KRONIEK MIJNMA rREAGEREN7
'Mijn moeder heeft
geluk met jou.
Je bent lief voor haar
naar Rotterdam. Ze zei dat ze
twee maanden bleef, maar dat
werden er meestal vier. Ze rookte
mijn schilderijen geel. „Hoe vaak
ik niet vroeg of ze haar sigaret
niet buiten kon roken. Als ik
thuis was, deed ze dat demon
stratief mokkend in de tuin,
maar als ik er niet was, rookte
ze binnen. Ze had schijt aan mij.
En jij zei er niks van."
„Ach, ze had niet veel meer",
vergoelijkt mijn vrouw.
Even is het stil. Het is niet
makkelijk om een goede schoon
moeder te zijn. Een goede moe
der is iets heel anders dan een
goede schoonmoeder. Of ik niet
iets aardigs over haar moeder
weet te verzinnen, vraagt mijn
vrouw. Ze kijkt me indringend
aan.
„Zeker. Jouw moeder had
humor. Droge humor. Tikkie
zwarte humor. Was ik wel op
gesteld."
„Dat had jouw moeder weer
niet, humor", zegt ze.
„Jezus", zeg ik. „Dat klinkt on
aardig."
„Zó direct was jouw moeder
nou."
Het klopt ten dele, dat van het
gebrek aan humor. Ma maakte
geen grappige opmerkingen. Dat
compenseerde mijn vader ruim
schoots, trouwens. Maar ma had
wel degelijk gevoel voor humor;
ze hield van Toon Hermans, Wim
Sonneveld, Wim Kan. Seth Gaai-
kema vond ze bij elke volgende
show minder leuk - nou, me
dunkt, dan voel je precies aan
wat humor is.
„Je moeder had smaak", zegt ze
uit het niets.
„Zo, eindelijk, een compli
mentje."
„Niet zo cynisch. Ze had mooie
antieke meubels."
„Jouw moeder niet", zeg ik.
Ik was twee keer bij haar, in
Nieuw-Zeeland. Binnen zag alles
geel. Maar in Nieuw-Zeeland is
een mens veel buiten.
„Mijn moeder had een prach
tige tuin", zegt ze.
Ik knik.
„Jouw moeder was een beetje
verwend", zegt mijn vrouw.
„Klopt", zeg ik. „Ze was thuis
nou eenmaal de jongste en nadat
ze was getrouwd deed pa heel
veel voor haar."
„Ik had weieens met je vader te
doen."
„Ach", zeg ik. „Pa snapte het:
happy wive, happy life"
„Die oneliner is van mij", zegt
ze.
Ik zeg: „Mijn moeder kookte
heerlijk."
Ze zegt: „Klopt. Mijn moeder
ook."
Ik zeg: „Nou, redelijk. Jouw
moeder kookte redelijk goed."
Ze zwijgt.
Ik zeg: „Mijn moeder heeft
geluk met jou als schoondochter.
Je bent lief voor haar. Nu nog."
Ze zegt: „Ik heb gezien wat
mijn moeder tekortkwam in
Nieuw-Zeeland. Haar drie
schoondochters zag ze amper.
Er was geen klik."
„Omdat ze rookte."
Ze schiet in de lach.
We missen onze moeders. De
hare is dood, de mijne leeft nog,
al is er weinig meer van over.
Wekelijks schrijft Hugo
Borst over zijn moeder, die
aan alzheimer lijdt. Deze
week denken Hugo en zijn
vrouw terug aan de tijd dat
hun moeders nog volop in
het leven stonden.
e moeder was
best kritisch",
zegt mijn vrouw.
„Jouw moeder
was egoïstisch",
zeg ik.
Ze zegt: „Ik weet nog dat ik
iets had getekend. En toen zei
je moeder: 'Dat heb je gewoon
nagetekend.'"
„Dat was dan waarschijnlijk
ook zo."
„Je neemt het blind voor haar
op, hè?"
Klopt. Ik verdedig mijn moe
der, misschien wel omdat ze dat
zelf niet meer kan.
Ze zegt: „Waarom vond je mijn
moeder egoïstisch?"
Mijn schoonmoeder kwam om
het jaar vanuit Nieuw-Zeeland
magazine@persgroep.nl
Arm in arm
Hugo's moeder
met haar twee
schoondoch
ters. Links
Karina, Hugo's
vrouw.
'Humor had jomv
42 zaterdag 24 december 2016 WG