ZEELAND GEBOEKT L Ballustrada knipoogt naar Zeeuws Tijdschrift Liever Sydney dan Sluiskil 26 ZEELAND Kapitein Rabenhaupt maakt op zijn coaster Elizabeth Fraser de ondergang van de kleine handelsvaart mee. Hij worstelt, maar tevergeefs. Tot en met de 'trieste uitgeleide van een ooit zo trotse Hollandse kustvaarder'. 'Haaieneiland'in de race voor jeugdboekenprijs zv Karei Rabenhaupt is de kapitein van de Elizabeth Fraser, een Hol landse coaster die in 1957 van sta pel liep. Laadvermogen 900 ton. Een beetje kapitein noemt zijn schip naar zijn vrouw. Zo ook Rabenhaupt. In 1942, tijdens de Tweede Wereldoorlog, leert hij in het Schotse Grangemouth zijn Elizabeth kennen. Hij is dan 23 jaar, zij 19. Ze trouwen en dromen van een eigen rederij. Met hun coaster komt het zo ver. Lizy gaat mee aan boord van de Elizabeth Fraser, als kokkin. Schrijver Jan Willemsen uit Koudekerke weet de wereld van de binnen- en kustvaart op een vaardige en invoelende manier tot le ven te brengen. Dat deed hij al eens eerder, in zijn in 2015 verschenen debuutroman '400 ton deadweight', over kapitein Dirk van Kampen en zijn bemanning op kustvaarder Gerda. Het nieuwe boek 'Kapitein Rabenhaupt' kan als een tweede deel worden beschouwd. Het speelt in de jaren 1970-1980, de periode dat de Nederlandse kleine handelsvaart verdwijnt. Willemsen (1959) weet waarover hij schrijft. Hij volgde de Hogere Zeevaartschool in Vlis- singen. Voor sleepvaartbedrijfWijsmuller maakte hij één reis op de zeesleper Noord- Holland. „Dat beviel maar matig", zegt Wil lemsen, „ik had last van heimwee. De reis be gon in 1980. Het voorjaar van 1981 was ik weer thuis." In de jaren daarna heeft hij nog op veerboten van de Provinciale Stoomboot Diensten gevaren. Inmiddels is hij al meer dan twintig jaar zelfstandig werkend als vracht wagenchauffeur. Het schrijven? „Dat kwam vanzelf', vertelt hij. „In 2013 waren mijn vrouw en zoon op reis naar New York. Ik was thuis met een puber dochter die haar eigen gang ging. In een boek zag ik een foto van een schip dat aan de kade lag. Wat gebeurt er als die gaat varen? Op die vraag heb ik al schrijvend antwoord gegeven. Dat werd mijn eerste boek. Ik merkte dat het lekker ging. Als ik ervoor ging zitten kwam er steeds een stukje verhaal bij. Inmiddels is het zo ver dat het een verslaving is geworden - als ik niet schrijf voel ik me niet lekker." KAPITEIN RABENHAUPT Kapitein Rabenhaupt zit in oktober 1978 op de kade van Sandfield Wharf, vlakbij het plaatsje Saul. Met zicht op zijn Elizabeth: „Kijk haar daar nu liggen: onttakeld, geampu teerd. Alles wat het schip ooit compleet maakte, was in die 21 jaar overbodig geworden. Eigen laadgerei was verwijderd. Masten, laad bomen, lieren, tuigage, de mik." Hij sombert verder. Tot zijn vrouw roept: „Oh, there you are, Carl! What are you doing? Getting senti mental again?" In het boek leven we mee met de kapitein, zijn vrouw, de bemanning. Ze slagen er ter nauwernood in om de eindjes aan elkaar te knopen. Containers laden biedt geen uit komst. Het is ongetwijfeld niet toevallig dat een zeesleper van Wijsmuller de Elizabeth Fraser vlot mag trekken, als het schip in dichte mist op een zandbank is gelopen. Rabenhaupt vecht, tevergeefs. Het af scheid van het schip is in stijl: „De loodgrijze, herfstachtige lucht op de achtergrond en een grauw Noordzeeka naal zorgden verder voor een triest uitge leide van een ooit zo trotse Hollandse kust vaarder. Aan dek was niemand te zien. De vlag hing slap en het enige dat nog een po ging waagde om het plaatje wat op te vrolij ken, was een dartel straaltje koelwater dat uit haar zij spoot." Jan Willemsen: Kapitein Rabenhaupt Het literaire tijdschrift Bal lustrada is toch nog op de mat gevallen. Maar het heeft wel moeite gekost om het voorjaarsnummer 2017 van de persen te laten rollen. Vorig jaar werd het dertigjarig bestaan gevierd. Dat jubileum was geslaagd maar dat heeft in spanning gekost, laat de redactie weten: „We waren na afloop te vreden - zeg nooit dat je tevreden bent - over het resultaat van onze inspanningen. Maar dan moet je daarna ook weer verder met een soort van maandaggevoel." Dat is gelukt. Zodat er een vers nummer ligt met proza van onder anderen Gert-Jan van den Bemd, Johan Everaers, Jan Roosen en Frank Moree. Er is poëzie opge nomen van dichters als Peter Sierdsma, Francisca van Vloten en André van der Veeke. En ver taalde poëzie van José Gorostiza. De vaste vormgever begint met een beeldende serie pARTsfrom- heaven. In het voorwoord knipoogt de redactie naar het Zeeuws Tijd schrift (ZT), dat momenteel re dactieloos is en niet verschijnt: „Jarenlang trok Ballustrada schouder aan schouder op met Zeeuws Tijdschrift, een provinci aal cultureel magazine. Er werd samengewerkt, ruzie gemaakt, gezamenlijk opgetreden en uiter aard vaak vals gelachen. Die tijd is voorbij. Wij van Ballustrada hebben altijd gekscherend ge mompeld: we nemen ZT op een voor ons gunstig moment over. Het lijkt erop dat het zover is." Om af te sluiten: „Nepnieuws of niet, Ballustrada is en blijft de ko mende dertig jaar een papieren tijger om rekening mee te hou den." Het zijn spannende tijden voor jeugdboekenschrij ver Rob Ruggenberg (1946). Zijn eind 2015 uitgeko men jeugdroman Haaieneiland is genomineerd voor de Prijs van de Jonge Jury 2017. Na een stemming waaraan ruim 13.000 jongeren meededen, heeft hij met Carry Slee en Mei Wallis de Vries de meeste stemmen bin nengehaald. Morgen wordt in Utrecht de winnaar bekendge maakt. Ruggenberg is ook tot de longlist (tien boeken) van de Thea Beckmanprijs 2017 door gedrongen. Wie deze prijs wint wordt duidelijk op 16 septem ber in Alphen aan den Rijn. Zeeuwse schrijvers Je hebt van die mensen. Ze kennen iedere straathoek van Kaapstad en Sidney, of doen alsof. Maar ze willen niet we ten waar Sluiskil of Hansweert ligt. Ik krijg het vermoeden dat Martien J.G. de Jong behoort tot dit slag van ben ik wel internatio naal genoeg. In 'Verborgen ca mera' (2012), waarin hij zijn poëzie verzamelde, vinden we impone rende titels als 'Apartheid op Kaappunt', 'Sightseeing Sidney', 'Tobameer', 'New York: The Bo wery', maar zijn gedicht 'Zeeuwsch-Vlaanderen' liet hij be schaamd verdwijnen. Geschrapt, weggewerkt, geëlimineerd. Ter wijl het om charmante poëzie gaat, een pareltje in zijn werk. De Jong werd in 1929 geboren te Steenbergen, West-Brabant. Na de VERBORGEN CAMERA Martien J.G. de Jong (1929) Mulo, HBS en een weekendstudie werd hij leraar Nederlands, vanaf 1955 te Terneuzen. Tegelijk reisde hij heen en weer naar Gent om verder te studeren. In 1961 werd hij benoemd tot hoogleraar in Namen en zei hij Zeeland vaarwel. Een van zijn eerste boeken publiceerde hij in 1959 in eigen beheer te Ter- neuzen, 'De duivel op de lijkwa gen', vol fascinerende sagen uit zijn geboortestreek. In zijn verzamelde gedichten heeft hij niet heel zijn verleden verloochend. De professor plaatst even de voeten in het Zeeuwse water: 'we lopen hand in hand in de Schelde/ en spoelen de jaren van ons af/ als jeukerige zandkor rels'. Ook een gedicht over 1 fe bruari 1953 handhaafde hij. De dichter tolde rond 'in een lekke roeiboot/ tussen de toppen van kreunende populieren'. Maar wég is en blijft 'Zeeuwsch-Vlaande ren', uit de bundel 'Aardbeien uit een blauw vergiet' (1972). Vooral het begin verrast aangenaam: 'Tus sen de suikerbietenvelden en het vlas/ als de paus in zijn draagstoel/ schuift soms de bovenste helft/ van een witte coaster'. Wat zag de dichter? Hij verwijst verderop naar 'geschiedenisles over de koning-koopman/ en het kanaal van Gent naar Terneuzen'. De koning-koopman Willem I be sliste in 1823 dat het kanaal moest worden aangelegd en aldus ge schiedde. Voor mij is het kanaal pas compleet wanneer een bord verrijst met De Jongs gedicht. Ie dereen blij, behalve de dichter die het bord liever in Sidney dan in Sluiskil had gezien. dinsdag 6 juni 2017 Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland en boeken van Zeeuwse schrijvers Varen tegen beter weten in Jan van Damme Jan Willemsen: „Het schrijven kwam vanzelf." foto ruben oreel - Uitgeverij Boekenbent, 149 pagina's, 14,90 euro. Mario Molegraaf Marricn J.G. de Jon#

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 55