1
i
i
12
INTERVIEW PRINS BERNHARD JR.
Prins Bernhard
junior werd drie
jaar geleden
getroffen door
lymfeklierkanker.
Nu hij genezen is,
doet hij iets terug.
Door het opzetten
van een fonds
en benefietactie,
maar ook door
een openhartig
interview te geven.
Ik zie ons nog zitten, tijdens
kerst, in het ziekenhuis. Geen
kerstdiner, maar een boterham
ier is het dilemma: als
het kan, probeert
prins Bernhard junior
(47) tegenwoordig
thuis te zijn voor het
eten. En vooral om
tijd met zijn vrouw,
prinses Annette, en hun drie kinde
ren door te brengen.
Natuurlijk springen de laptop of
tablet vaak nog even aan voor werk
als Isabella (14), Samuel (12) en Ben
jamin (8) eenmaal op bed liggen,
maar sinds Bernhard van Oranje ge
nas van lymfeklierkanker, gaat hij be
wuster om met de tijd die hij en zijn
naasten hebben. „Ik had er vroeger
niet altijd evenveel zin in om de kin
deren op bed te leggen. Nu begrijp ik
hoe bijzonder het is dat je tijd samen
kunt doorbrengen."
De andere kant is dit: hoewel de
middag al op z'n einde loopt, wil hij
uitgebreid de tijd nemen voor het in
terview en de fotosessie.
Dan maar iets later naar huis.
Het doel - aandacht voor de stich
ting die Van Oranje mede opzette en
die morgen een grote benefietactie
houdt - heiligt alle middelen. Nooit
zocht de tweede zoon van prinses
Margriet en Pieter van Vollenhoven
de publiciteit, liever wordt hij geen
prins genoemd. In betrekkelijke ano
nimiteit bouwde Van Oranje de afge
lopen decennia met studievrienden
aan een bedrijvenimperium, waar
een IT-bedrijf, een vastgoedontwik
kelaar en sinds vorig jaar het autocir
cuit in Zandvoort bij horen. Elk in-
terviewverzoek over dat deel van zijn
leven, beaamt Van Oranje grinni
kend, zou hij vriendelijk doch beslist
terzijde hebben geschoven.
En eerlijk: liever zou hij ook niet in
de openheid praten over de ziekte die
hem en zijn gezin trof. Maar het
moet. Aandacht voor lymfeklierkan
ker en het inzamelen van geld voor
onderzoek naar de onbekende kan-
kervorm is hard nodig, vindt hij.
Genezing
„Voor lymfeklierkankerpatiënten
op zich was er nog geen stichting.
Met Lymph&Co willen we mensen
die een chronische vorm van de
ziekte hebben een betere kans op ge
nezing geven. Als het daarvoor han
dig is dat ik een interview geef, dan
vind ik dat prima."
Met andere mensen achter het
fonds bedacht Van Oranje de Hol
landse 100: tien kilometer schaatsen
op de baan van FlevOnice, negentig
kilometer fietsen rond en door de
polder. Met een team. Om geld in te
zamelen voor onderzoek; de onder
zoekers uit Groningen en Amster
dam die met de opbrengst aan de slag
kunnen, doen ook mee. Hijzelf en
zijn drie broers ook, net als zijn moe
der en ambassadeurs als Simon Kei
zer, Monique des Bouvrie en Ro-
sanna Kluivert. De stylistes overleef
den lymfeklierkanker, de moeder van
de zanger kampt met de ziekte.
„Ik kan helemaal niet schaatsen. Ik
weet niet waarom, maar als we dat
vroeger met mijn ouders en broers
deden, stond ik altijd op mijn enkels
op het ijs. Ach, schaatsen is zo oer-
Hollands, een schitterende sport en
de 10 kilometer is een prachtige af
stand die in sportief opzicht onder
druk staat. En ik heb nu van die mo
derne Friese doorlopers, daar kun je
op wandelen. Ik kom er wel uit."
En hij heeft de warme steun van
zijn familie en vrienden morgen, net
als tijdens zijn ziekte. „Deze actie doe
je met z'n allen, omdat je de ziekte
met z'n allen ervaart. Dit grijpt zo in
in je familieleven. Vorig jaar haalde
Floris (Van Oranjes broer, red.) met
zijn vrienden een ton op."
Bij Van Oranje, die al langer
kampte met de darmziekte van
Crohn, openbaarde de kanker zich in
2013, nadat hij zich op zomervakantie
niet goed voelde. Hij dacht aan een
darmvernauwing. Een tumor veroor
zaakte de problemen. Op nog vier an
dere plekken, waaronder zijn hart,
bleken kwaadaardige cellen te zitten.
„Door die ziekte van Crohn kwam ik
al in situaties waarin je nooit terecht
hoopt te komen. Maar dan liep ik
door een ziekenhuis en dacht ik al-
tijd: er zijn veel ergere dingen, denk
aan kanker. Dat woord is zo beladen.
Ook bij ons thuis; vlak voor ik ziek
werd, overleden twee vaders op de
school van mijn kinderen aan de
ziekte. We konden en kunnen er
goed met ze over praten, hebben al
tijd duidelijk gemaakt dat het heel
slecht afkon lopen. Dat speelde in
hun hoofd mee. Benjamin zat eens
achterin de auto bij Annette en zei
toen: papa gaat dood. Ik denk niet dat
het een periode is die de kinderen
ooit zullen vergeten."
Flashback naar kerst 2013. Van
Oranje heeft net een stamceltrans
plantatie ondergaan in het AMC.
„Het ergste is dat je er niet kunt zijn
voor je gezin. Ik zie ons nog zitten in
het ziekenhuis. Een plastic kerst
boompje in de hoek. Geen kerstdiner,
maar een boterham met hagelslag."
Nooit googelde Van Oranje het
woord lymfeklierkanker, nooit infor
meerde hij bij de chirurg - een
vriend - naar zijn overlevingskansen.
„Ik wist wel dat ik lymfeklierkanker
had en welke vorm, maar niet wat het
inhield. Ik zag aan het gezicht van de
chirurg dat het serieus was, dat het
niet goed zat. Ik dacht: ik slaap toch al
niet lekker, ik ga niet naar iets vragen
wat ik eigenlijk niet wil weten. Ach
terafhad ik 20 procent kans. Bij de
helft van de patiënten slaat de chemo
niet aan. Ik ben blij dat ik dat allemaal
niet wist."
Dankbaar
Nu vergaat het hem uitstekend - dank
u. De uitslagen van de tweemaande-
lijke controles zijn goed, hij is dank
baar dat hij met de Hollandse 100 iets
terug kan doen. „Het is een positief
evenement, maar ook beladen door
alle verhalen die je hoort van mensen
die niet het geluk kenden dat ik had."
Misschien wel het mooiste: zoon Sa
muel wil morgen proberen mee te
fietsen.
Van Oranje, droogjes: „Hij roept het
heel hard, ik ben alleen benieuwd hoe
hij het voor elkaar wil krijgen, want hij
heeft geen kilometer getraind."
Het gesprek is klaar, de prins fietst
de Amsterdamse avondspits in.
Vlugge blik op zijn horloge, dat wordt
doortrappen.
Het is drie minuten voor zes.
zaterdag 4 maart 2017
'Mijn overlevingskansen
wilde ik niet weten
Jeroen Schmale
Amsterdam
Prins Bernhard junior