I De ruïnes onthullen een rijke cultuur, die niet onderdoet voor die van de l ^vptenaren egen het middaguur glijden de witte cruiseschepen een voor een geruisloos de baai van Santorini binnen, een kielzog naar de horizon trekkend in het donker blauwe water van de Middellandse Zee. Na het ankeren ontstaat rond de sche pen een druk verkeer van kleine scheep jes die de ongeduldige passagiers naar de wal brengen. Vanaf het hooggelegen hoofdstadje Fira lijken het modelbootjes, bestuurd door een onzichtbare jongens hand. Eenmaal voet aan land laten som mige passagiers zich door de kabelbaan 300 meter naar boven voeren, anderen beklimmen de trap met 587 treden. Een enkeling kiest voor transport per ezeltje; avontuurlijk, maar oncomfortabel. In de smalle, bochtige straatjes van Fira dolen de toeristen een paar uur rond, op zoek naar souvenirs, een hapje, een drankje, een ijsje. Wat ze ook doen en hoe ze er ook komen, de toeristen willen alle maal de troef van Santorini zien: het spectaculaire uitzicht over de baai, een enorme vulkaankrater waarvan één wand lang geleden is ingestort. Adembenemend is de blik in de diepte langs de steile rood-bruin-zwarte rots wanden, met ontelbare witte huisjes er schots en scheef tegenaan geplakt. Het wit is door spekt met het blauw van privézwembad- jes en de koepeltjes die het handelsmerk van het eiland vormen. Santorini, in de hele wereld bekend als toeristische trekpleister, verbeeldt perfect de droom van een authentiek Grieks eilandje waar de tijd heeft stil gestaan. Alles is erop gericht de toeristen de illusie te bieden dat zij hier een unieke ervaring beleven. In werkelijkheid zijn de meeste van die pittoreske huisjes en straatjes pas verrezen na de laatste grote, alles ver woestende aardbeving van 1956. Sinds een jaar of dertig is Santorini vooral een geoliede toeristische machine, die jaarlijks 800.000 bezoekers uit alle landen van de wereld verwerkt. De meesten blijven hangen in Fira, waar ze op een terrasje zonder morren SUN meer dan 5 euro betalen voor een lauwe cappuccino en een blik in de diepte. Slechts een enkeling waagt zich aan de steile klim naar het hoogste punt; een halfuur stevig doorstappen, maar de moeite waard. Al na een paar honderd meter wordt het rustig op het met keien geplaveide voetpad langs de vulkaan- wand. Bijna alle huisjes zijn er in gebruik als pension, de meeste met een zwem badje en een terras met ligstoelen. Gasten in badkleding zijn verdiept in een boek of staren naar het scherm van hun mobieltje. Boven heerst een diepe, lome, hete stilte. Het uitzicht is er weidser, de hemel hoger, het blauw van de zee intenser, het wit van de huisjes beneden helderder. Een Griekse vlag wappert in de wind, een cruiseschip in de baai laat zijn scheepshoorn klinken - tijd voor de passagiers om terug te keren aan boord. tiri, in het zuiden, trekken weinig toeristen. Toch herbergen de ruïnes een van de grootste raadselen van de geschiedenis: een hoogstaande bescha ving die 3500 jaar geleden van de ene op de andere dag verdween. Na dik zestig jaar graven heeft de stad, die eeuwen bedolven lag onder de lava, nog maar een fractie van zijn geheimen prijsgegeven. Zelfs de naam is onbekend. De bebouwing wordt beschermd door een afdak. In de straten, tussen de ruïnes, De opgravingen bij het dorpje Akro- 481 zaterdag 20 mei 2017

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 102