'Toen ik Johait aan ïnyn
familie voorstelde, zei ik
dat hij gehandicapt was'
#MUTS
DIE VAN MIJ
'Inde jaren dat
we samen zijn,
is hij behoorlijk
Belgisch
geworden'
Volgende week
magazine 63
Jaaaa, er Ligt sneeuw! Niets mooiers dan een
winter waarbij je iets op je hoofd moet zetten
tegen de kou. Ook Leuk voor honden.
Uw foto op deze pagina? Komende weken publiceren we beelden
van #sneeuw en #taalvoutje. Zet uw foto op onze Facebookpagina,
tag op Instagram of mail naar fotomagazine@persgroep.nl.
Tekst: Pam van der Veen
Daisy (69): „Als Antwerpenaar wist ik niet beter dan datje een
hekel aan Hollanders had, De clichés zijn er bij mij met de paplepel
ingegoten. Hollanders zijn arrogant, lomp en lawaaierig, en zo gie
rig dat ze hun gebruikte koffiefilters uitspoelen en het wc-papier
aan de waslijn te drogen hangen. Dus toen ik na mijn eerste huwe
lijk verliefd werd op Johan uit Zundert, net over de Belgische grens,
had ik weL wat uit te leggen aan mijn omgeving. 'Ik heb iemand ont
moet', zei ik tegen mijn zoon. 'Maar ik moet er wel iets bij vertellen.
Hij is gehandicapt.' En op de vraag wat hem dan mankeerde, zei ik:
'Het is een Hollander.'
Ik zag Johan voor het eerst in Blankenberge, de BeLgische kust-
pLaats waar ik vakantie vierde, bijna dertig jaar geLeden. Ik zat in
mijn stamkroeg, hij kwam naar me toe en vroeg wat voor bier ik
dronk. 'Een Bass Pale Ale, mijnheer', antwoordde ik, 'dé Pale Ale van
de westkust. Wilt u misschien proeven?' Dat wilde hij wel, en ik
dacht: o ja, zo'n Hollander die op een gratis pintje uit is. Maar even
later stond er een verse voor
mijn neus, dus dat had ik ver
keerd ingeschat. Vele Pale Ales
later vonden we elkaar zo leuk,
dat een afspraak voor 's ande
rendaags niet uitbleef. Na een
lange latrelatie ben ik naar
NederLand geëmigreerd. Ik ben
me er zelfs thuis gaan voelen
en dat is aan Johan te danken.
Hij heeft me uit mijn Belgische ivoren toren gehaald en met beide
benen op de Hollandse bodem gezet. Clichés zijn er om vertrappeld
te worden, dat heeft Johan me doen inzien. Gierigheid of zuinigheid
zijn hem vreemd, hij is geen arrogante betweter, geen Oranjegek en
eerder Belgisch nonchalant dan een Nederlandse pietje-precies.
'Het mag dan nen Hollander zijn, maar 't valt goe mee', zeiden zelfs
mijn Antwerpse vrienden. Johan praat ook niet oorverdovend hard,
altijd en overal, zoals Nederlanders gewoon zijn. Die zijn zelfs bij een
concert of toespraak nog niet stil te krijgen. En kom je in BeLgië in
een restaurant, dan weetje meteen waar ze zitten: in de hoek met
het meeste lawaai, waar ze elkaar toeroepen: 'Mag ik het brood?!'
Johan doet dat niet, De enige plek waar hij luid is, is bij zijn familie.
Hij moet wel, om gehoord te worden. Want hoewel ze op neus-
afstand van elkaar zitten, praat de één daar nog harder dan de
ander. In de jaren dat we samen zijn, is Johan behoorlijk Belgisch
geworden. Hij gebruikt Vlaamse woorden en uitdrukkingen, drinkt
Belgisch en Frans bier en is heel anders gaan eten. Dat heb ik hem
wel moeten leren; dat zelfgemaakte frieten veel lekkerder zijn dan
diepvriespatat en dat je groenten niet hoeft slap te koken, maar
kunt opstomen met een uitje. Ganzenlever, kreeft, hij had het nog
nooit in zijn leven geproefd, maar weet nu hoe goed dat smaakt.
De enige restanten van een leven lang Nederlands eten zijn af en
toe een saté met pindasaus, nasi en bitterballen."
Ook over die van jou vertellen?
magazine@persgroep.nl
MARLIES VALK
GERWIN STRIEKS
JOLANDALOCK
ILSE DE FEIJTER
WG