1
1
Als ik een logé|
lieb gehad, gaal dal
niet zo snel aan
mijn huisgenoten
voorbij
opgehangen. Als iemand ziek is, worden
er boodschappen gedaan. We hebben
een gezamenlijke rekening, waar ge
meenschappelijke zaken als internet, de
waspoeder en keukenspullen van wor
den betaald. Voor duurdere spullen zet
ten we gezamenlijk maandelijks geld
opzij. En met Kerstmis tuigen we samen
de kerstboom op.
Verstikkend vind ik het nooit. Als ik
even geen zin heb in reuring of gezellig
heid doe ik gewoon mijn deur dicht.
Met een eigen woonkamer en een aparte
slaapkamer heb ik voldoende ruimte om
me terug te trekken. Daar word ik niet
op aangesproken. En als ik me lang
genoeg in mijn isolement heb onder
gedompeld, is contact nooit ver weg.
Eerlijk is eerlijk: nadelen zijn er ook.
Hevige ruzies hebben we eigenlijk nooit,
maar er wordt weieens gemopperd. In
een woongroep wonen betekent dat
je je voortdurend moet aanpassen. Soms
doe je dat zonder erover na te denken:
dan kook je gewoon een half uurtje later
als er net iemand anders in de keuken
staat. Maar soms is dat bijstellen van je
plannen ook strontvervelend. Bijvoor
beeld als je geen schone sokken meer
hebt en de wasmachine de hele dag
bezet is. Of als het huis ineens vol zit
vanwege een etentje terwijl jij een
rotdag hebt gehad op je werk, en je
eigenlijk de energie niet hebt om je tot
mensen te verhouden. En ondanks de
mogelijkheid je terug te trekken als je
dat wilt, lever je onherroepelijk iets
van je privacy in. Als ik een logé heb
gehad, gaat dat niet zo snel aan mijn
huisgenoten voorbij. „Wie was dat?"
wordt er dan 's ochtends aan de keuken
tafel gevraagd. Toegegeven: dat zijn
vaak leuke gesprekken.
Alleenstaand
Dat raakt meteen een punt waar mijn
huisgenoten en ik het weieens over
hebben. Ik leid een prettig leven. Ik heb
leuk werk, een groot sociaal netwerk en
een heus gezinnetje. Het is natuurlijk
niet écht een gezin, maar de woongroep
ondervangt wel degelijk een hoop func
ties ervan. Soms vraag ik me af of het
daardoor komt dat ik niet zo bezig ben
met het vinden van een partner met wie
ik mijn leven wil delen. Ben ik alleen
staand en woon ik daarom in een woon
groep? Of woon ik in een woongroep en
ben ik daarom alleenstaand? Daar heb ik
het antwoord nog niet op gevonden.
Grote kans dat mensen nog vaak een
vreemd beeld hebben bij woongroepen:
er kleeft nog altijd iets non-conformis
tisch aan. Maar met ideologie of maat
schappijkritiek heeft dat tegenwoordig
niet meer zoveel te maken. Een woon
groep kan simpelweg een prettig manier
van leven zijn voor mensen die om wat
voor reden dan ook niet alleen willen
wonen.
Laatst had ik iemand op bezoek die
nog nooit in een woongroep was ge
weest. Hij vatte het mooi samen. „Eigen
lijk is het hier best normaal", zei hij. 41
magazine 25
Eigen keus
Als Gijs geen
even geen zin
heeft in reuring
of gezelligheid,
doet hij gewoon
zijn deur dicht.