1,
10
Simon Tahamata
INTERVIEW SIMON TAHAMATA
Gisteren was het
40 jaar geleden dat
militairen een einde
maakten aan een
Molukse treinkaping en
schoolgijzeling.
Voetballer Simon
Tahamata (61) sympa
thiseerde in 1977 met de
'actievoerders' en vecht
nog altijd voor erkenning
van de Molukse zaak.
f tmm k was erbij, in de rechtszaal,
niet zo lang geleden. Uit
nieuwsgierigheid. Maar ook
als steun en toeverlaat voor
de twee families, nabestaan
den van twee omgekomen actievoer
ders, die een proces begonnen tegen
de Nederlandse staat. Ze willen
openheid, gerechtigheid. Ik wil laten
zien dat ik achter ze sta.
Is het allemaal waar, wat er wordt
gezegd? Sommige jongens hadden
zoveel kogels in hun lichaam. Zijn ze
feitelijk geëxecuteerd door de Neder
landse militairen, daar in die trein?
Moesten ze per se dood?
De meeste mensen in Nederland
spreken over 'kapers'. Voor mij zijn
het helden. Die actievoerden voor
ons ideaal. Voor de beloftes die de
Nederlandse regering aan KNIL-sol-
daten deed, toen die op dienstbevel
naar Nederland kwamen. Tijdelijk,
om ooit terug te keren naar hun ei
gen staat, de Molukse republiek. De
doorsnee Nederlander weet vandaag
de dag helemaal niet wie wij zijn.
Ik was 19 ten tijde van de eerste
treinkaping in Wijster; 21 ten tijde
van de kapingen in Bovensmilde en
De Punt. De actievoerders waren
maar een paar jaar ouder. Ik had een
van hen kunnen zijn. Zo heb ik dat
altijd gevoeld. Als ik als kind niet in
Tiel maar in Bovensmilde in een Mo
lukse wijk was beland, had het zo
maar anders kunnen lopen.
Ik ben geboren in de barakken van
kamp Vught. Op mijn vijfde verhuis
den we naar een rijtjeshuis in Tiel.
We kwamen met 60 Molukse gezin
nen te wonen in één lange straat aan
de rand van het dorp.
Er was een diep gevoel van saam
horigheid in de Molukse wijk. Als er
iets te vieren was, een bruiloft of zo,
hielp iedereen mee. Als er iemand
was overleden, rouwde iedereen
mee. Elke Molukse wijk had zijn ei
gen voetbalteam. In schoolvakanties
speelden we toernooien tegen andere
Molukse wijken: Hatert, Gennep,
Breda, Moordrecht, Assen. Man, dat
ging erop hoor. Mijn oudere broers
waren in aanleg betere voetballers
dan ik. Ik heb veel aan ze te danken:
met hun eerst verdiende geld betaal
den ze mijn treinkaartjes en kostgeld
toen ik naar de jeugd van Ajax ging.
Twaalf kinderen
Mijn vader Lambert was een KNIL-
militair. Erg strenge man. Mijn moe
der was een heel lieve vrouw. De mo
tor van het gezin. We waren thuis
met twaalf kinderen. Over de oorlog
in Nederlands-Indië, over de Mo
lukse zaak, werd niet veel gesproken
toen ik klein was. Mijn ouders waren
bezig een nieuw leven op te bouwen
in Nederland. Maar in hun hoofd wa
ren ze op de Zuid-Molukken.
Mijn vader had zo'n groen stalen
koffertje. Met daarin zijn uniform,
zijn gegevens. Altijd klaar om te ver
trekken. Elk Moluks gezin had zo'n
koffertje. Die van mijn vader staat nu
bij mijn zus op zolder. Een symbool
van onze geschiedenis. Ook een stille
Ik moest
kleur
bekennen
in 1977, tot
dan dachten
mensen
dat ik een
Surinamer
was
getuige van een onvervulde droom:
een eigen vaderland.
Die droom heb ik nooit losgelaten.
Elk jaar op 25 april ben ik erbij, als de
Molukse regering in ballingschap in
Den Haag spreekt over de RMS, de
onafhankelijke Molukse republiek. Ik
móet erbij zijn. Anders zijn de offers
voor niets geweest. Van KNIL-solda-
ten die voor Nederland zijn gevallen,
maar ook van de actievoerders.
Ook op 11 juni komen we elk jaar
samen. Dan herdenken we de zes die
hun leven lieten voor de Molukse
zaak. Ik had een van die jongens kun
nen zijn, maar ik denk dat Hij andere
plannen met mij had. Bekend wor
den als voetballer, de eerste donkere
speler van Ajax-i en het Nederlands
elftal. En vanuit die positie kan ik het
verhaal over de Molukken vertellen.
Ik moest kleur bekennen in 1977.
Tot dan toe dachten veel mensen dat
ik een Surinamer was. Ik maakte me
in de pers en in de voetbalwereld be-
PASPOORT
kend als Molukker en vertelde dat ik
sympathiseerde met de Molukse ac
ties. Het lot van de Molukkers staat
niet of nauwelijks in de Nederlandse
geschiedenisboekjes. Het is een
zwarte bladzijde die liever wordt
weggelaten. Daarom blijf ik dat ver
haal vertellen, ook veertig jaar later.
Wat betreft de actie in die school:
daar was ik niet blij mee. Kinderen
moet je er niet mee belasten. Maar
waar een volk strijdt voor zijn rech
ten vallen slachtoffers. De mensen in
de trein hadden pech. Verkeerde
plaats, verkeerde tijd. Zo loopt het le
ven soms. Hij hierboven bepaalt dat.
Vliegtuigcrash
Kijk naar mij. Ik had in dat SLM-
vliegtuig moeten zitten dat in 1989 in
Suriname verongelukte. Twee weken
voordat we met een selectie van ge
kleurde Nederlandse voetballers
zouden vertrekken, brak ik mijn
sleutelbeen. Ik was op de begrafenis
van de slachtoffers. Mensen zeiden:
God heeft nog plannen met jou.
Alleen Hij weet wanneer onze
droom, de RMS, een realiteit wordt.
Ik moet blijven geloven dat het goed
komt. Al maak ik het misschien niet
meer mee. Dan moeten de kinderen
van de derde en vierde generatie
klaar zijn om het land op te bouwen.
Dus is het belangrijk dat ze goed
worden opgevoed en opgeleid.
Als mensen zeggen: stop met dro
men, het is valse hoop, dan haal ik
mijn schouders op. Wij strijden er
gens voor en dat blijven we doen."
maandag 12 juni 2017
GO
'Ik had een van die Molukse
actievoerders kunnen zij n'
Harm Graat
Tiel/Amsterdam
Simon Tahamata, techniektrainer bij Ajax, zet zich in voor de Molukse republiek, foto raphael drent
Simon Tahamata (26 mei 1956)
maakte als linksbuiten furore bij
Ajax, Standard Luik, Feyenoord,
Beerschot en Germinal Ekeren.
Hij debuteerde in 1979 voor het
Nederlands elftal, waarvoor hij
22 keer in actie kwam.
Toen Tahamata in België
speelde, liet hij zich naturaliseren
tot Belg (er mochten maar drie
buitenlandse spelers tegelijker
tijd in het veld staan). „Het pas
poort is een papiertje. Ik ben in
de eerste plaats Molukker."
Momenteel is hij techniektrai
ner bij Ajax. Ook heeft hij de
Simon Tahamata Soccer Aca
demy, op zondagochtend. „Daar
voor heb ik voetbaltalent gese
lecteerd tussen de 9 en de
14 jaar, die ook als persoon een
steuntje in de rug kunnen gebrui
ken. Vooral Molukse jongens."
Tahamata is getrouwd en heeft
twee zonen. Sinds kort is hij opa
van een kleindochter. „Het mooi
ste wat er is."