1 Column I De uitvaart van een buurtgenoot doet Monica denken aan andere momenten van afscheid nemen. Ze is er niet goed in. IK KEN JE VADER NIET EENS ECHT, EN IK STA HIER TE HUILEN EN JIJ NIET' et was eerder een feestje dan een uitvaart. Een groot glazen paviljoen, een menigte waar je je doorheen moest wringen en in zwart geklede jongens en meisjes die respectvol hun dienbladen aan je voorhielden. Een buurtgenoot was plots overleden. We - twee vriendinnen en ik - kwamen om zijn dochter te con doleren. Onze kinderen zitten bij elkaar in de klas. Het was ook als een feestje bedoeld, hoorde ik de dochter zeggen, toen we bijna aan de beurt waren voor het condo leren. Een feestje om het leven van haar vader te vieren. Ik keek naar haar. Ze hield zich goed, zoals ze dat noemen. Meer dan goed eigenlijk. Zij was het die voor iedereen een bemoedigend woordje had, een arm op de schouder. Ik ben niet goed in begrafenissen - wie wel eigenlijk? Het verdriet slaat op me neer. Stuur me naar een willekeurig afscheid en ik huil. Om de pijn die ande ren voelen, of in ieder geval die ik denk dat ze voelen. Ooit moest ik voor mijn werk naar de crematie van een jongetje. Gedood door een voorbijrijdende man nadat hij samen met vriendjes sneeuwballen naar zijn auto had gegooid. Ik hoor de oerkreten van zijn moeder nog, zie hoe ze zich op de kist werpt, om nog één keer zo dicht mogelijk bij haar zoontje te kunnen zijn. Ik was een week van slag. Als wij aan de beurt zijn, bijt ik heel hard op de binnenkant van mijn lip. Niet huilen, niet huilen, niet huilen. Maar ik kan het niet tegenhouden. „Sorry", zeg ik gegeneerd, „ik ken je vader niet eens echt, en ik sta hier te huilen en jij niet." Ze glimlacht naar me. „Dat is helemaal niet erg", en wrijft over m'n arm. „Ik heb de hele week al zoveel mensen getroost, jij kan er echt ook nog wel bij. Het is fijn dat je er bent." We geven haar een knuffel en maken ruimte voor de volgende in de rij. Terwijl we nog even een drankje drin ken en een bitterbal eten (het is echt een beetje een feestje) denk ik aan de begra fenis van mijn eigen vader. Zo veel men sen als deze zeventiger nog om zich heen had, heeft mijn vader zijn hele leven niet gekend. Hij was niet zo sociaal. Gek genoeg was zijn crematie waarschijnlijk het afscheid dat ik nog het beste ben doorgekomen van alle uitvaarten waar ik ooit ben geweest. Ik kwam uit m'n woorden, was niet overmand door emotie, heb met veel mensen een praatje gemaakt. Misschien is dat wel wat je doet, als rouwende familie. Druk zijn met anderen troosten, zodat je even niet aan je eigen verdriet hoeft te denken. 41 Van slag Monica Beek is journalist en heeft twee dochters. H Reageren? monica@ persgroep.nl 61 zaterdag 8 april 2017

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 61