'Waarom is een klok nodig? Als je honger hebl ga je eten, als het donker is ga je slapen* e boer bewerkt zijn land. In het geval van Justin is dat de bodem van het Kanaal, de zee tussen Engeland en Frankrijk. Over het drooggevallen zand rijdt hij met de tractor stalen zakken heen en weer tussen zijn oesterbanken en het schip dat verderop ook op het droge ligt. Pop muziek uit de radio overstemt het geluid van de piepende lopende band waarop zijn maat de aangevoerde zakken leeg- stort. Gebroederlijk sorteren de getaande mannen daarna de oesters op grootte. De grootste gaan in plastic bakken, voor de export, de kleinere gaan terug in een sta len zak de zee in, om nog wat te groeien. Een paar uur eerder had niets erop ge wezen dat er zoveel bedrijvigheid was op het schip dat op de golven schommelde. Maar toen was het vloed, en dan ziet de het hotel werkt. „Als je honger hebt ga je eten, als het donker is ga je slapen. Waar heb je een klok voor nodig?" Very little to do, but to little time to do it all, wordt over Herm gezegd. Een van de weinige dingen die er wel te doen zijn is wandelen. Op het eiland loopt een van de Tasty Walks, achttien wandelingen van één tot drie uur die zijn uitgezet op Guernsey en de zustereilanden Herm, Sark en Alderney. Dat 'smakelijk' is tweeledig. De uitzichten zijn verrukkelijk en langs wereld rond Herm er heel anders uit. Herm is een van de Kanaaleilanden, twintig minuten varen vanaf het grotere Guernsey. Het is een paradijsje waar de 65 bewoners zich met quads over de paden verplaatsen en dat zich in een halve dag van boven tot onder en van links naar rechts laat verkennen. Een paar toeristenwinkeltjes zijn er, een camping, twintig huisjes voor de ver huur, de Mermaid Tavern en een hotel. Het leven staat er in de laagste versnel ling. Tekenend voor de landerige sfeer op het eilandje: de kamers in het White House Hotel hebben geen televisie, geen telefoon en klok. „Je komt hier om te relaxen", zegt Jonathan Watson, die in de routes zijn plekken om wat te eten. Dat is hier veel meer dan alleenjish and chips, want het is hier behoorlijk Frans. De wandeling op Herm voert door grasland langs stranden aan een azuur blauwe zee. Op Shell Beach liggen wat mensen onder een parasol, een kind speelt in de kalme branding, een zeil jacht ligt voor anker. Een dromerig tafereel, te aanschouwen vanaf een bloemrijke klif. Even verderop schittert in de diepte de vrijwel lege Belvoir Bay. Denk er palmbomen bij en je waant je in de tropen. Niks te doen hier, toch zou het fijn zijn nog even te blijven. Maar de boot naar 'het vasteland' wacht niet. Een paar uur later, aan de westkust van Guernsey, stromen de terrassen van de hotels vol. Het zijn locals van de oostkant van het eiland, die weten dat de zon nergens zo mooi ondergaat als hier, in Cobo Bay. Het is hoog water, er is geen strand meer. De golven beuken tegen de wal. Af en toe stroomt er wat overheen. Fiet sers, motoren en cabriolets schieten dan naar de andere kant van de weg om te voorkomen dat ze nat worden. Een meisje probeert minutenlang met haar tablet een foto te maken van het opspat tende water. Uiteindelijk krijgt ze zelf de volle laag, onder applaus en gejoel vanaf het terras. De hoteleigenaar geniet van zijn eigen gastvrijheid en schenkt zich zelf nog maar eens in. In de verte zakt de gouden bol geleidelijk de zee in. Magisch. Baljuw Guernsey mag dan een stuk groter zijn dan Herm, met z'n 65 vierkante kilo meter is het nog steeds niet veel. Een soort Terschelling. Toch is het een heel land. Het valt onder de Britse kroon, maar behoort niet tot het Verenigd Koninkrijk. Behalve een leger heeft het alles van zichzelf, zoals wetgeving (ook belastingwetten), een regering (met een baljuw aan het hoofd), valuta (het Guernsey pond, door elkaar te magazine 47 Aan de lopende band Kleine oesters worden teruggezet in zee. Menu du jour Guernsey is vooral Engels, het eten -gelukkig-Frans. WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 137