t
„Het was de laatste jaren al Moederdag
zonder mijn moeder. De moeder zoals
ik me die herinner. Dat ze er nu fysiek
niet is, is wel gek. En ook moeilijk."
„Nee, nee, verlost, zo voel ik het niet. We
hadden het goed geregeld. De verzorging
werd door professionele verpleegsters
gedaan, zodat wij ons echt konden beper
ken tot de leuke dingen, voor zover dat
nog mogelijk was. Op het laatst kon ze
niks meer. Maar iets daarvoor zat ik naast
haar en reageerde ze op wat ik zei. Gaf
ze me een hele grote glimlach. Eentje
van herkenning. Contact, daar doe je
het voor. Daar kon ik dan weer even
op voort."
„Die gedachte probeerde ik niet toe te
laten. Dat is het allermoeilijkst: datje
moeder je niet meer herkent. Maar ik
heb altijd het idee gehad dat als John of
onze kinderen er waren, dat ze dat toch
wel voelde, dat het vertrouwd was, dat
het eigen was. Maar misschien heb ik
me dit een hele periode wijsgemaakt.
(Even stilte.) Ik heb mijn demente
moeder nooit als last ervaren."
„Weet je, ik hoefde haar niet aan te kle
den, te verzorgen, te eten te geven. Het
loodzware deel werd door professionals
gedaan, door hele lieve vrouwen. John,
ik, de familie was er voor aandacht en
liefde. Dus het was niet dat er na haar
dood een last van me afviel. Ik kan me
wel goed voorstellen dat mantelzorgers
ook opluchting kunnen voelen, omdat je
een deel van je eigen leven terugkrijgt."
„Dat heb ik ook vaak gedacht als ik naar
huis reed. Word maar niet meer wakker,
want het is niks meer. Maar toen het ge
beurde, vond ik het alleen maar heel erg."
„De dokter zei dat het niet lang meer
zou duren. Toen spraken we af dat er
steeds iemand bij haar zou slapen.
Johnny nam de eerste nacht, de tweede
was voor mij. Maar zo ver kwam het niet.
Johnny was erbij en dat vind ik een fijne
gedachte. Dat haar kleinzoon de laatste
was die ze gezien of gevoeld heeft. Ik
kwam 's ochtends kwart over 9 binnen.
Johnny zei: 'Ze is echt net overleden.'
Heel even dacht ik: als ik nou een halfuur
eerder van huis was gegaan.Maar het
was goed dat Johnny er was. Ach, ze was
zo dol op hem."
„Ik zag mijn oude moeder weer. De
dementie was eruit. Vanaf het moment
dat mijn moeder overleed, was ze weer
de moeder uit mijn herinnering."
„Ik was een jaar of 10. Op school was ik
vergeten een vakje open te laten in mijn
schrift. Heel onbelangrijk, maar de juf
was woedend, trok me aan mijn haar de
klas door, schudde me heen en weer.
Mijn haren zaten in haar hand. Toen ik
overstuur thuiskwam, is mijn moeder
naar school gegaan. Nou, die juf heeft
me nooit meer een strobreed in de weg
gelegd. Mijn moeder heeft me vaak gered.
In de voorbereiding op haar uitvaart had
den we het alleen maar over dat soort
anekdotes. We dachten terug aan haar
vóórdat ze alzheimer kreeg. Dat vond ik
fijn, want het was een lange, zware klote
periode. Vier, vijfjaar heeft het geduurd."
et is de eerste Moederdag zonder
je moeder.
Ben je niet ook verlost? Je moeder
had alzheimer, een gemene ziekte.
Misschien dacht ze op dat moment
wel dat jij haar moeder was.
Hoe zwaar is mantelzorgen?
Ik gun mijn moeder een kalme dood.
Als ik bij ma ben geweest denk ik
vaak dat het beter is als ze die nacht
in haar slaap zal sterven.
Wasje bij haar laatste ademtocht,
in december?
Hoe is het om je moeder dood
te zien?
Kom eens met een herinnering.
101 zaterdag 13 mei 2017