'Op feestjes kun je
altijd maar beter
dansen dan praten'
je bent er gewoon uit gepleurd.
„Het is ontzettend leuk mensen te
zien liegen. En er wordt onbedaarlijk
veel gelogen. Ik las onlangs een interview
met onze minister Ard van der Steur.
Die man is uiterst tevreden met zichzelf.
Uren kan ik daar van genieten. Hijzelf
trouwens ook."
Humor, verzucht hij, blijft een com
plexe aangelegenheid. Ook als je ruim
veertig jaar werkzaam bent in het amu
sement. „Ik biechtte in een column op
dat ik niks aan mijn hart had, maar
zwaar verslaafd in een ontwennings
kliniek opgenomen was geweest. En dat
ik mijn leven lang straalbezopen aan
vreemde dellen had liggen lebberen.
Nou, het ging los op Twitter, dat me
dium van die zolderkamerterroristen,
die tragische mannen die anoniem
losgaan op Sylvana.
„Ik werd alom geprezen voor deze
publieke bekentenis. Iemand schreef:
'Moedig, deze bekentenis, maar de enige
juiste stap op de weg terug...'
„Die column was pure parodie op alle
Thomas Dekkers, Kieften en Gijpen die
zichzelf leegkotsen in boekjes. Kom op
zeg, mijn paspoort vermeldt duidelijk
cabaretier/columnist. Die pleegt in de
regel een loopje met de werkelijkheid
te nemen."
Kistjes in de kerk
Een constante in zijn conferences en
liedjes is de afbladdering van het be
staan, het verval, de dood. Vaak verpakt
in stuiterende geestdrift, gelardeerd met
heerlijk wrange grappen en rake obser
vaties over het burgermansbestaan.
Waar komt die fixatie op de dood toch
vandaan?
Ernstig: „Ik zat in de eerste klas van
de lagere school toen een huis in ons
dorp in vlammen opging. Een meisje,
mijn klasgenootje, en haar broertje
kwamen om. Een kledingrekje tegen
de kachel op een winternacht. Met de
klas gingen we naar de mis. Voorin de
kerk stonden twee kistjes. Dat beeld ben
ik nooit kwijtgeraakt.
„Vanaf dat moment raakte ik onbe
daarlijk gefascineerd door de dood.
Zeker, we gaan allemaal, het is onze
enige bestemming. Wat het zo intens
boeiend maakt, is mensen op weg naar
het einde te zien ploeteren. Een gang
die het bestaan dikwijls zo zinloos lijkt
te maken. In China zet meneer Ping de
hoogste toren van Sjanghai neer, waarna
meneer Pong een etage op zijn gebouw
neerzet, zodat hij de hoogste heeft.
„Het is overal. Wie heeft het grootste
huis? De mooiste auto? Christiano Ro-
naldo die verklaart: ik wil het meeste
verdienen. Als Lionel Messi 34 miljoen
krijgt, wil hij er 35. En als Messi de fiscus
voor 20 miljoen naait, doe ik het voor
35 miljoen! Om die reden heb ik een
vrij groot relativerend vermogen ont
wikkeld."
Grote tafel
En toen hij de dood zelf in de ogen keek?
„Ze opereerden me gelukkig snel. En ik
was dolblij dat er niemand naast mijn
bed sentimenteel stond te tetteren.
Ook Debby niet. We kennen elkaar
42 jaar. Dan hoefje geen zaken meer
te benoemen."
Zijn wereldbeeld mag dan somtijds
zijn gedrenkt in cynisme, afgemaakt met
een toefje fatalisme, Kerstmis blijft voor
hem - zijn eerdere advies liever in het
hospitaal onder te duiken ten spijt - een
echt feest.
„Dankzij mijn ouders bewaar ik er
goede herinneringen aan. Thuis vierden
we het in de katholieke traditie. De
kerstboom werd, zoals het hoort, pas
op 24 december neergezet. Nu hebben
mensen die half augustus al staan,
's Avonds werd hij opgetuigd, het stal
letje neergezet.
„We gingen naar de nachtmis, 's och
tends het kerstontbijt, daarna langs bij
de oma's. En 's avonds kerstdiner. Bij
de Van 't Hekjes met een heel grote
tafel. Vader, moeder, acht kinderen en
aanhang. De boom verdween pas op
6 januari, op Driekoningen."
Ook bij Youp thuis staat de kerstboom.
„Ja, hè hè, we hebben kleinkinderen." ->
magazine 13