/- Make The Netherlands Great Again, schrijft Geert Wilders zo nu en dan op zijn Twitteraccount. Het is een variant op de slogan van een protserige New Yorkse miljardair, in het land van doe-maar-gewoon. 'Het kan wél', klinkt uit de mond van de studentikoze Jesse Klaver ook bij lange na niet zo bezield als het origineel, het Yes we can van retorisch wonder Barack Obama. En toch menen Hollandse politici dat het een goed idee is om slogans en strategieën te importe ren uit de Verenigde Staten. Zowel DENK als de PVV volgt Donald Trumps voorbeeld en maakt de pers tot hun grootste vijand. In de geest van Obama en Hillary Clinton, en met hulp van een Ameri kaans campagnebureau, voert Jesse Klaver een zo geheten grassroots campaign, een campagne met een leger(tje) vrijwilligers, databases vol kiezersgege- vens en evenementen in gymzalen en op poppodia. En geef ze eens ongelijk. We hebben onszelf de afgelopen decennia omringd met creaties van dat innovatieve volk aan de overkant van de plas - ook al spreken we graag schande van Amerikaanse toestanden in de politiek, op tv, op straat en de arbeidsmarkt. (Als het om 'toestanden' gaat, staat Amerika immers voor oppervlakkigheid, geweld, vetzucht en moordende concurrentie.) Sinds ik in New York woon, valt me op hoeveel Amerikaanse gewoonten Nederland zich heeft eigengemaakt. We drinken meeneemkoffie uit kartonnen bekers, alsof Starbucks uit Stellendam komt en de thermoskan nooit heeft bestaan. We verkleden ons als zombie voor Hallo- ween en kopen op Valentijnsdag bijna evenveel rozen en hartjes als Amerika nen. We eten red velvet cake en bestellen maaltijden in bowls. Een van mijn vriendinnen is de cross/it-koningin van Eindhoven (ik moet eerlijk zijn: was - want ook het leven van eenfitgirl is niet zo perfect en plezierig als Instagram je doet geloven) en een andere vertelt verhalen over scrummen op kantoor. Wat dat precies is, weet ik nog steeds niet, maar het komt uit Silicon Valley. Ik krijg last van derti gersdilemma's door alle baby showers in mijn Facebook-timeline en ik kan tegen woordig ook in Nederland in sweatpants de straat op. Ooit heette dat een trai ningsbroek, een kledingstuk waarin alleen gabbers gezien wilden worden. 'Amerikaans' slaat aan, hoe hard we ook roepen dat wij Nederlanders te calvinis tisch zijn voor al die overdaad. Weddingplanners waren lange tijd niet meer dan personages in hysterische trouwshows op Nets, maar inmiddels wordt er een Nederlandse vakprijs uitgereikt. Als u twintig jaar geleden vakantie hield in Amerika, was u waar schijnlijk minstens zo onder de indruk van de dikke dames en heren in het straatbeeld als van de Grand Canyon. Zo'n groot probleem als in de VS is overgewicht in Nederland (nog?) niet, maar verbaasd zijn we niet meer als we worden geconfronteerd met zwaar lijvigheid. Gezondheidsobsessie In het kielzog van obesitas volgde de dieetindustrie - hallo, WeightWatchers - en de tegenkracht die postvatte onder een ander segment van de Amerikaanse bevolking: de gezondheidsobsessie, groot geworden aan de Amerikaanse westkust. Het duurde even, maar in middels heeft een flink aantal nuchtere Nederlanders de boterhammetjes met hagelslag verruild voor glutenvrije over night oats bij het ontbijt, en avocado met hardgekookte eieren voor de lunch. Wit, witter, witst Vijftien jaar geleden was het nog een unicum, nu kun je op honderden plaatsen in Nederland je tanden een tintje lichter laten maken. magazine 21

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 78