van de veiligheid in de buurt vond. De dak loze alcoholist van wie ik last had, was ongevaarlijk, verzekerde hij me, totdat het tegendeel bewezen was. Hij lachte. Vervolgens vroeg hij naar mijn werk en vertelde dat hij zelf ook weieens wat schreef. Hij zou het me mailen, maar toen hij me dezelfde avond nog appte om te zeggen dat we volgens hem nog lang niet waren uitgepraat, wist ik dat ik een pro bleem had: het probleem van de zzp'er die zichzelf onderweg is kwijtgeraakt. Ik stortte me met zoveel overgave in elk contact, dat de ander regelmatig dacht dat er sprake was van een flirt of versier poging. Ik zie nog voor me hoe mijn vader, die een eenmans mediabedrijf runde, om ging met periodes waarin hij even geen klussen had. We waren begin jaren 90 verhuisd naar het chique Heemstede, want de zaken gingen goed. Hij had een lucratieve documentaire afgerond, maar raakte in paniek toen er niet meteen een nieuwe opdracht binnenkwam. Ik herinner me de eerste keer nog goed. Het was drukkend benauwd weer en mijn vader lag al een paar dagen boven op bed. De zware, groene gordijnen, versierd met paradijsvogels, waren gesloten. Hij staarde voor zich uit terwijl hij zijn hand systematisch in een zak drop stak. Papa is een beetje moe, zei mijn moeder bene den in de keuken met een vastgeplakte glimlach. Het leven als zzp'er drukte als een zware last op zijn schouders. Op de zeldzame momenten dat hij even geen opdrachten kreeg, herhaalde dit patroon zich en was die zak drop zijn enige hou vast. Tot de huistelefoon weer rinkelde en hij zangerig 'Dag kindje!' in de hoorn riep. Direct herkenden mijn zus en ik de euforische toon die onze vader aansloeg als er iemand uit het vak belde. Al zijn collega's waren vrienden, maar tegelij kertijd mogelijke opdrachtgevers die allemaal met dezelfde opgewekte energie moesten worden begroet. Nooit durfde hij er op te vertrouwen dat hij die zak drop niet langer dan twee weken nodig had. De scheidslijn tussen mijn werk en privéleven verdween volledig toen ik besloot een autobiografisch boek te schrijven over mijn verslavingsverleden. Op boekpresentaties, borrels en partijen is vaak de eerste vraag: 'Wat doe je voor werk?' Dan begin ik hartstochtelijk te vertellen over mijn vroegere ghb-versla- ving en over mijn debuut De parttime- junkie. Ik gooi er meteen wat geestige anekdotes in over lezingen waar me vragen worden gesteld als: 'Mevrouw, gaf u uw hond ook drugs?' Zeven jaar clean en nog steeds lijk ik mijn best te doen om te bewijzen dat ik meer ben dan alleen een ex-junk die haar verslavingsverleden exploiteert. Tegelijkertijd ziet de kameleon in mij het vertellen van deze anekdotes ook daadwerkelijk als een kans om uitgenodigd te worden voor een lezing. Vervolgens stelt mijn gespreks partner voor om een keer wat samen te drinken, omdat veel mensen óók een levensverhaal hebben waar ze graag eens over doorpraten. Ondertussen heb ik al begrepen dat ik niets uit mijn winkel kan slijten, maar wil ik ook niet onbeleefd het gesprek afkappen. Tot mijn eigen schrik hoor ik mezelf vervolgens enthousiast roepen dat we dat vooral eens moeten doen, terwijl ik op dat moment al weet dat ik er tegen die tijd onderuit wil komen. En zo bevind ik me regelmatig in een overvolle koffiebar zonder dat ik eigenlijk weet wat ik met die ander aan moet. 'Ga je nog op vakantie?' is de vraag die ik achter de hand houd. En omdat ik mijn wervende zzp-persoonlijkheid niet meer kan uitzetten, zit ik er drie latte's later nog. Ik zal er alles aan doen om te voorkomen dat je me niet goed genoeg vindt. Niet alleen als zzp'er. Want een afwijzing van mijn werk is verworden tot een afwijzing van mijn persoon. Omdat je als zzp'er veel dient te net werken en verschillende opdrachtgevers hebt, herhaalt dit spel zich continu. Zo was ik voor het boek Nederland. Een objectief zelfportret gevraagd een stuk te schrijven over de xtc-pil. Een beetje zenuwachtig vertrok ik op de fiets naar de boekpresentatie. Ik sprak mezelf moed in: borrels zijn best leuk Renee, ook al sta je aan het einde van de avond nog steeds alleen in een hoekje met een lauwe bitterbal en een glas goedkope witte wijn. Op de stoep van veilinghuis Christie's in Amsterdam stonden Jeroen van Kan en Wim Brands, de samenstel lers van het boek, de gasten op te wach ten. Joviaal liep ik op ze af: 'Hi, ik ben van de xtc!' Het gezelschap viel stil en keek elkaar even aan. 'Ik wist niet dat we de plaatselijke dealer van Amsterdam-Zuid hadden uitgenodigd?' zei Wim Brands. Ik kromp in elkaar. 'Nee, ik heb het verhaal geschreven over de xtc-pil,' zei ik iets te hard lachend terwijl ik met een knalrood hoofd snel het gebouw in rende Zo bevind ik me HF regelmatig in eeiijl overvolle koffiebar /.onder dat ik U9 eigenlijk weet wat ik niet die ander aan moet Volgens het Cen traal Bureau voor de Statistiek telt Nederland op dit moment ruim een miljoen zelfstandi gen zonder perso neel. Ongeveer 15 procent van deze zzp'ers heeft naast de eigen onderneming ook een baan in loon dienst. De afgelo pen tien jaar is het aantal zzp'ers met meer dan 200.000 toegenomen, maar sinds de Neder landse economie aantrekt, vlakt de groei van mensen die een eenmans zaak opzetten af. 221 zaterdag 29juli 2017

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 86