i
kroniek
Wekelijks schrijft
Hugo Borst over zijn
moeder, die aan
alzheimer lijdt.
Hij kan haar even
niet bezoeken.
Dichterbij mijn moeder was
ik alleen als ongeborene en
als baby. Langzaam maar
zeker laat een kind zijn
moeder los. De een is 16
als hij uitvliegt, de ander 26. Er zijn
er natuurlijk bij die nooit helemaal
zelfstandig worden. Ik was eerder 26
dan 16. Misschien was ik al 32 toen ik
de denkbeeldige navelstreng niet
meer voelde knellen.
Na de dood van pa in 2008 werd ik
vaker naar mijn moeder gedreven.
Een denkbeeldige navelstreng was het
niet die me naar haar voerde. Het was
medeleven, liefde, ik moest mijn vader
een beetje zien te vervangen, een on
mogelijke opgave trouwens. Zo goed
als ik kon verlichtte ik haar eenzaam
heid en blies wat leven in het apparte
ment. Ik speelde cd's, ik zette de tv
aan, ik gooide een brokje naar de kat.
Ma zuchtte meer dan dat ze lachte.
Ze was een zwarte weduwe zonder
zwarte kleding aan. Ze haalde gelukkig
graag herinneringen op aan haar echt
genoot, mijn vader. Zo schoot ze toch
nog in de lach, want pa was een blij
moedige man die van geintjes hield.
Ik haalde ma ook weieens op om
naar het ziekenhuis te gaan, want
haar klachten namen toe. Of ik be
sloot een rondje door Crooswijk te
gaan rijden. Ik bezocht met ma een
jeugdvriendinnetje, maar die dame
was haar geheugen aan het verliezen.
Meestal dronk ik op de Robert
Kochplaats gewoon een kopje
Senseo-koffie en daarna schonk
ik een glas wijn in. Zelfs als de wijn
behoorlijk goed was, smaakte die
ma niet. Logisch, mijn vader zat
niet meer te lezen aan de tafel.
Deze kroniek schrijf ik trouwens
in Barcelona, waar mijn vrouw en ik
ons vergapen aan Gaudi. Picasso - ik
heb het weer geprobeerd - doet me
niks. 's Avonds herlees ik Remco
Camperts Het leven is vurrukkulluk,
een van de eerste literaire boeken
die ik uit ma's heilige boekenkast
pakte. Denk dat ik 15 was.
In Barcelona - we moesten er echt
eventjes uit - ervaar ik geen schuld
gevoelens omdat ik niet bij ma op
bezoek kan. Ik denk wel aan haar.
Dat ze nooit in deze prachtige stad
geweest is met mijn vader bijvoor
beeld. Vreemd. Ze bezocht wel Parijs,
Londen, Lissabon en Florence.
Geen schuldgevoelens. Nee. Ze is
in goede handen bij de verzorgenden,
en ze krijgt visite van mijn broer,
mijn schoonzus, hun kinderen en
mijn achternicht Odette.
Mist ze mij? Ze weet nog wie ik
ben. Vorige week zei ze uit het niets
mijn naam.
Overmorgen bezoek ik ma weer. Ik
zou haar Ach, moedertje kunnen laten
zien en proberen uit te leggen dat ik
nog een boek over haar (dementie)
heb geschreven. Anderhalfjaar gele
den deed ik dat ook. Ze keek naar het
boek, ze las die twee letters, Ma, ze
begreep het. Ik denk niet dat ze nu
nog snapt wat een boek is. Vorige
week sneed ze met haar mes een glas
doormidden. Snijdende bewegingen.
Het lukte niet. Gelukkig frustreerde
het haar totaal niet. <1
E Reageren?
magazine
@persgroep.nl
Barcelona
WG
magazine 31