y
'Vanaf 10 jaar gaan
moeders hun grip
verliezen. Dat valt
sommigen zwaar'
et is vroeg. Te vroeg. Je hoort ze in de
keuken scharrelen. Mmm. Moederdag.
Ontbijt op bed. Warme croissantjes.
Plakje kaas. Verse jus. Mmm.Die oven.
Die allesverzengende oven. Dat mes.
Dat blinkende gekartelde mes. Die
brakke citruspers waar je vorige week
nog bijna je eigen ringvinger in aantrof.
Als je bij het krieken van Moederdag
al stijf van de zenuwen in je bed zit, als
je het liefst naar de keuken zou draven,
het mes uit de handen van je kinderen
grissen, het eitje zeifin de sissende boter
gooien, dan heb je waarschijnlijk een
Toslaatprobleempje'.
Een probleempje dat - sorry - zomaar
eens tot een dik vet issue kan uitgroeien.
Zo'n issue zelfs, dat datzelfde kokkerel
lende kind zich later tegen een fikse
uurprijs op de sofa van een of andere
dokter Rossi moet verschansen. Om zich
over jou te beklagen. Jawel. Die o, zo
goedbedoelende, maar ondertussen
o, zo verstikkende slash dominante
slash overbezorgde moeder.
Want, tja, het grote loslaten: de meeste
moeders weten dat het moet, maar vin
den het bij tijd en wijle moeilijk. Pijnlijk.
Misschien zelfs tegennatuurlijk. Als ze
hun jammerende baby voor het eerst
bij de crèche moeten achterlaten. Als ze
hun kind in zijn uppie naar school zien
fietsen. Als ze hun puber ('Dikke doei!')
met een toilettas vol condooms richting
Sunny Beach zien vertrekken. Dan doet
het gewoon au.
Waarom loslaten toch moet: dat willen
Marjan de Bil (kinder- en jeugdpsycho-
loog), Marion Eikelenboom (familie
therapeut) en Else-Marie van den
Eerenbeemt (familietherapeut) graag
nog eens uitleggen. Maar ze zeggen ook:
honderd procent Tos' is een illusie. Van
den Eerenbeemt: „Moeders zullen altijd
op een of andere manier een rol blijven
spelen in het leven van hun kinderen.
Ze zijn de onuitwisbaren. Ze kunnen
ook weer belangrijk zijn als er klein
kinderen komen."
Is het lastig te bepalen wanneer kinde
ren aan meer vrijheid toe zijn? Nee, niet
echt, zegt Eikelenboom. Kinderen geven
het namelijk zelf haarfijn aan. „Het be
gint natuurlijk allemaal met de beruchte
nee-fase. Naderen kinderen de 2, dan vra
gen ze nadrukkelijk om meer ruimte. Ze
willen zelf lopen. Zelf eten. Zelf de trap
opklimmen. Het enige wat ouders dan
hoeven te doen is naar ze luisteren."
Die 'peuterpuberteit' is
volgens Eikelenboom
doorgaans niet zo'n
opgave. „Ik denk dat
de meeste ouders
het dan niet
zo moeilijk
vinden om
hun kind wat
meer los te
laten. Ze vinden het wel leuk dat hun
kind iets zelfstandiger wordt, iets
meer kan, want het blijft lekker
dichtbij. Verder dan de achter
tuin gaat het allemaal niet."
De '10-fase' is voor moeders een stuk
lastiger. De Bil: „Dan begint het echte
loslaten pas. Met 10 jaar wordt de wereld
van kinderen groter. Ze krijgen een mo
biel, mogen alleen naar school en op
eigen gelegenheid naar vriendjes. Dat is
het moment waarop moeders hun grip
wat verliezen en dat valt sommigen
zwaar."
De vuurproef, natuurlijk: de
puberteit. De Bil: „Net als de
peuterpuberteit is de echte
-Marjan de Bil
281 zaterdag 13 mei 2017
WG