BUITEN
Vuistbijl uit
Steentijd
11
Grenzen vervagen in de
Clingse bossen. Als we
het smokkelaarsspoor
volgen, passeren we de
dodendraad. Spanning
staat er nu niet meer op.
Wel gaat bij aanraking
een flinke sirene af.
Halverwege de wandeling trilt
mijn telefoon. 'Welkom in
België'. Tien minuten later
springt het mobieltje weer op Neder
lands netwerk, om een kwartier later
weer een sprong te maken. Grenzen
vervagen in de Clingse bossen.
We wandelen vandaag in het spoor
van de smokkelaars van jaren gele
den, in een gebied waar Nederland
en België elkaar kussen. Door de bos
sen van Clinge en het Stekense Stro-
persbos, dat zijn naam niet aan de
stropers maar aan de eigenaren van
het stuk natuur dankt, de familie De
W Langs deze
grens stierven
honderden
mensen door
elektrocutie.
Ondanks het
bord dat voor
hoogspanning
waarschuwt
Stroper. Hoewel stropers en smokke
laars de bossen wel jarenlang ge
bruikten om hun producten de grens
over te krijgen.
Dat is in 2015 interactiefin beeld ge
bracht in de Clingse bossen, die we
vandaag intrekken via het Klings-
poor.
Eigenlijk is het een fietspad, dat ook
zeer geliefd is bij wandelaars en fiet
sers. Het symboliseert de voormalige
spoorlijn die van Mechelen naar Ter-
neuzen liep.
Lijn 54 ging in 1951 tussen Hulst en
Terneuzen uit gebruik, een jaar later
gold dat ook voor het stuk tussen
Sint-Niklaas en Hulst. Hier en daar
zijn nog resten van de spoorlijn te
vinden als je door de 450 hectare
Clingse bossen loopt.
Via het Klingspoor fiets of wandel je
zo van Hulst naar Sint-Niklaas. Bij
het verlaten van de Clingse bossen,
kom je bij het oude stationnetje van
De Klinge, waar nog een treinwagon
staat.
Honderd meter verderop ligt dat an
dere aspect dat dit grensgebied zo
boeiend maakt; de Dodendraad. En
kele jaren geleden weer in ere her
steld en opgebouwd als herinnering
aan de mensen die er stierven tijdens
de Eerste Wereldoorlog. De draad
diende ertoe de vele smokkelaars van
voedsel tussen Nederland en België
te stoppen. En met succes. Want wie
de hoogspanningskabel aanraakte,
kreeg 2000 volt door zijn lichaam.
Langs de gehele grens stierven hon
derden mensen door elektrocutie.
Ondanks het waarschuwingsbord
met de tekst 'Hochspannung, Le-
bensgefahr', dat bij de opgekalefa
terde draad hangt.
Spanning staat er nu niet meer op.
Bij aanraking van de staaldraden gaat
er wel een flinke sirene af. Die is te
horen tot ver in het Stropersbos, waar
we onze laatste stappen van deze
wandeling zetten en waar het we
melt van de vrolijk springende konij
nen.
De geur van nat, soms rottend hout
gaat er naadloos over in het zomer-
achtige parfum van witte en roze
bloesem. En het gefluit van de vogels
verdwijnt langzaam in het gedreun
van rammelende vrachtwagens die
over de N290 door Kapellebrug razen.
We lopen geruisloos van het Stro
persbos de Clingse bossen weer in.
Wie de tocht in het grensgebied
maakt, leert dat dat niet altijd een si
necure is geweest.
UIT DE ZEEUWSE KLEI
Ruim 25 jaar geleden vond
een particulier tijdens het
pierensteken een bijzonder
voorwerp op de slikken bij natuur
reservaat de Schelphoek onder Se-
rooskerke op Schouwen. Onder
zoek bij de SCEZ wees uit dat het
een vuurstenen vuistbijl uit de
Oude Steentijd was. De bijl is 17,5
centimeter lang met een grootste
breedte van 9 centimeter en een
grootste dikte van 4,8 centimeter.
Hij is aan weerszijden bewerkt en
heeft een lichtbruin patina, dat is
ontstaan door langdurig verblijf in
de bodem. De oorspronkelijke
kleur was lichtgrijs, afgaande op
een kleine recentere beschadiging.
Gezien het type dateert de
vuistbijl mogelijk uit een warme
fase van de voorlaatste ijstijd,
100.000 a 150.000 jaar geleden, en
is daarmee het oudste werktuig
dat ooit in Zeeland is gevonden.
Ongeveer 40 kilometer ten westen
van de vindplaats zijn van de bo
dem van de Noordzee eveneens
enkele vuistbijlen opgezogen,
maar die zijn kleiner en vermoe
delijk ook jonger.
In de Oude Steentijd zwierven
in onze streken Neanderthalers
rond, de voorlopers van de mo
derne mens. Ze zullen vuistbijlen
hebben gebruikt voor het slachten
van grotere zoogdieren, zoals
mammoeten en wolharige neus
hoorns. Ongeveer twee miljoen
jaar geleden ontstond door rivier
erosie een brede geul, de Vallei van
Zeeland. Deze omvatte ruwweg de
huidige Oosterschelderegio. Kud
des mammoeten, steppewisenten
en andere grote diersoorten liepen
op de grasvlaktes rond. Het ge
nootschap Kor en Bot organiseert
eens per jaar een tocht op de Oos-
terschelde om met een mosselkot-
ter fossielen van deze prehistori
sche beesten op te vissen. Daarbij
zijn de afgelopen decennia grote
aantallen faunaresten omhoog ge
haald. De bodemlagen waaruit de
vuistbijl afkomstig kan zijn, liggen
enkele tientallen meters dieper
dan het slikniveau. Vermoedelijk
is de vuistbijl dus opgevist uit de
slikken van de Hammen.
iint Jansteen
"a"^KHngspoor f
De Klinge
Kapellebrug
woensdag 26 april 2017
GO
Geur van nat hout
Bob Maes
Een wekelijkse
wandeling door
Zeeland. Vandaag:
de Clingse bossen
Tweewekelijkse rubriek over ar
cheologische vondsten in Zee
land door Stichting Cultureel Erf
goed Zeeland (SCEZ)
Hans Jongepier
▲Vuistbijl uit de Oosterschelde
bij de Schelphoek.
FOTO HANS JONGEPIER
De Dodendraad. foto'scamileschelstraete
iostraat
Roskamstraat
lm
Wandelknooppunt.