44
6
COLUMN RENÉ DIEKSTRA
Annette Henna
Untersiggenthal
F ïf/Vd: 7 uur en 32 minuten
Afstand: 763km
De zomervakantie is dé tijd om dierbaren op te zoeken die
elders op de wereld wonen. Het gezin van Gert-Jan maakt de
trip van Untersiggenthal naar zijn ouders in Ouddorp.
Je zou er een babylonische
spraakverwarring van krijgen:
ingenieur Gert-Jan den Boer
(52) woont al 27 jaar in Duitstalig
Zwitserland, spreekt met zijn kinde
ren Annette (18) en Hanna (16) Ne
derlands, terwijl zijn Noorse vrouw
Siv-Gunn zich met hen in het Noors
onderhoudt. Gert-Jan communiceert
met zijn vrouw in het Engels, waar
zijn kinderen onderling weer
'accentloos' Zwitserduits spreken.
Alleen als ze in Ouddorp de ouders
van Gert-Jan bezoeken, is het leven
overzichtelijk: dan is de voertaal Ne
derlands. „Ik vind het altijd heerlijk
om weer thuis te komen", zegt Gert-
Jan, die vorige week voor enkele da
gen bij zijn ouders was. „Onver
wacht, voor het eerst in die 27 jaar."
Gert-Jan: „Ik beschouw Ouddorp
nog steeds als thuis, ja. Toen ik nog
geen kinderen had, sprak ik in Zwit
serland helemaal geen Nederlands
meer en moest ik naar woorden zoe
ken als ik het ouderlijk huis bezocht.
Vervelend was dat. Maar omdat ik nu
Nederlands spreek met mijn kinde
ren is het in Ouddorp direct als van
ouds; we hebben meteen goede ge
sprekken. Ik vind het leuk om de
nieuwtjes uit het dorp te horen, hoe
het gaat met de mensen die ik nog
van vroeger ken."
Nog meer jeugdsentiment: als
Gert-Jan thuiskomt, gaat hij zo snel
mogelijk naar het strand van Goeree-
Overflakkee. „Zwitserland is voor mij
óók vertrouwd, ik heb inmiddels
twee 'thuizen'. We zijn geïntegreerd,
maar Zwitserland heeft geen zee hè?
Ik was vroeger in Ouddorp fanatiek
windsurfer en zeiler. En als ik in
Ouddorp kom, ben ik in vijf minuten
aan het strand, huur een surfplank en
ga lekker op zee 'rammen'. Ik mis het
strand. Ik vind het nog steeds fantas
tisch om naar de haven te fietsen:
lekker uitwaaien, bootjes kijken."
Blij
De ouders van Gert-Jan, Izaak-Jan
(83) en Maps (81), zijn nog topfit,
varen en fietsen volop en zijn oprecht
blij als zoonlief met aanhang vanuit
Untersiggenthal naar Ouddorp af
reist. Maps: „Natuurlijk vinden we
het hartstikke fijn als ze naar Oud
dorp komen. Het is nooit leuk als je
kind ver weg woont, maar we zijn er
aan gewend. Tegenwoordig met ap-
pen en skypen is het gemakkelijker
om contact te houden."
Toch weegt dat app-contact niet op
tegen ontmoetingen, weet ook Gert-
Jan: „Ook mijn dochters vinden het
fantastisch om in Ouddorp te zijn.
We kunnen altijd blijven slapen in
het huis van mijn ouders."
Maps: „Ze kunnen gewoon hun
eigen gang gaan en doen dat ook,
bijvoorbeeld met bezoekjes aan
Amsterdam of Rotterdam, waar onze
andere zoon woont."
Het grenzeloze gezin Den Boer be
leeft deze zomer overigens twee 'her
enigingen', want volgende week gaat
de reis richting het Noorse Lilleham-
mer, naar de ouders van Siv-Gunn.
En hoewel zijn kinderen dus veel 'in-
ternationaler' opgroeien ('mijn oud
ste dochter spreekt zes talen') dan
hijzelf, ziet Gert-Jan dat sommige za
ken genetisch bepaald zijn. „Mijn
dochters zijn net als ik enorme wa
terratten. En qua eten heeft mijn
jongste dochter Hanna nog iets an
ders van mij meegekregen dat ik in
Zwitserland echt mis: ze is gek op
broodjes kroket."
Diep onder de indruk
van wat misschen
wel de mooiste kerk
van Italië is, de Basilica di
Santa Maria delle Grazie in
Brescia, valt mij, katholiek
opgevoed, bij de uitgang een
biechtstoel op. Het is lastig
te zien of er iemand zit. Mijn
vrouw, protestants opge
voed, heeft de associatie met
een biechtstoel niet. Voordat
ik kan ingrijpen, opent ze
een van de deuren. Ze
schrikt als ze door het open-
gevlochten hout in de
aangrenzende ruimte
een gezicht ontwaart.
Gauw doet ze de deur
dicht en fluistert: er zit
aan de andere kant ie
mand. Nieuwsgierig
kijk ik door het glas van de
andere deur. Daar zit de
biechtvader, fluister ik. Maar
er is niemand, werpt ze te
gen. Ik leg uit dat op be
paalde tijden iedereen die
wil, kan biechten en dat ik
nu ook zou kunnen gaan.
Doe maar niet, zegt ze, ik ga
geen uren op je wachten.
Terwijl we grinnikend het
plein voor de kerk oplopen,
word ik bestormd door her
inneringen. Als kind en als
jonge seminarist behoorde
biechten tot iets wat regel
matig van ons verwacht
werd. Voor mij had het altijd
zowel iets bedreigends als
aantrekkelijks. Bedreigend
omdat je de waarheid moest
Op een terrasje
ontspint zich even
later een gesprek
over de biecht
vertellen over je zonden,
God luisterde immers mee.
En aantrekkelijk omdat je na
afloop met een opgelucht
gevoel verder kon.
Op een terrasje ontspint
zich even later tussen ons
een gesprek over de biecht.
Zij laat duidelijk merken er
niet veel waardering voor te
hebben. Het moedigt men
sen aan hun verantwoorde
lijkheid voor fouten of aan
gedaan leed weg te poetsen
met drie onzevaders en vier
weesgegroeten. Bovendien
zijn die 'vaders' volgens haar
zelf vaak ook niet zuiver op
de graat, gezien alle schan
dalen over geweld tegen en
misbruik van kinderen.
Herinner je nog het verhaal
van je Ierse collega over de
biecht, vraagt ze. Omdat ik
dat verdrongen heb, wrijft ze
het me nog eens in. Drie
jongemannen melden zich
voor de biecht. De eerste,
John, biecht op dat hij met
een getrouwde vrouw seks
heeft gehad. Biechtvader:
wie was het? John wil niets
zeggen. Biechtvader: was het
mevrouw Smith? John wei
gert opnieuw. Biechtvader:
was het mevrouw Talbot?
John weigert weer. Biecht
vader: dan was het mevrouw
McGuiness. John blijft zwij
gen. Als hij de biechtstoel
uitkomt, vragen zijn maten
hoe het was. John: ik moet
vier dagen vier weesgegroe
ten opzeggen, maar dat staat
tegenover dat ik er drie
nieuwe adressen bij heb.
Blijft één vraag over: als
niets menselijks ons vreemd
is, kunnen we dan toch voor
elkaar biechtvaders zijn?
Of juist daarom?
dinsdag 25 juli 2017
GO
TiTT^TT' 7^ -
Gek op kroketten
Leo van Marrewijk
Psycholoog René
Diekstra buigt zich
deze zomer over
de menselijke
geest. Deze week:
biechten in de
mooiste kerk van
Italië.
Reageren? renediekstra@
persgroep.nl