Column
'DE F IS VAN
FROZEN,
TOCH? EN
VAN VRIEND?'
Felicity, het pleegkind van Marijke en Erik, heeft niet
veel zin in het gesprek met iemand van Pleegzorg.
Weet je nog, dat allereerste
weekend?" vraagt Erik.
We eten een broodje in
dezelfde lunchroom
waar we anderhalfjaar
geleden ook zaten. Toen voor het eerst
met onze pleegdochter. Het witte ge
zichtje tegenover ons, de argwanende
blik, het ene hapje dat ze van haar
broodje nam. Alles nog onwennig; voor
haar én voor ons. We deden maar wat,
gingen op ons gevoel af. Nu zit ze lachend
tegenover ons. Ze zingt en eet tussendoor
haar pannenkoek helemaal op.
Vandaag komt pleegzorgmedewerkster
Bea kijken hoe het met Felicity gaat.
Eindelijk. We hebben het eerste jaar
nauwelijks begeleiding gehad, als gevolg
van de reorganisatie bij onze pleegzorg-
instantie.
Onderweg naar huis probeer ik ons
pleegmeisje duidelijk te maken wat er
staat te gebeuren. „Straks komt er een
mevrouw om even met jou te praten over
hoe jij het bij ons vindt, oké?"
„Nee, daar heb ik geen zin in."
„Het duurt niet lang hoor", zeg ik, maar
haar aandacht is alweer weg. „De F is van
Frozen, toch?" vraagt ze vanaf de achter
bank. Ik knik. „En van vriend?" „Nee, dat
is de V. Dezelfde als die van vis."
Thuis is ze bezig met de letter P als de
bel gaat. Ik doe de deur open. „De P is van
poep!" horen we vanuit de huiskamer. Ik
lach vriendelijk naar Bea.
Even later zitten we met z'n drieën op
de bank.
„Heeft Marijke verteld dat we even
samen gaan praten?" vraagt ze Felicity.
„Ja."
Fé kruipt bij me op schoot en friemelt
aan mijn oor.
„Vind je het een beetje spannend?"
vraagt Bea.
„Ja."
„Wil je liever dat Marijke er nu even
bijblijft? Omdat het de eerste keer is?"
WG magazine 27
„Maar hier krijg je nooit straf?"
„Nee."
„En wat vind je het leukste wat je
hier doet?"
„Zwemmen."
„Oké. En wat nog meer?"
„Knutselen."
„En met wie knutsel je dan?"
„Marijke. Marijke is er altijd."
„Speel je ook wel af en toe alleen?"
„Nee. Met Marijke." Ze zucht.
„Is het nu klaar?"
Ze staat op en loopt de tuin in. We
lopen achter haar aan. „Ik kan al heel
goed fietsen", zegt ze. En terwijl ons
pleegmeisje op haar rode fietsje over de
stoep wiebelt, kijken Bea en ik elkaar
aan. „Kom jij wel een beetje aan je
rust toe, als ze er is?" vraagt ze me.
„Dat is lastig", antwoord ik. „Ik spoor
Fé af en toe aan alleen te spelen, maar dat
werkt nog niet zo goed." Op dat moment
parkeert Felicity haar fietsje vlak voor
onze neus en zegt tegen Bea: „Jij moet nu
naar huis, toch?" <1
Ze knikt.
„Hoe vind je het hier, bij Erik en Ma
rijke?"
„Leuk."
„Vind je het ook weieens niet zo leuk?"
„Nee."
„Is het altijd leuk?"
„Ja."
„Zijn Marijke of Erik ook weieens boos
op je?"
„Nee. Mama wel."
„O, mama wel. Wat doet ze dan?"
„Dan mag ik niet meer buiten spelen."
Altijd
Marijke Kolk
(46) is sinds
anderhalfjaar
weekend
pleegmoeder.
Over wat zij
meemaakt doet
zij deze zomer
verslag.
samen