ZEELAND 25
ledereen wil het nog horen,
want los van alle gedoe, het
blijft een geweldig nummer
We maakten muziek.
Vonden het leuk om een hit
te hebben en op te treden
gense kloosterlingen, de broeders
Laetantius en Hildebrand. Is hier
sprake van Prinsenbeeks plagiaat?
Paniek, herinnert Duijnstee
zich. „Het was een totaal ander
lied, maar toegegeven: een paar
maten tonen overeenkomst. Puur
toeval. Kraamer beweerde dat we
in problemen konden komen.
Wisten wij veel. Wij kenden dat
andere nummer niet, broeder Lae
tantius was al dood. Kraamer be
disselde zaken waarvan wij niets
afwisten. Zodoende heb ik nooit
geld gezien, zelfs niet van de royal
ties die CNR aan Oh Sixteen-Oh
Seven betaalde."
Louk Varossieau kon er evenmin
wijs uit. „Onze tekst leek niet op
die van broeder Hildebrand (over
leden in 2011, jb), maar iedereen
beweerde dat het nummer een be
werking was van een bestaande
compositie en dat wij nergens
recht op hadden."
Wie het oorspronkelijke sin
gletje Het leven is goed in m'n Bra
bantse land in handen krijgt, ont
dekt op het rode CNR-label tussen
haakjes de namen (C. Duijnstee/L.
Varossieau/P. Nuijten/A. Kraa
mer). Later is daar br. Laetantius
onder gedrukt. „Er werden rare
spelletjes gespeeld en dat kostte
ons zwaar geld", verzucht Varos
sieau boven stapels documenten
over deze kwestie. Tientallen jaren
correspondentie met Buma/
Stemra, de organisatie die moet
zorgen dat componisten en tekst
schrijvers een eerlijke vergoeding
krijgen wanneer hun creaties wor
den gebruikt. Op basis van gege
vens van de Utrechtse uitgever
Ruud Buschmann, die het num
mer Mijn Brabant claimt en de
kloosterlingen onder contract
heeft, en Nada-Winter-Music be
schouwt Buma/Stemra Het leven is
goed... als 'een niet geautoriseerde
versie van een bestaand lied'.
Steeds als er platen worden ver
kocht, als het Prinsenbeekse lied
op de radio te horen is, in een
kroeg wordt gedraaid of als ande
ren het nummer vertolken, wordt
er geld overgemaakt naar de erven
van broeder Laetantius en broeder
Hildebrand. Die laatste bekende
Duijnstee, die nu in Etten-Leur
woont, erkent dat hij toentertijd
niets ondernam om zijn recht te
halen. „Wij maakten muziek, von
den het leuk om een hit te hebben
en op te treden. Nadien bleek dat
ik veel geld ben misgelopen, maar
ik wilde daar mijn energie niet
meer aan verliezen", zegt Duijn
stee. Die schreef later de nummer
één-hit Annie, hou jij me tassie effe
vast voor zangeres Miggy.
Geen bewerking
Het wringt bij de tekstschrijvers
Louk Varossieau en Peter Nuyten
dat Buma/Stemra nooit onderzoek
deed naar de twee Brabantse
nummers en het vermeende plagi
aat. Pas in 2002 geeft de - nu ook
overleden - uitgever Ruud Busch
mann schriftelijk toe dat de tekst
van Het leven is goed... geen bewer
king is van het monnikenwerk
Mijn Brabant. Buma/Stemra laat
het tweetal weten dat terugwer
kende kracht niet bestaat en dat
het juridisch onmogelijk is geld
dat de voorbije 23 jaar al is uitbe
taald terug te halen bij de broeders
c.q. hun erven. Dat moeten ze zelf
regelen, luidt het advies.
„Maar niemand kon ons na al die
jaren meer vertellen hoeveel er
was uitgekeerd en op basis van
wat. Documentatie ontbrak volle
dig", zegt Nuyten nu. „Het is ook
onze fout geweest. Wij hadden
geen verstand van platenzaken.
Daar is misbruik van gemaakt en
Afkoopsom
Ze kregen na lang soebatten met
Buma/Stemra een afkoopsom van
ruim vijftienhonderd euro voor de
periode 1979 tot 2002 uitbetaald en
staan sindsdien wél als tekst
schrijvers in de boeken. „Dat heeft
tot nu toe een paar honderd euro
opgeleverd. Een schijntje. Af en
toe krijgen we nog een afrekening
van een paar euro. Het grote geld is
in die eerste jaren verdiend. Het is
echter onze eer te na om nu de
hand nog op te houden bij de er
ven van die broeders."
Volgens Buma/Stemra-woord-
voerder Frank Janssen valt zijn or
ganisatie niets te verwijten: „Dit
verhaal klopt in grote lijnen. Maar
bij ons is nooit juridisch bestreden
dat de muziek niet van broeder
Laetantius is. Pas in 2002 ging uit
gever Buschmann akkoord dat Het
leven is goed... een nieuwe tekst op
een bestaande compositie is en dat
de tekstschrijvers voortaan mogen
delen in de opbrengst."
Het grote geld gaat ook aan de
uitvoerende artiesten voorbij. Het
oude stijl jazzorkest Oh Sixteen -
Oh Seven krijgt enkele jaren na de
opnames door CNR 3 procent aan
'royalties' betaald, iets minder dan
producent Ad Kraamer. „Wij
moesten die 3 procent delen met
zeven bandleden plüs Thijs van
der Molen. Ruim negenhonderd
gulden de man, als ik het goed
heb", herinnert saxofonist Ad
Aarts (73) zich. „Wij hadden ge
woon een hoop plezier, waren niet
met dat soort zaken bezig. Toen
Clemens en Louk met dat liedje
kwamen, vonden wij dat leuk
maar hadden niet in de gaten dat
het zo'n hit zou worden."
„We namen snipperdagen op
voor de opnames, regelden een
bus als we naar Op Volle Toeren
gingen", vult Jan Bakx (banjo) aan.
„Wisten wij boertjes veel. Aan de
andere kant betaalde CNR dingen
voor ons, zoals promotie voor ra
dio en televisie. Daar is geen boek
houding van bijgehouden. Maar
wij hadden wel een mooie tijd."
Zo denkt ook Thijs van der Mo
len erover. Hij zegt dat hij aan
rechten en royalties van het liedje
en de platen 'nooit ene gulden'
heeft ontvangen. „Heb ik mij niet
mee bezig gehouden. Ben zo
slecht met geld. Maar ik heb er wel
naam mee gemaakt en er veel be
taalde optredens aan over gehou
den. Nog steeds. Iedereen wil het
nog horen. Want los van alle ge
doe: het is en blijft een geweldig
nummer. Nog steeds de mooiste
ode aan Brabant ooit geschreven."
daar waren wij met ons liedje heus
niet uniek in. Dat is veel anderen
in deze business overkomen."
Varossieau pakt de tekst er nog
eens bij. „Wij schreven oorspron
kelijk: Het leven is goed in het Bra
bantse land. Van het woordje 'het'
heeft Kraamer 'm'n' gemaakt.
Klinkt beter, zei hij. Wij akkoord.
Niet wetend dat hij daarmee ook
één van de tekstschrijvers werd en
een deel van de rechten zou krij
gen. Met één woordje. Volgens de
regels mag dat. Wij hebben ons la
ten inpakken."
ooit publiekelijk dat hij aan 'dat
carnavalsliedje' van Duijnstee, Va
rossieau en Nuyten 'een kleine
auto had overgehouden'.
Producent Ad Kraamer betwist
dat Het leven is goed... is ingepikt en
betoogt dat iedereen het geld heeft
gehad waar hij recht op heeft. „Ik
ben veertien jaar bestuurslid van
Buma/Stemra geweest, dus... Ik
zeg niet dat Duijnstee bewust pla
giaat pleegde; wij dachten zelf
eerst ook dat het een oorspronke
lijk werk was. Toen ik Mijn Brabant
had gehoord, wist ik genoeg: de
melodieën leken wel erg op elkaar.
Daarom is broeder Laetantius als
componist gehandhaafd en kwa
men de anderen en ik er vanwege
de bewerkingen bij."
Componist Clemens maakt zich
38 jaar later nog eens kwaad.
„Kraamer is meer dan eens op zijn
vingers getikt omdat hij schrijvers
en artiesten kunstjes flikte. Veran
derde één noot en schreef zichzelf
er dan bij als componist om mee te
delen in de rechten. Dat heeft hij
bij mijn arrangement ook gedaan.
Erger nog: hij verving in officiële
papieren mijn naam zonder enig
overleg door die van broeder Lae
tantius. Met als gevolg dat ik nooit
geld heb gezien. Van zó'n succes
nummer!"
zaterdag 27 mei 2017
ZV
Thijs van der Molen, zanger
Clemens Duijnstee, componist