i kroniek Wekelijks schrijft Hugo Borst over zijn moeder, die aan alzheimer lijdt. Als zij Muis ziet, herkent ze de kat. et fotoboek lag op tafel, ma keek er aan dachtig in. „Dat was op de Schieweg, ma", zei mijn broer Laurens die acht jaar ouder is dan ik. Hij wees naar de hond op de foto, een boxer. „Dat is Topsy." En toen wees hij naar de kat. „Dat is Muis." Ma glimlachte. Ze herkende Muis. Het was een grijze kat, vandaar dat-ie Muis was ge noemd door de vorige bewo ners. Onze ouders kregen 'm cadeau toen ze het benedenhuis betrokken. Muis woonde er al. „Mooi was-ie, hè?" zei mijn broer. „Je ziet ze niet veel in die kleur." Laurens begon ma te vertellen over de periode tussen 1958 en 1962. Hij wist nog goed hoe het interieur eruitzag op de Schie weg. De kleuren die de kastjes hadden en hoe de vaasjes op de kast eruitzagen. Ma luisterde en begon de foto's in het boek te aaien. Ja, ze aaide de foto's. Haar woorden begrijpen we bijna nooit meer, haar gebaren wel. Dat aaien van die foto's deed ons wat. Mijn schoonzus Jackie zei wat tegen een van de verzorgenden. Even was ma afgeleid. Laurens zei: „Mama, kijk." Hé. Mijn broer zei mama. Ik zeg al tijd ma. Interviewer Martin Simek viel me onlangs aan: „Ma? Ma! Dat vind ik koud woord." Hij kon er niet over uit dat ik ma zei. Simek noemde het Tsjechische woord voor moeder, ik ben het vergeten, maar het klonk heel zoet. Ik geloof dat ik met mijn moeder niet zakelijk ben, sterker: dat weet ik wel zeker - en toch is het al tijd ma. Volgens mij heb ik dat van mijn ouders. Hoewel, die noemden hun ouders pa en moe. Moe. Dat hoor ik me helemaal niet zeggen tegen ma. Ik zeg weieens moedertje, pure lief kozing, misschien ook wel mededo gen. Maar nooit mama, zoals Laurens net deed. Onze moeder keek naar de foto's, en toen weer naar Jackie. Ma was toch afgeleid. Ze zei Karina tegen Jackie, ze haalde haar schoondochters door el kaar. Mijn broer verontschuldigde zich bij Jackie en Jackie zei: „Ach, mijn moeder haalde de namen van mij en mijn zussen ook vaak door elkaar." Daar was weer een foto van Topsy. Ma staarde naar de boxer. Laurens zei: „Hij mocht altijd op de stoel aan tafel zitten." Laurens heeft maar liefst vier boxers in zijn leven gehad. Topsy, Stanley, Coco en nu Senna. Over Senna gesproken. Die zat beneden in de auto te wachten. Zij is te wild voor een bezoek aan het Verpleeghuis. Er wordt al genoeg gestruikeld en geval len. Er werd gedekt voor de lunch. Lau rens borg het fotoboek op. Ze gingen er vandoor. Een paar kussen, gezwaai. „Morgen zie ik je weer, ma", zei mijn broer. „Dahag." 41 magazine 39 iS Reageren? magazine @persgroep.nl Foto's aaien

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 96