12
Het leven kon Piet Beumer amper bijhouden. Druk, druk, druk. Vooral bij
de Voedselbank in Rotterdam. Nu raapt hij zijn leven weer op na een
fietsongeluk en hersenletsel. De 'verbeterdrift' is gebleven. „De behandeling
van niet-aangeboren hersenletsel moet en kan beter."
INTERVIEW PIET BEUMER
In de zorg
lopen
managers
niet
tussen hun
mensen. Ze
zien niets,
ze horen
niets
Als 'ervaringsdeskundige' kent hij het UMC in
Utrecht en de revalidatiecentra Lingesteyn (Leer
dam) en de Hoogstraat (Utrecht). Daar praat hij
met verpleegkundigen, therapeuten en heel veel
lotgenoten. „Hersenletsel wordt in Nederland on
derschat. Ongeveer 600.000 mensen hebben een
vorm, van wie 40.000 ernstig. Daar komen er elk
jaar 135.000 bij, als gevolg van een herseninfarct of
-bloeding", legt hij uit.
Beumer komt overal zorgzame, bevlogen artsen,
verpleegkundigen en vrijwilligers tegen, maar de
regelneef in hem ziet dat er niet altijd efficiënt
wordt gewerkt. Nieuwe technieken worden niet of
te weinig toegepast. Voor managers is het lastig om
professionals en vrijwilligers samen goed aan te
sturen. „Er wordt te weinig geluisterd naar de er
varingen van vrijwilligers. Te snel op hen afgege
ven. Ze worden verkeerd ingezet, krijgen taken
waarvoor ze eigenlijk niet zijn aangetrokken. Ook
de controle werkt verstikkend. Alles moet worden
opgeschreven." Het vele gemopper, zoals over het
hoge salaris van de baas, wilde hij niet horen. „Dan
zei ik: jullie zijn bij mij aan het verkeerde adres.
Dat moet je ergens anders vertellen."
Piet Beumer denkt nog altijd in oplossingen.
„Allereerst moet je anders omgaan met vrijwilli
gers. Geef ze een redelijke vergoeding via een pun
tensysteem bijvoorbeeld. Daarmee kun je waarde
ring uitspreken, mensen de juiste kant opduwen
als het nodig is. Als ze iets verkeerd doen, moet je
niet klagen, maar met oplossingen komen. Maar in
de gezondheidszorg lopen de managers niet tussen
hun mensen. Ze zien niets, ze horen niets. Als er te
veel afstand is, kun je niks oplossen."
Hij hamert erop dat de belangenverenigingen
van patiënten sterker moeten worden. „De invloed
van de patiënt is te gering. Zijn inspraakrecht
wordt nu te vaak gebruikt als een schaamlap."
Klankbord voor een droom
Beumer kan niet zulke hoge eisen meer aan zich
zelf stellen, maar de doener in hem stroopt de
mouwen weer op. „Ik kan alleen niet te veel hooi
op de vork nemen. Ik heb mijn beperkingen en
moet daar naar leven. Hoeveel moeite het me ook
kost. Werken zit er niet meer in, maar ik kan wel
meedenken om de situatie te verbeteren. Ik wil
daarom met lotgenoten een project opzetten om
behandeling en revalidatie te verbeteren."
Mensen uit de zorg zijn een klankbord voor zijn
droom 'Zo kunnen we senioren een fijner thuis
bieden', een nieuwe woonvorm: „Voor ouderen
die geen complexe zorg nodig hebben, maar geza
menlijk, beschermd wonen. Geschikt voor men
sen als ik, die zijn getroffen door niet-aangeboren
hersenletsel en die hebben moeten inleveren in
mobiliteit en sociaal netwerk. Woonvormen met
een coöperatieve organisatiestructuur, want met
betrokkenheid en een beroep op zelfstandigheid is
het gemakkelijker om zelf de broek op te houden."
Piet Beumer mag dan geraakt zijn, hij is niet ge
broken. Hij is een levend bewijs van een van Johan
Cruijffs belangrijkste stellingen: elk nadeel heeft
zijn voordeel. Bankier in voedselpakketten zal hij
nooit meer zijn. Maar de zoektocht naar de zin in
het leven blijft er altijd, ook bij het herstel van
zwaar hersenletsel in zijn eigen Leerdam.
Een vrije val
Meer moeite kost de acceptatie van zijn 'nieuwe
leven'. „Toen het gebeurde, was ik zeven da
gen in de week directeur van de Voedsel
bank. Een dag later zou ik de Algemene
Vergadering van de Voedselbanken Ne
derland bijwonen. Die van Rotterdam
werd een beetje gezien als voorbeeld. We
hadden alles op orde, van vergunningen
tot het beheer van de 47 uitdeelpunten."
Beumer had met familie een groot trans
portbedrijf met meer dan 200 werknemers
voor het werd verkocht aan de toenmalige
PTT. Ook daarna was hij altijd onderweg, al
tijd bezig. Op zondag, na Buitenhof, zat hij de
komende week voor de Voedselbank alweer
door te nemen. Hij was een klankbord voor
de commissie 'vanAnaarBeter', voor een be
tere doorstroming van het wegverkeer.
„Daardoor krijg je het idee dat je wat bete
kent voor de maatschappij. Ik had een groot
netwerk. Door het hersenletsel is mijn we
reldje nu heel klein geworden. Ik heb een
vrije val beleefd, moest afscheid nemen van
de auto, van de motor. Inmiddels loop ik weer
en ga fietsen. Ik heb een nieuwe fiets van de
collega's van de Voedselbank gekregen, plus
een weekje vakantie voor mijn vrouw, kinde
ren en kleinkinderen."
Hij leunt erg op zijn vrouw Anke, zijn doch
ters Lisette en Jojanneke en zijn broer Jan. Hij
Ha Hans, met Piet, Piet Beu
mer. Heb je een keer tijd
voor me?" Die vriendelijke
stem kan alleen maar ko
men van de gedreven direc
teur van de Voedselbank
Rotterdam. De man die vo
rig jaar even schrok van een dubbelinterview met
Gerrit Zalm, toen ABN AMRO. Twee bankiers on
der elkaar, de één in voedsel, de ander in aandelen.
Toen het ervan kwam, op de Voedselbank in Rot
terdam, werd het een boeiende uitwisseling.
De nieuwe ontmoeting met de vermagerde Piet
Beumer (72), thuis in Leerdam, is een schok. De
kwieke tred heeft plaatsgemaakt voor een onzeker
loopje. Het leven loopt niet meer achter Piet aan.
Het is nu andersom. „Hersenletsel, een noodlottig
ongeluk", zegt de geboren Leerdammer.
Zijn relaas over dat ongeval op 28 mei, alweer
meer dan een jaar geleden, is gebouwd op wat hij
heeft gehoord van anderen. „Ik zat op de fiets. Op
een rijwielpad dat bij de snelweg verderop naar be
neden liep. Daardoor had ik er een flink tempo in.
Toen ik iemand passeerde die zijn hond uitliet,
sloeg mijn voorwiel in hun lijn. Ik zou zeven keer
over de kop zijn geslagen."
Piet Beumer lag vier weken in coma, in het UMC
in Utrecht. Daarna kwam hij beetje bij beetje weer
bij de les. Na veel revalidatie. „Ik was eerst boos op
mezelf, omdat ik niet goed had opgelet. Dat heeft
mijn familie me uit het hoofd gepraat. Ik heb er
nu, zo goed als het gaat, vrede mee."
moet zijn hersenen op tijd rust geven. „Ik ben bang
om me weer zo te voelen zoals ik was na het ont
waken uit mijn coma", zegt hij. Dat moment van
chaos, angst, toen hij werd losgeslagen van al zijn
ankers, wil hij voorkomen.
Hij heeft veel meer aandacht voor de mensen om
hem heen, maar hij mist die maatschappelijke be
trokkenheid. „Ik had er vroeger altijd een hekel aan
als iemand liep te niksen. Nu vind ik mezelf soms
een profiteur en daar heb ik veel problemen mee.
Ik wil weer iets betekenen voor de maatschappij."
Daarom dat telefoontje met de vraag 'Heb je een
keer tijd voor me?' Piet Beumer zou Piet Beumer
niet zijn zonder plannetjes om de hulpverlening
voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel te
verbeteren. „Ik mag dan wat trager van begrip zijn,
ik keek en kijk altijd goed om me heen. Die ideeën
wil ik onder de aandacht brengen."
vrijdag 9 juni 2017
'Hersenletsel wordt in
Nederland onderschat'
—Piet Beumer
Piet Beumer.
FOTO KOEN VERHEIJDEN
Hans van Zon
Leerdam