ZEELAND GEBOEKT
Altijd present
No problemo
op het juiste
moment
HANS
-ALLE
GE
DICH
TEN©
14 ZEELANI
'Alle gedichten' heet de omvangrijke bundel met de poëzie van Hans Verhagen
vanaf 1958 tot 2009. De titel had ook kunnen luiden: Vlissingen is overal.
Zeeuwse schrijvers
De meeste dichters gaan er eens goed
voor zitten. Schrijven voor de eeu
wigheid. Deze gewichtige missie is
niet besteed aan één dichter, Hans
Verhagen. Zijn poëzie maakt steevast een
haastige indruk, geen tijd, al helemaal niet
voor plichtplegingen. Het wonder van zijn
werk, met prestigieuze prijzen bekroond en
nu door Joep Bremmers zorgvuldig bijeenge
bracht in 'Alle gedichten', is dat het toch blijft.
Zij die voor de eeuwigheid schreven, raakten
snel vergeten. Bij hem, een dichter van noteer
het gauw en rauw, blijf je de noodzaak voelen.
Juist de aan moment en locatie gebonden de
tails, door anderen angstvallig gemeden, ver
lenen deze gedichten algemeenheid. Nu net
doordat hij zo dichtbij blijft, wordt zijn oeuvre
omvattend.
Komt dat allemaal door Vlissingen, waar hij
in 1939 werd geboren en ook behoorlijk getogen
is? Onvermijdelijk denk ik bij zijn gedichten
aan deze stad, en dan aan de meest concrete
hoek, of eigenlijk uithoek, rondom de Sluis-
kade, waar trein en ferry vertrekken, waar het
loodswezen zetelt en
de boeien liggen ge
stald. Helemaal Hans
Verhagen, mystiek
van het banale, zoals
omgekeerd zijn poë
zie helemaal Vlissin
gen is, al valt de
plaatsnaam niet op
iedere bladzijde. Een
kosmische dichter,
maar bij hem komt
de kosmos 'door
gootstenen de grote
wereld van de riolering' binnenglijden. Lyrisch,
maar dan 'zo lyrisch als de volle maan van een
barakkenkamp'. En misschien nog tegenstrijdi
ger, gedichten vol emoties terwijl de dichter
vindt: 'Juist in aangelegenheden van gevoel
moet je keihard zijn.'
De Noordzee jaagt, er zijn meeuwen en mist
hoorns. En zoals het in 'Zeeuwse reportage'
heet: 'actueel is de branding,/ en natuurlijk het
basalt'. Verder zijn er tractoren en 12-tons-mo-
toren, luidruchtige alledag in plaats van stille
eeuwigheid. Of een van een muur gekopieerd
opschrift ('Doek Shipyard. Engine Works'),
in dit geval een muur langs de Commandoweg
in Vlissingen, zoals bezorger Bremmers be
hulpzaam uitlegt. Verhagen opent er het ge
dicht 'Het skelet v.d. zee' mee, waarin het aan
de mensen gegeven en het door hen gemaakte
landschap één geheel vormen. Ze zijn ook één
geheel, natuur en industrie, maar vóór Verha
gen wilden de dichters daarvan niet weten.
'Rozen Motoren' noemde hij een baanbre
kende bundel uit 1963. Eerder behoorden in de
Nederlandse dichtkunst rozen en motoren tot
verschillende werelden. Hij scheurde de gordij
nen van het zogenaamd verhevene, aan de an
dere kant haalde hij bijvoorbeeld popmuziek en
televisie binnen. Om zo, naar alle waarschijn
lijkheid ongewild, de poëzie te redden. Want
die heeft om geloofwaardig te blijven steeds
weer nieuwe wegen nodig, mag niet worden
besmet door de taal van psychologen en pers en
politici. De poëzie, in elk geval Verhagens poë
zie, is tégen. 'Die het kwade spreken krijgen
steeds meer te vertellen', weet hij. Deze kwaad
sprekers, gericht op direct nut en snel voordeel,
halen de schouders op over de dichters 'nadat
we toch de waarheid/ in transparante regels
hadden weergegeven'. Ofwel: 'weer hadden wij
snotneuzen gelijk gekregen'.
De poëzie is het domein van de andere stem,
van de snotneuzen die trots op hun snotneus
schap zijn: 'Geen bedoelingen - daar heb je
denkers voor./ Geen bemoeienis,/ daar hou je
honger van./ Geschuifel hier en daar. Voorbij
schietende/ doelen.' De ongelovige geloofsbe
lijdenis van een dichter die er nooit voor gaat
zitten. Een dichter die weet dat de waarheid
niet in hemel of paradijs is te vinden, hooguit
heel even, op een maandagochtend, in het on
bestemde gebied bij de Sluiskade.
Hans Verhagen: Alle gedichten. Bezorgd door
Joep Bremmers - Nijgh Van Ditmar, 752 pag., 45,-
euro.
VERHAGEN
Het is de zomer van 1809. Na
poleon en zijn Grande Ar-
mée lijken almachtig. Wat
de Engelsen vooral bang maakt is
dat de havens aan de Schelde, Vlis
singen en Antwerpen, tot marine
bases uitgroeien. Snel is er een
prachtig plan: tweehonderdvijfen
veertig oorlogsschepen worden er-
opaf gestuurd en veertigduizend
man troepen. Middelburg en Vlis
singen vallen snel, Antwerpen
lijkt geen probleem, maar dan be
gint de Britse legerleiding te tal
men. De Fransen krijgen daardoor
alle tijd om versterkingen te laten
aanrukken, de beruchte muggen
slaan toe. De zo voortvarend be
gonnen actie wordt een catastrofe,
met duizen
den doden,
vrijwel alle
maal door
'Walcheren
fever', een
ernstige vorm
van malaria.
Ook Frede
rick Marryat
(1792-1848),
de latere
schrijver van
de 'Zeeuwse'
roman 'The
Phantom
Ship', loopt de ziekte op, maar zon
der fatale gevolgen. Want meteen
zet hij zijn carrière bij de marine
voort, met steeds meer succes. Hij
had een opmerkelijk talent op het
juiste moment present te zijn. We
zien hem niet alleen bij de Engelse
aanval op Walcheren, hij is ook in
de buurt wanneer in 1821, op het af
gelegen eiland St. Helena, Napo
leon overlijdt. Men roept hem erbij
om een tekening van de dode
Franse keizer te maken.
Marryat is een van de kleurrijkste
figuren uit de Engelse literatuur, al
waren niet de boeken maar de bo
ten zijn eerste roeping. Hij had al
meerdere pogingen gedaan, maar
op zijn veertiende kon hij eindelijk
bij de marine. Hij deed mee aan
operaties in de Verenigde Staten,
Canada, Birma. Het lukte hem er
twéé enorme erfenissen doorheen
te jagen, plus een fiks bedrag aan
met zijn boeken verdiende royal
ties.
Hij was nog maar zeventien toen
hij op het fregat Impérieuse (in 1793
ingepikt van de Fransen, de Franse
naam was blijven hangen) vanuit
Spithead richting Schelde voer. In
zijn literatuur, niet alleen in 'The
Phantom Ship', blikt hij terug op
zijn avontuur in Zeeland. Hij
schrijft hoe de Engelse paarden
naar de kust van Walcheren zwom
men, 'while their anxious riders
stood on the beach.' Zijn 'florins'
gaan inmiddels op aan 'champagne
and claret'.
Een volgende keer slaan we zijn
boeken open.
vrijdag 21 juli 2017
ZV
Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland
en boeken van Zeeuwse schrijvers
Hans Verhagen, foto joost van den broek
Wie heeft niet genoeg van onlangs ontslapenen?
Komen vaak voorbijgeraasd. Vanwaar die haast?
Je kunt vliegen wat je wilt, waar je vergaat
is tijd niet relevant. De vraag rijst waar hij blijft
Maar waar blijft de rijst?
Nu wij ons hebben ontsloten
lost de kosmos alles voor ons op
Onszelf tot slot
Het is helemaal aan u
of liefde, ziel en geest bestaan of niet bestaan
Het probleem dat je ze niet ziet
is het probleem (dus) niet
Zelfs als je helemaal niets ziet, ook god niet
Die heeft geen verstand van problematiek
Die geeft u wat u ziet, of niet
uit: Moeder is een rover
A Frederick Mar
ryat (1792-1848)
Geen bedoelingen, daar
heb je denkers voor
Mario Molegraaf
Mario Molegraaf