êA
1 Column I
Aan het eind van de winter wil Monica er wat frisser
uitzien. Het liefst met make-up die onzichtbaar is.
VANDAAG WIL
IK DAT ME
IETS WORDT
AANGESMEERD
Of ik misschien even wil
plaatsnemen op de kruk?
Dan laat ze zien hoe het bij
me staat. Ik stond te dralen
bij de lippenstiften en zag er
vast uit als een gewillig slachtoffer. Het
is een fuik, een verkooptruc, ik weet het,
maar soms heb ik er gewoon zin in. Dan
wil ik voor die make-upuitstalling zitten
met een dichtgeplamuurde dame naast
me die met kwastjes en potloodjes een
verbeterde versie van mezelf tevoor
schijn tovert.
Op een schaal van o tot ro, waarin o
geen make-up is en 10 de hele mikmak
inclusief wenkbrauwen die eruitzien als
stempels, schat ik mezelf in op een 3.
Een 3 die best een 4 of 5 zou willen zijn.
Ik zou graag meer make-up gebruiken
om er wat frisser uit te zien - zeker aan
het eind van de winter - alleen de pest is
dat ik niet weet hoe en niet weet wat.
Ik heb al vorderingen gemaakt, hoor.
Vroeger was ik amper een 2. Mascara
en een concealerstick tegen de rode
vlekken. Tegenwoordig gebruik ik
ook een wenkbrauwpotlood en een
gekleurde dagcrème, anders ben ik wel
erg wit. De mevrouw van de crèmes
noemde het toen 'No make-up make-
up'. Ze had gelijk. Het doet wel wat,
maar je ziet het spul zelf niet. Perfect,
hoe natuurlijker hoe beter. Te veel
poederdoos is ook zo, tja, zo panterprint
zeg maar.
Houd ik van rode tinten of meer van
roze? Hmm, rood of roze? Ik wil een
lippenstift die mooi staat, verder heb ik
er geen verstand van. De geplamuurde
dame registreert vliegensvlug mijn
onwetendheid en beslist dat het robijn
wordt. Daarna doe ik alsof het dood
normaal is dat zij mijn lippen met een
kwastje beroert en ik haar in het gezicht
adem. Ze houdt de spiegel omhoog.
'Mooi effect, hè?' Een statement eerder
dan een vraag. In dit schamele winkel
licht heeft alles een mooi effect. Er zijn
dagen dat ik dat zou zeggen, maar in
zo'n bui ben ik niet. Vandaag wil ik dat
me iets wordt aangesmeerd. Ik pak de
spiegel over, draai naar links, draai naar
rechts. Ja, knik ik. Mooi. Vijf minuten
later loop ik de winkel uit met een
robijnkleurige lippenstift in een par
mantig kartonnen tasje met een strikje
als sluiting.
De gouden houder staat me al een
paar dagen aan te kijken op het plankje
onder de spiegel, als ik besluit dat het
tijd is. Na de mascara, gekleurde dag
crème en concealer mag ook de lippen
stift meedoen. Een beetje meer, een
beetje minder, uitkijken dat het niet te
hoog zit. Ja, zo dan maar. Opgetogen
huppel ik de trap af. Misschien ben
ik vanaf vandaag wel een vrouw die
lippenstift draagt. 41
Robijn
Monica
Beek is
journalist
en heeft
twee
dochters.
SE Reageren?
monica@
persgroep.nl
61 zaterdag 18 maart 2017