Congregatie
maakt de
balans op
ZEELAND 25
Voor alle SCJ'ers
was praktische
inzet altijd
vanzelfsprekend
dienst te stellen van anderen, op al
lerlei manieren."
„Je kunt je wel af vragen of we
voldoende nagedacht hebben over
wat we als congregatie nou precies
wilden", zegt De Vries. „Wij waren
vooral doeners, en niet zozeer den
kers. We pakten alles aan, dat lijkt
sympathiek, maar was niet altijd
verstandig. Kijk naar onze inzet in
Finland bijvoorbeeld. Volslagen
onlogisch, onze missionarissen
wilden naar Sumatra, naar Congo,
niet naar Zweden of Finland. Daar
zijn echt mensen stukgelopen. Na
too jaar SCJ telt Finland 12.000 ka
tholieken, veelal immigranten, Po
len, Vietnamezen."
Volgens Marieke Smulders wa
ren het vooral diplomatieke rede
nen, waarom SCJ naar Scandinavië
trok: „Begin 20ste eeuw was er veel
concurrentie tussen de congrega
ties. Kijk, als ze eens ergens een
nieuw kleinseminarie wilden,
moest daar wat tegenover staan om
Rome gunstig te stemmen. Zo
werkte het."
Sommige SCJ'ers slaagden erin
kansarme jongeren een ander per
spectief te geven, zegt Marieke
Smulders, die voor het boek met
vele congregatieleden sprak en
tientallen meters historische docu
menten doorspitte in diverse ar
chieven. „Zo'n Cor van der Peet bij
voorbeeld, musicus en componist,
liet jongens kennis maken met mu-
Nu gemeenschappen van paters,
broeders en zusters in Nederland in
rap tempo verdwijnen, maakt een
aantal congregaties de balans op,
bijvoorbeeld in de vorm van een
wetenschappelijk boek.
Ook de Priesters van het Heilig
Hart van Jezus (SCJ, Sacerdotes a
Sacro Corde Jesu) kwamen rond
het honderdjarig bestaan in 2011
op dat idee. Historica Marieke
Smulders kreeg van de SCJ'ers de
schrijfopdracht en onlangs zag dat
boek het licht: Midden tussen de
mensen. Een eeuw Nederlandse
provincie van de Priesters van het
H. Hart 1911 - 2011. (Uitgeverij
Valkhof Pers Nijmegen)
In West-Brabant hadden de
SCJ'ers een kleinseminarie (Juve
naat H. Hart in Bergen op Zoom) en
een grootseminarie (Liesbosch,
Breda). Daarnaast zetelde het con-
gregatiebestuur tot een paar jaar
geleden in het centrum van Breda.
In 1961 telde de congregatie in
Nederland 816 leden, in 2011 nog
een kleine honderd, nu zestig.
In totaal zond de SCJ 530 missio
narissen uit naar onder meer
Congo, Brazilië, Chili, Argentinië,
Uruguay en Indonesië. In 2016 wa
ren er nog zeventien actief in het
buitenland.
ziek en zette ze zo op een spoor dat
ze zelf nooit ontdekt zouden heb
ben. Op individueel niveau zijn
idealen wel waargemaakt. Frans
van der Hoff leeft nog steeds tus
sen de indianen in Mexico en heeft
hun handel op poten gezet door de
productie van Max Havelaarkofïïe.
Hij heeft diverse internationale on
derscheidingen gekregen."
Naast gevoelens van trots kennen
de SCJ'ers teleurstelling en
schaamte over dingen die niet goed
gingen. Ook binnen de SCJ was er
sprake van seksueel misbruik en
ook dat komt in het boek Midden
tussen de mensen aan de orde. „Het
misbruik moest uiteraard een
plaats krijgen, maar dat had best
wat voeten in de aarde", zegt de
schrijfster. „Hoe doe je recht aan de
slachtoffers én aan de SCJ'ers die
het wél goed deden? 'Gelukkig' was
er het rapport van Deetman waarin
ik inzicht kreeg. Dat gaf meer con
text waardoor ik ook in kon gaan op
hoe het zo ver kon komen."
Bij de commissie-Deetman die
het misbruik in de rk kerk onder
zocht, kwamen 38 meldingen over
de SCJ binnen; alleen al bij jon
gensinternaat St. Josef in Heer bij
Maastricht gingen zestien paters en
broeders de fout in: variërend van
ongewenste betastingen tot meer-
malige verkrachting. Of dit aantal
klachten klopt, is volgens Deetman
nog maar de vraag, omdat dossiers
van overleden paters en broeders
vermoedelijk werden ontdaan van
stukken met negatieve informatie
over hen.
Het bestuur van de SCJ is altijd
op de hoogte geweest van 'onver-
kwikkelijke zaken' op de interna
ten, stelt Marieke Smulders in het
boek.
'Plegers van misbruik werden
veelal overgeplaatst naar plaatsen
waar ze geen gevaar meer konden
vormen voor de jeugd. Die werk
wijze was bedoeld om de schade
voor de congregatie te beperken en
was niet of nauwelijks gericht op
de belangen van de slachtoffers.
Dat is volgens onze huidige inzich
ten niet te begrijpen.'
Dat het boek over 100 jaar SCJ pas
nu verscheen, heeft niets met de
misbruikaffaires te maken, zeggen
De Vries en Smulders. De Vries:
„We hebben niet gedacht: we moe
ten de publicatie uitstellen of bang
zijn voor het onderwerp misbruik.
We zijn gewoon te laat op het idee
gekomen. De opdracht om een fei
telijk overzicht van 100 jaar SCJ te
schetsen mét daarin menselijke
verhalen én de nodige diepgang,
was bijna een onmogelijke. Maar
Marieke is er wat ons betreft heel
goed in geslaagd.
zaterdag 8 april 2017
Marieke Smulders, schrijfster
Het oude Juvenaatgebouw in Bergen op Zoom werd in 1993 gesloopt. De school, rk gymnasium, be
staat nog steeds en werd ondergebracht in een nieuw gebouw op hetzelfde terrein, het is een belang
rijke erfenis van de paters SCJ. De school werd gesticht rond 1900 als kleinseminarie van de toen nog
jonge congregatie. In de jaren zestig en zeventig werd het een zelfstandig gymnasium, omdat er geen
behoefte meer was aan een internaat voor aankomende priesters. Op de foto Paul de Vries (r) en de
intussen overleden oud-rector Koos de Raaij.
Een orkest met fraters op het grootseminarie Liesbosch in Breda.
X!ZtX