'IK WIL HELEMAAL NIET DOOD, MAAR ER WAS EEN STEM IN MIJ DIE MIJ DOOD WOU' Adriaan van Dis loopt de lokaliteit van zijn keuze binnen en kiest een tafeltje bij het raam. Gorssel, in de schaduw van MORE, het museum voor realistische kunst. Achter hem legt een viertal lo kaio's een biljartje. Een tafeltje verderop zit een vrouw die hem herkent. „Hé, een bekende kop", zegt ze op gedempte toon en met een grote glimlach. Van Dis woont hier in de buurt. Al zeven jaar, sinds zijn vertrek uit Parijs. „Ik heb nog nooit ergens zo lang gewoond als hier." Hij woont er alleen. De vrouw die hij al ruim dertig jaar liefheeft, is gebonden, maar hij wil geen ander. Hij bestelt koffie en even later een bal gehakt. „Met mosterd, graag." Hij lijkt opgewekt. Toch zegt hij: „Ik zie op tegen dit interview." Het leven heeft Adriaan van Dis een tijdlang niet toegelachen. Hij wil het niet groter maken dan het is, maar hij kan er ook niet omheen. Sporen van die moei lijke periode zijn terug te vinden in zijn roman In het buitengebied. Dit is zijn eer ste boek na Ik kom terug, de autobiogra fisch getinte roman uit 2014 waarin hij, na haar overlijden, over zijn moeder schreef. Hij kreeg er de Libris Literatuur Prijs voor toegekend. „Ik heb een talent voor eenzaamheid, dat had ik als kind al. Ik ben graag alleen. Maar nu ben ik een tijd heel somber ge weest en begon er in dat alleen-zijn iets te knagen waar ik veel last van had. Dat heb ik verwerkt en ik heb het bevochten. Dit boek is het resultaat van een strijd. Ik heb het boze waar ik tegen heb gevochten in een boek gezet en dat is nu dicht geslagen. Het is opgeborgen." „Neuh, maar mensen die de hele dag lachen, dat is veel erger. Stel dat ik de hele dag zou lachen als de heer Rutte, daar word je somber van." „Ik denk dat het begon na het schrijven V Uw nieuwe boek gaat over eenzaamheid. Bent u nu ook van de somberheid af? Toch klinkt het serieus. U was niet somber, maar u werd het. 101 zaterdag 20 mei 2017

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 64