c LiSr HBpexuaiibeil; en vruchtba inseminatie ter n einde hierd 8 DOSSIER SPERMADOKTER Jan Karbaat was in de jaren 70 een autoriteit op het gebied van donorinseminaties. Hij vervulde de kinderwens van honderden vrouwen. Hoe de spermadokter een schimmige kliniek runde, en zijn eigen zaad gebruikte. -v* Als het kan een meisje graag, zei ik. Daar ga ik voorzorgen, zei hij 'V r/Jj Vi Lucas van Heeren (73) ziet zich nog staan bij de hoofd ingang van het Zui derziekenhuis. Met een pillendoosje - 'ik had 'm eerst afge wassen' - vol sperma, dat hij in handen van de portier drukt. „Wat zou die man van mij denken? Hoe lang laat-ie het hier staan? Is het dan nog bruikbaar? Ik vond het vreemd." De instructie komt van dokter Jan Karbaat. 'Geef maar bij de por tier af, meldt hij de Dordtse sper madonor telefonisch. 'Maar ik heb geen potje', werpt Van Heeren nog tegen. Pak maar iets uit de keuken, is het antwoord. Als er maar een deksel op zit. Zo doneert Van Heeren begin ja ren 70 zijn sperma in het Rotter damse ziekenhuis. Hij reageert op een advertentie in Sekstant, het maandblad van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervor ming (NVSH), waarin het zieken huis spermadonoren zoekt. Van Heeren - zelf al vader van twee kinderen - meldt zich op kantoor bij medisch directeur Karbaat, in de centrale hal van het ziekenhuis. Karbaat is een rustige man, een beetje hautain. „Het viel mij op dat hij de woorden zaad of sperma niet gebruikte." Van Heeren vult for mulieren in over zijn werk en op leiding. Daarna zondert hij zich af in een kaal kamertje met donker bruin meubilair, vlakbij Karbaats kantoor voor zijn eerste donatie. Pornoblaadjes ontbreken. De keren daarna moet hij zijn sperma steeds bij de portier inle veren. Van Heeren gebruikt ook wel eens een jampotje. „Een goede afspraak was er niet. Het was nooit te voorspellen wanneer hij belde. Soms zei hij op een maandag avond: 'Kunt u mij weer van dienst zijn?' Dan reed ik de volgende och tend om half acht naar het zieken huis. Daarna stond er 25 gulden op mijn rekening." Dokter Jan Karbaat grossiert in die jaren 70 in donorzaad. Veel van zijn patiënten worden doorverwe zen door huisartsen. Zo ook de ouders van Josine van Dongen (41). Tussen juni en oktober 1974 zijn haar ouders drie keer bij Karbaat in het Zuiderziekenhuis geweest. De eerste keer voor een kennismakingsgesprek in zijn spreekkamer, daarna voor twee inseminaties in de behandelka mer. De tweede keer is het raak. Mia Swinkels en haar echtge noot reizen, op advies van hun huisarts, zelfs met de bus, trein en taxi vanuit het Brabantse Ge- mert naar het Zuiderziekenhuis. Op Karbaats kantoor hebben ze een uitgebreid eerste gesprek. Over hun huwelijk, de vurige kinderwens, of ze het zeker we ten, en de wensen voor de donor die zo veel mogelijk op Mia's man moet lijken: grijsblauwe ogen en lichtblond haar. De donor wordt een paar maanden later gevonden. Of Swinkels naar Rotterdam kan komen. „Ik had een mooie grote baarmoeder zei Karbaat na een inwendig onderzoek. Hij ging naar een andere kamer en kwam terug met een spuit." Norse Swinkels vindt Karbaat een norse, onsympathieke man, maar ze is hem dankbaar. Het is in één keer raak. Twee jaar later gaan ze opnieuw, met succes. Ze vragen om dezelfde donor met de grijsblauwe ogen. Die was vrij snel beschikbaar. „Ja ja ja, geen probleem, zei hij. 'Wat moet het dit keer worden?' Als het kan een meisje, zei ik. Daar ga ik voor zorgen, antwoordde hij. Nu denk ik: ja, tuurlijk, hij was er altijd." Haar tweede kind, Wendy Nendels (inmiddels 37), blijkt namelijk na een recente dna- test een biologische dochter van Karbaat te zijn. Zo zijn nog min stens twee andere donorkinde ren in het Zuiderziekenhuis met sperma van de medische directeur zelf verwekt. Haar oudste heeft geen test gedaan, maar Swinkels ver wacht dezelfde uitkomst. Ze is laaiend: „De viezerik. Ik kan er wel van braken. Hij heeft me belogen. Wie zegt dat ik zijn zaad wilde? Hij had het moe ten zeggen, dan had ik zelf mijn keuze kunnen maken." Donorkind Josine kreeg on langs van de Fiom KID-DNA Da tabank te horen dat ze niet af stamt van Karbaat. Lange tijd was ze daar bang voor. „Ik heb Karbaat zelfs één keer aan de telefoon ge sproken over mijn donorvader. Hij zei dat alles geheim en vernie tigd was. Ik kan je niet helpen. Daarna hing hij gelijk op." In het openbare archief van het Zuiderziekenhuis is geen letter te vinden over donorinseminatie. Zijn patiënten stuurt hij de ene keer brieven met het stempel van het ziekenhuis, de andere keer vanaf zijn huisadres in Baren- drecht. Maar zijn titel is steevast dezelfde: 'arts voor storingen in sexualiteit en vruchtbaarheid'. Er zijn in die tijd weinig fertili- teitsartsen die zich op deze schaal met donorinseminatie bezighou den. Karbaat pioniert en experi menteert. Dat begint in de jaren 50 als hij werkzaam is in het Mili tair Hospitaal in Suriname. Hij zet zijn praktijk voort als hij in 1965 medisch directeur wordt in het Zuiderziekenhuis. Karbaat groeit uit tot een autori teit, zowel in Nederland als daar buiten. Hij wordt zelfs voorzitter van de vruchtbaarheidswerkgroep van het International Planned Pa renthood Federation. „Dit doe ik echt voor mijn hobby. Iedereen kent je, dat is toch wel leuk. Inder daad, het gaat me ook een beetje om de eer", zegt hij in 1981 in het Rotterdams Nieuwsblad. Walgelijk Zijn collega's in het Zuiderzieken huis vinden het 'walgelijk' dat hij zo 'rommelt met de natuur', maar niemand gaat er tegenin. Karbaat runt de spermakliniek volledig in zijn eentje onder de vleugels van het ziekenhuis. De intake, insemi naties, de nazorg, er komt geen collega aan te pas. „Het was een privé-aangelegenheid die buiten de invloedssfeer van het zieken huis viel. Dat kon hij zich permit teren als enige directeur", zegt Mart Mantel, destijds hoofd van het laboratorium. „Ik wist dat het gebeurde, afge zien van het gebruik van zijn ei gen zaad", zegt ook gynaecoloog Mark Vierhout, die in 1978 tijdens zijn opleiding een halfjaar in het Zuiderziekenhuis werkte. „Het gebrek aan sperma zal hebben meegespeeld. Misschien was het verleidelijk om het op deze ma nier, met zijn eigen zaad, op te lossen. Dat doe je natuurlijk niet als arts, dat lijkt me zo klaar als een klontje." Frits Lammes, in de jaren 70 hoofd gynaecologie, reageert aanvankelijk vol ongeloof op het verhaal van de spermadonor praktijk. „Ik kan het me niet voorstellen. Dan had ik ervan moeten weten. Het kan best zijn dat hij dat daar ergens regelde. Onze afdeling zat in een heel an der deel." zaterdag 3 juni 2017 GO De viezerik, wie zea zijn zaad w y -i j A Geboortekaartje en babyfoto van Wendy, een dochter van Mia Swinkels. Wendy is een kind van Jan Karbaat. T De ouders van Josine van Dongen werden be handeld door Karbaat. Hanneke van Houwelingen Tonny van der Mee Rotterdam Mia Swinkels

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 8