II ZEELAND 21 '2V „Ik fietste bijvoorbeeld altijd van uit Burgh-Haamstede naar Zierik- zee. Dat was vijftien kilometer heen en vijftien kilometer terug. Een ander deed daar een uur of an derhalf uur over. Ik wilde in twintig minuten op school zijn. Dat deed ik voor mijn conditie. Mijn klasge nootjes wisten dat niet en snapten niet wat ik ieder weekend deed. Ze wisten niet hoe ingewikkeld het is om op een motor met veel pk's te rijden. Dat moet je leren. Je kunt het niet vergelijken met een Puchje of een Tomos, waarop iemand naar school komt." Gelukkig Doordeweeks voelde hij zich daar door onbegrepen. In het weekend had hij geen woorden nodig om zich te uiten. Als de motoren ronk ten, het zand en de modder door de lucht vloog en hij zijn echte vrien den weer zag, was Boot gelukkig. „Dat had ik dan echt wel nodig", bekent hij nu. „Ik kon me uiten in waar ik goed in was. Dit was waar ik me thuis voelde. Hier was ik meer dan op school." Tegenwoordig is het leven van de motorcrossende hovenier beter in balans. Er zijn geen twee werelden meer. Zijn nieuwe vriendin en haar twee kinderen wonen sinds dit jaar bij hem in in Kamperland en zij geeft hem de schop onder zijn kont als hij die na een dag bikkelen even nodig heeft om zich nog even op te laden voor een rondje hardlopen. Haar zoontje Liam heeft het motor crossvirus ook al te pakken. „Ik hoop het nu een beetje over te geven aan die kleine man", glun dert Boot. „Ik heb zelf bijna alles van mijn vader geleerd. Mijn moe der Anjo was belangrijk omdat ze altijd zorgde dat ik goed at, ze alles schoonmaakte en ervoor zorgde dat het mij aan niets ontbrak. Ze zeg gen dat motorcross een individuele sport is, maar het is een teamsport. Als het naast de baan niet draait, draait het op de baan ook niet." Hij is nu dan ook gelukkig in de liefde én op de baan. De MX2-rijder (4-takten) van het Belgische team MC Mikkola gaat aan kop in de competitie van de Belgische bond (BNB), waar hij zich enkele jaren geleden bij aansloot. „Je kunt vier uur naar Friesland rijden, maar in dezelfde tijd zit je in Noord-Frank rijk", verklaart hij. „Daarom was de stap naar de BNB voor mij niet zo'n grote stap. Ik werd er goed opge vangen en ik rijd in een geweldig team. Het voelt echt als familie. Wat mijn ambities nog zijn? Pff, plezier hebben in dat wat ik doe is eigenlijk het belangrijkste." „Je rijdt je elk weekend het lepla- zerus, je komt half versleten van die motor af en je moet je weer opladen voor de tweede manche. Dan denk je soms: waar doe je het voor? Je ei gen geld zit erin. Als je motor vast loopt, ben je met die 4-takten 1500 a 2000 euro armer. Voor hetzelfde geld ga je op vakantie en lig je aan het zwembad. Maar ja, het is een soort ziekte. Het blijft trekken. Na tuurlijk helpt het ook dat je goed presteert. Sommigen zeggen dat ik de beste crosser van Zeeland ben, maar zo zie ik het niet. Ik ben een van de beteren. Dat is toch ook mooi?" Hij zet zijn zonnebril weer op en kijkt in het waterige zonnetje aan de Wemeldingse hemel. „Ik heb niets te klagen. Of ja, ik zit nu even met die elleboog. Maar de eerste wedstrijd voor de competitie in België is toch pas in juli!" onderin Nederland - was", vertelt hij met gepaste trots. „Er waren daarna vijf finales om de nationale titel. Daarin legde ik altijd te veel druk op mezelf. Ik ben tot mijn 85cc-periode nooit Nederlands kampioen geweest, omdat ik ge woon te gespannen was." Zenuwen De lol had hij nog steeds, maar het vrij rondrijden op het veldje bij zijn ouders was plots rijden om een na tionale titel geworden. Er kwam druk bij kijken. „Mijn ouders heb ben een jaar geprobeerd die druk bij me weg te nemen door niet te zeg gen dat het finales waren. Dat ging dan wel beter. Tot er iemand aan kwam en begon over 'de finale'. Dan werd ik te gespannen, had ik geen soepele rijstijl meer, had ik last van zenuwen, last van dit, last van dat. Terwijl dat nergens voor nodig was." Want zijn rij stijl was zonder druk omschrijving zelf. „Ik laat mijn gas net wat langer open, rem harder dan anderen, terwijl dat niet altijd nodig is. Maar dat is mijn rijstijl nu eenmaal. Ik ga tot het randje, maar er niet over. Ik weet hoe ver ik kan gaan." Die beheersing maakte van hem in zijn jonge jeugd een paar keer de vicekampioen van Nederland en la ter - toen de competitieopzet ver anderde en er een klassement werd opgemaakt over het gehele seizoen, zonder finales - ook Nederlands kampioen. In zijn laatste jaar bij de 85CC en daarna ook in de 125CC en MX2. Maar de gepaste trots die hem nu siert als hij over die tijd praat, drukte hij als scholier weg. „Ik zat prima. Vrij agressief, zoals hij het zelf omschrijft, maar niet richting andere rijders. Hij beweegt zich agressief op zijn motor. „Ik geef hem echt op zijn donder", duidt hij die Ik heb tot vandaag nog geen druppel bier gedronken. Het inte resseert me ook niet met twaalf jongens in de klas en ik was de enige die niet voetbalde. Bij kringgesprekken na het weekend was het altijd: 'Komt hij weer, met zijn motorcross'." „Ik moest wel elf keer aanhoren dat ze gevoetbald hadden, hè. Maar ze begonnen dan tegen mij: 'Zo moeilijk is het toch niet? Het is zit ten, een beetje gas geven en een beetje remmen'. Daar heb ik altijd wel van gebaald, dat ze niet wisten wat ik er al lemaal voor moest doen en laten. Gasten van een jaar of zestien waren jarig en gingen lekker bier drinken. Ik heb tot vandaag nog geen druppel bier gedronken. Het interesseert me ook niet. Ik ben in mijn hoofd altijd met mijn sport bezig geweest. Ik wilde niet drinken, niet roken, geen drugs en was daar ook niet mee bezig. Ik was met mijn sport." zaterdag 3 juni 2017 is een soort ziekte Mark Boot op de baan in Wemeldinge met Liam, het zoontje van zijn vriendin, foto johan van der heijden Mark Boot leidt momenteel het klassement bij de Belgische bond BNB. FOTO JOHAN VAN DER HEIJDEN Het crossen zat er al vroeg in bij Mark Boot. - Mark Boot

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 136