'In m'n columns lui ik vaak tegen m'n kinderen' i fil - geworden. Stel dat het me overkomen was op m'n 27ste, zoals Özcan Akyol nu gebeurt: ik zou terrified zijn. Die druk dat je er elk jaar een geweldig boek uit moet kakken, dat je nog je hele leven je geld moet verdienen met boeken. Dat nieuwe boek dat er nu ligt, daar staan gewoon de beste columns in die ik de afgelopen anderhalfjaar heb ge schreven. Dat gevoel dat je nog een grote roman moet schrijven, dat voel ik hele maal niet. Ik ben me juist veel lekkerder gaan voelen door die bekendheid, heb veel meer zelfvertrouwen. Mensen weten dat ik iets kan. Voor mijn vriendin is het anders. We waren al vijfjaar samen toen DWDD kwam. Leiden is haar stad, ik ben hier voor haar komen wonen, maar nu woont hier Nico met z'n vriendin. Als we ergens binnenkomen, geeft iedereen mij een hand. 'En dit is Tanja', zeg ik dan maar. Dat vindt ze er absoluut niet tof aan. Maar ze ziet wel gewoon dat ik, sorry voor de vreselijke uitdrukking, dat ik in m'n kracht zit. Dat ik doe wat ik het aller liefste doe. M'n kinderen hebben er totaal geen last van. Hun vrienden zijn 20,25, die kennen mij amper. Mijn zoon Bob heeft net een nieuwe vriendin, die had nog nooit van mij gehoord. Ze heeft wel even een boek van me gelezen. Weet ze met een in wat voor familie ze terechtkomt. Bob moet ook helemaal niks van mijn wereldje hebben. Dat ik een BN'er ben, vindt hij totaal oninteressant. Hij is een keer komen kijken toen ik in Paradiso mocht spelen tijdens een Bowie-avond. Na afloop vroeg ik in de auto: hoe vond je het? 'Ja, het was wel oké', zei hij. 'Maar het is natuurlijk wel onzin, pa. Daar had ik moeten staan.' Ha! Had-ie nog gelijk in ook, hij speelt veel beter gitaar dan ik. magazine 11

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 75