'ER IS
HELEMAAL
GEEN
RUIMTE
VOOR SPIJT.
WE ZEIDEN
METEEN: WE
GAAN ER
TEGENAAN'
Sommige mensen
bekijken ons
mei argwaan
Nu hadden we opeens weer een kind om
voor te zorgen. Dat zette ons leven op
zijn kop."
Bittere gevechten
Eén ding stond vast: onder geen beding
mocht Lucas terug naar zijn moeder. Die
rolde van de ene relatie in de andere, had
psychische problemen en kon niet voor
haar zoon zorgen. Lucas was het beste af
bij zijn familie, vonden zijn grootouders.
Aanvankelijk leidde dat tot bittere ge
vechten met de instanties, vooral Jeugd
zorg. Uiteindelijk kregen Jos en Bep de
officiële status van pleegouders.
Door de problemen die ze ervaarden,
besloot Jos zich aan te sluiten bij de
stichting Belangenbehartiging Pleeg-
grootouders Nederland. Hij is er inmid
dels secretaris en bemant de telefoni
sche hulplijn. Pleeggrootouders kunnen
hem bellen. Jos reikt praktische oplos
singen aan, en biedt vooral een luiste
rend oor.
Officieel zijn er 4.500 pleeggrootou
ders in Nederland, waarschijnlijk zijn
het er veel meer. Zeker als je de Suri
naamse, Turkse en Marokkaanse
grootouders meerekent, voor wie het
opvoeden van een kleinkind normaal is.
„Pleeggrootouders zijn een vergeten
groep", zegt Jos. „Ze lopen tegen allerlei
praktische problemen aan. Zo kunnen
wij bijvoorbeeld geen spaarrekening
openen voor Lucas, omdat wij officieel
wel pleegouders zijn, maar niet het
ouderlijk gezag hebben. Dat ligt bij zijn
voogd van Jeugdzorg. Zo zijn er tiental
len grote en kleine hindernissen die het
pleeggrootouders moeilijk maken om te
doen wat ze het liefste doen en wat ze
als hun plicht zien: hun beschadigde
kleinkind een warme en veilige opvoe
ding geven."
Confronterender dan praktische pro
blemen is de reactie van de buitenwe
reld op de grootouder die zijn kleinkind
opvoedt. Jos: „De meeste mensen vin
den het fantastisch wat we doen, maar
we krijgen ook negatieve reacties. Men
sen bekijken ons met argwaan; een
oudere man met zo'n klein kind, daar
zal wel iets mee aan de hand zijn."
Bep: „Een vriendinnetje van Lucas
mocht niet bij ons komen spelen, omdat
haar moeder het niet vertrouwde. Een
buurman die wij al tientallen jaren ken
nen, zei dat hij het maar raar vindt dat
wij Lucas opvoeden. Nu komt hij steeds
klagen omdat onze kleinzoon lawaai zou
maken."
Zeker in het begin voelden Jos en Bep
zich op het schoolplein bekeken door
andere ouders. „Inmiddels zijn ze aan
ons gewend. We trekken ons er trou
wens ook niets van aan." Jos: „Het gaat
soms ver, hoor, dat onbegrip. Een groot
ouder die zijn kleinzoon opvoedt, ver
telde me dat hij zijn auto terugvond met
daarin de woorden 'vuile pedofiel' ge
krast. Zoiets raakt je natuurlijk enorm."
Aandacht
Lucas opvoeden is hen altijd makkelijk
afgegaan, zegt Bep. „We hadden natuur
lijk al ervaring met onze eigen kinderen.
Toch is dit anders. Onze kinderen groei
den op in een dynamisch gezin. Jos had
zijn eigen zaak, ik mijn werk als
verpleegkundige. Het was altijd druk,
er was weinig tijd voor elkaar, het ging
automatisch. Nu zijn we allebei met
pensioen en krijgt Lucas al onze aan
dacht."
Jos: „Lucas is een levendig kind dat
veel structuur nodig heeft. Dat geven
we hem. Regels zijn regels. Daar gedijt
hij bij. Maar dat betekent ook dat wij
voor hem nooit echt opa en oma kunnen
zijn. Bij opa en oma mag je namelijk al
tijd alles, bij ons niet. Opa is streng, zegt
hij altijd. Hij noemt ons wel opa en oma,
maar ziet ons niet als zijn grootouders.
Dat vind ik weieens jammer. Gelukkig
heb ik nog een kleinzoon voor wie ik
wél echt een opa kan zijn."
Hun dochter woont in de buurt. Hun
band met haar is gecompliceerd. „Lucas
ziet zijn moeder en het broertje dat wel
bij haar woont bijna elke dag. Een paar
jaar geleden heeft ze geprobeerd Lucas
terug te krijgen. Ze wilde zich rehabili
teren. We hebben daarover emotionele
gesprekken gevoerd met haar. Lucas
wilde bij ons blijven, wij wilden hem
houden. De instanties hebben ons gelijk
gegeven. Onze dochter is en blijft ons
kind. Ze is hier welkom. Maar we hou
den ons aan de beslissing die we tien
jaar geleden hebben genomen. Het gaat
ons om de toekomst van Lucas."
Soms is het moeilijk en emotioneel,
zeggen ze, omdat ze ook de jongsten niet
meer zijn en Lucas nu eenmaal een ge
bruiksaanwijzing heeft.
Maar, benadrukken ze allebei, spijt
van hun besluit hebben ze nooit gehad,
nog geen seconde. Bep: „Er is helemaal
geen ruimte voor spijt. We hebben met
een gezegd: we gaan er tegenaan. Dat
hebben we gedaan, dat doen we en dat
blijven we doen."
Jos: „Als ik gelovig was, zou ik zeggen:
de goddelijke voorzienigheid heeft
Lucas bij ons gebracht. Tegen die voor
zienigheid valt niets in te brengen. We
doen dit uit liefde voor Lucas. En die
liefde is onvoorwaardelijk." II
magazine 25