We hebben hem veertien jaar gekend, llij was Rillingen Iedereen die je spreekt over 'het familie drama van Zoetermeer' krijgt er nog al tijd de rillingen van. Het antwoord op de vraag hoe iemand zoiets kan doen, komt nooit. „Vanaf dat Claudia 18 was kwam Richard bij ons over de vloer", zegt Corry. „Hij sliep in de weekenden bij ons. We mochten hem graag, omdat Claudia van hem hield. Hij was ook zo blij met z'n kinderen, z'n eigen vlees en bloed. Bij de geboorte stond hij te juichen in de tuin: ik heb een dochter!" „Hij kreeg hier te eten en te drinken", zegt Ruud. „We gingen samen vissen, dronken een biertje. Hij stond altijd klaar. Er hoefde maar iets te gebeuren en hij kwam eraan. In 2005 kreeg onze andere dochter, Jacqueline, wat problemen in haar huwelijk. Toen ben ik nog met mijn twee schoonzoons gaan snookeren. Ik heb nog steeds de e-mails waarin we de afspraak maakten. Dat hij mij zou opha len. We hebben hem veertien jaar ge kend, hij was part of thefamily. Dat was in februari 2005." Twee maanden later, op 6 april, moordt Richard zijn gezin uit. Na vijf dagen geeft hij ze op als vermist en probeert zijn schoonfamilie en de politie wekenlang te misleiden. Hij zoekt mee, verspreidt flyers, hangt tekeningen van zijn kinde ren op de muur, over de bloedspetters. Hij vertelt de politiemensen dat ze moe ten letten op de knuffels van de meisjes. Na twee weken begint Richards verhaal te rammelen. De kinderen worden ge vonden in de bossen bij Chaam. Begra ven, in hun nachtjaponnetjes. Met de knuffels in hun handjes. Corry: „Ik weet nog dat we terugkwa men van het politiebureau en net had den gehoord dat ze alledrie dood waren. Die nacht lagen we in bed hand in hand te bibberen. En praten, hele nachten, pra- 6 april een advertentie: 'We missen jullie en iedere dag meer dan gisteren'. Maar je moet wel verder leven, zegt Corry. „We hebben nóg een dochter, hè, en nóg drie kleinkinderen. Dan zei de middelste: 'Oma, je kijkt zo triest'. Dan dacht ik: oh, dat wil ik niet. Ik wil niet dat ze hun oma als triest gaan zien. Ik kon na een paar maanden voor het eerst weer ergens om lachen. Door iets op tv. Ik weet niet meer wat, gewoon iets leuks. Komt Ruud de kamer in en zegt: 'Weet je wel dat je dochter onder de groene zoden ligt?' Ik zeg: 'Ja dat weet ik, maar Claudia had hier ook om gelachen'." Bij Ruud duurde het langer voordat hij verder kon. „Ik dronk geen druppel meer, zelfs geen biertje in de zomer. Ik wilde scherp blijven. Ik wilde geen aanwijzing missen om hem te kunnen nagelen. Ik stoorde me ook enorm aan dom gedoe op ten, praten, praten. En vloeken, schreeu wen! Ruud zei: God, we hebben een moordenaar in de familie! Ik schreeuwde: ben je gek, hij is helemaal geen familie!" Lachen Ruud: Je houdt je wereld zo klein moge lijk, je probeert prikkels te vermijden, want je staat volledig in de overlevings- modus, daar moest alle energie naartoe. Die eerste periode zaten de rechercheurs avonden achter elkaar bij ons. Niemand die snapte dat Richard dat heeft kunnen doen. Hij heeft geen geweten, het is een psychopaat. Hij kon die gescheiden werelden, die van z'n gezin en van z'n geheime vriendinnen, niet langer mana gen." Jaar in jaar uit bezochten Ruud en Corry elke dag het kerkhof; soms zelfs twee keer. Jarenlang plaatsten ze op - Ruud van Veen 30| zaterdag 3 juni 2017 WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 87