ZEELAND GEBOEKT
Het vergeten beeld van Juliana en Wilhelmina
Op zoek
naar Atlantis
ZEELAND 21
Reimerswaal ging al eeuwen geleden ten onder. Maar nog steeds spreekt de
geschiedenis van de plaats tot de verbeelding, ook van Cornells de Vries.
--t-ï'tTl f
We hebben nog steeds een gemeente
Reimerswaal. Maar de stad Reimers
waal in het uiterste oosten van Zuid-
Beveland - met zo'n zesduizend inwoners na
Middelburg en Zierikzee ooit de derde van
Zeeland - is verdwenen. Verbrand, overspoeld,
afgebroken, verkocht. Bijna vijfhonderd jaar
geleden begon de stad aan haar doodsstrijd.
De verwoestende Sint Felixvloed op 5 novem
ber 1530 luidde het begin van de ondergang in.
Nog een eeuw lang bleef er leven binnen de
afbrokkelende stadsmuren. Inwoners bege
leidden de neergang, ze verkochten het zink
van de daken en de bakstenen van de kerk. In
1634 werden de laatste restanten in het open
baar van de hand gedaan en werd de stad Rei
merswaal geschiedenis.
In de bodem bleven nog fundamenten en
andere sporen achter. Sinds 1978 liggen die be
graven onder de Bergse Diepsluis in de Oes-
terdam. Zand erover, zou je denken. Deson
danks blijft de verdronken stad heel wat pen
nen in beweging brengen. Nu duikt de Friese
jurist Cornelis de Vries (1944) in het rijke ver
leden van wat ooit de derde stad van Zeeland
was: 'Reijmerswael boven water. Een geschiedenis
van 1203 tot 1532'.
Waar de karren over de keien ratelden en
Cornelis de Vries
Reijmerswael
boven water
Uitgeverij
Drvkkery
Schrijverspodium
86 pagina's
11,50 euro
zwaarbeladen vrachtvaarders aan de kade la
gen. Reimerswaal kreeg in 1375 stadsrechten
en was sindsdien een 'grafelijke stad'. Strate
gisch gelegen aan de Oosterschelde - toen de
belangrijkste vaarroute in het deltagebied -
konden handel en nijverheid er gedijen. Vol
gens Cornelis de Vries was Reimerswaal al
rond 1300 'een havenplaatsje met pretenties'.
Met name met Keulen waren de contacten
goed: er was een vaste handelsroute over land
en de Keulse universiteit trok veel studenten
uit Zeeland.
In het boek wordt ruim aandacht besteed
aan bestuurlijke perikelen. De schrijver is
rechtdoorzee. Pagina 30: „De heren van Reij
merswael leefden op grote voet. Hun inkom
sten verkregen ze niet op grond van hun pres
taties maar door een onbeschaamde uitbui
ting van hun ondergeschikten." Met het oog
op de dramatische overstromingen in de 16e
eeuw, verdient het dijkbeheer extra aandacht.
De Vries zegt over de de functie van dijkgraaf
(pagina 45): De baan ging vrijwel altijd naar
vriendjes of vertrouwelingen van de graaf. Het
waren mensen die geen verstand hadden van
dijken. Zij woonden meestal niet in Zeeland
en het ergste was dat ze totaal niet geïnteres
seerd waren in veiligheid van de bewoners."
Een dramatische ontwikkeling voor een re
gio die mede door het lucratieve 'darink del
ven' - afgraven van veen - gevoelig onder de
zeespiegel lag. Philips de Goede probeerde in
1438 het tij nog te keren door te verordenen
dat alleen Zeeuwen dijkgraaf mochten wor
den. Tevergeefs. Althans waar het Reimers
waal betrof. Goes nam wel maatregelen: daar
werd rond 1518 onderdijkgraaf Jan Vilain ver
vangen door een competente waterstaatkun
dige. In het oosten van Zuid-Beveland ge
beurde dat niet. Toen een schout stro in een
zwakke dijk stopte en dat met aarde bedekte,
werd hij weliswaar veroordeeld, maar de ver
vangende functionarissen waren even incom
petent. Pagina 46: „De vraag was niet of de dij
ken zouden doorbreken, de vraag was wan
neer." Cornelis de Vries schetst met de ge
schiedenis van de stad Reimerswaal meteen
een beeld van het leven in de late middeleeu
wen. Dat is mooi meegenomen.
Hoewel het beeld van de ko
ningin en de prinses op de
gevel van het Middel
burgse stadhuis prijkt, hebben
toch weinig mensen het bewust
gezien.
Dat meldt Ilja Mostert in het
winternummer van 'De Wete',
het kwartaalblad van de Heem
kundige Kring Walcheren. Ko
ningin Wilhelmina en haar pas
geboren dochter Juliana zetelen
boven de serie beelden van mid
deleeuwse graven en gravinnen.
Het 'koninklijke' beeld werd
door het stadsbestuur besteld ter
gelegenheid van de geboorte van
Juliana in 1909. Architect Pierre
Cuypers (1827-1921) kreeg de op
dracht het te maken.
De ontwerper van het Rijks
museum en het Centraal Station
van Amsterdam had een atelier
voor 'gewijde beeldhouwkunde'
in Roermond. Cuypers kweet
zich van zijn taak, overigens zon
der zich al te veel van de op
drachtgever aan te trekken.
De toenmalige burgemeester,
Martinus van den Brandeler,
vroeg koningin Wilhelmina nog
eens kritisch naar het ontwerp te
kijken: „Bij het college van B. en
W. heeft het de aandacht getrok
ken dat de rechtstandige houding
van de jeugdige Prinses den leef
tijd in aanmerking genomen, niet
natuurlijk is, daar toch gewoon
lijk een moeder een zoo jong kind
in meer liggende houding draagt,
bovendien kwam het aan hen
voor, dat daardoor aan het beeld
min of meer overeenkomst wordt
gegeven aan een Madonnabeeld,
wat natuurlijk dient vermeden te
worden". Cuypers had recht
streeks contact met de vorstin. De
burgemeester kreeg dan ook te
horen dat de rechtstandige positie
bedoeld is om Juliana juist goed
aan het publiek te presenteren.
Het beeld woog ruim tweedui
zend kilo en kostte 1086 gulden -
omgerekend naar nu circa 12.000
euro.
Cuypers was op 30 april 1910
aanwezig bij de onthulling, hij
werd in het zonnetje gezet. Wil
helmina en Juliana overleefden de
stadsbrand van 1940. Ze prijken
nog steeds hoog in de gevel van
het stadhuis.
Zeeuwse schrijvers
Atlantis! Een woord waarvan
dichters en denkers dro
men. Een begrip dat arche
ologen en oceanografen aan het
werk heeft gezet. Ik moet voor het
eerst van dit eilandenrijk hebben
gehoord toen ik elf was. Voor mijn
verjaardag kreeg ik 'Mens en Mys
terie 1' en 'Mens en Mysterie 2', het
soort boeken dat ik destijds het
liefste las. De bundels bevatten al
lebei 'tien onopgeloste raadsels en
geheimen uit de wereldgeschiede
nis'. Een van de raadsels: waar lag
Atlantis? Atlantis wordt beschre
ven door Plato (427-347 v.Chr.), zo
precies dat ijverige speurneuzen
over het hoofd zagen dat het conti
nent alleen in zijn verbeelding be
stond. Wat hen niet belette op
zoek naar Atlantis nog veel meer te
ontdekken, het land van Homeros
bijvoorbeeld, de plaats waar eens
Troje lag. Sommigen kwamen op
grond van onnavolgbare redene
ringen in Zeeland en omstreken
terecht.
Karei Jozef
deGraeve
(1731-1805)
Het interessantste geval is mis
schien de Vlaming Karei Jozef de
Graeve (1731-1805). Een jaar nadat
hij stierf, werd zijn 'République
des Champs Elysées' uitgegeven
waarin onder veel meer wordt be
wezen dat Homeros en Hesiodos
geen Grieken maar Belgen waren.
Hubert Lampo vertelt het verhaal
van De Graeve en zijn werk in het
alleraardigste 'Toen Herakles
spitte en Kirke spon' (1957). Het
boek heeft een Zeeuwse inslag: het
gebeurde allemaal in de delta van
Schelde, Maas en Rijn, zo toonde
De Graeve aan. Op zijn geheel ei
gen wijze. Vergeet Delphi in Grie
kenland, het echte Delphi is Delft.
Vlissingen, hoe hebben we het
ooit over het hoofd kunnen zien, is
eigenlijk Ulyssingen, van Ulysses
ofwel Odysseus. Zierikzee, dat is
afgeleid van Kirke, de godin van de
toverkunsten.
Zoals in alle goede samenzwe
ringstheorieën hangt alles met al
les samen. Dus is Zeeland niet
slechts een verzamelpunt van de
oude Grieken, maar verwijlden
ook de Egyptenaren en de Indiërs
er. In Braakman zit immers Brah
maan en IJzendijke is eenvoudig
de dijk van Isis. Alle raadsels opge
lost. Ik voel me ineens weer elf
jaar, helemaal in de ban van deel
zoveel van 'Mens en Mysterie'.
Zeeuwen hebben Atlantis gewoon
in de achtertuin.
maandag 6 februari 2017
PC
Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland
en boeken van Zeeuwse schrijvers
Doodsstrijd van een stad
.- X- K O M K «S A K I, "J -d»
Illustratie in de Cronyk van Smallegange (1696): Reimerswaal is bijna helemaal aan de golven prijsgegeven.
Jan van Damme
Reijmerswael
boven water
M Koningin Wilhelmina met
prinses Juliana op de gevel van
het stadhuis in Middelburg.
Mario Molegraaf
republique Des
CHAMPS ELYSEES VI
CHARLES JOSEPH DE GRAVE