ER IS ER MAAR ÉÉN DIE MIJN BROODJES MAG SMEREN
TIKJE OVERDREVEN
BOURGEOISIE
WAAROM WIL JE NOU NET MET HAAR TROUWEN,
Lein (34), Rotterdam
Er was duidelijk sprake van een
klasseverschil. Ik had hardwer
kende, welgestelde ouders, maar in
haar ogen bleven we 'arbeidersvolk'.
Hoewel mijn vader een succesvol
diamanthandelaar was, kleding en
schoenen droeg van dure Brusselse
shops, we elk jaar reizen maakten
naar - tot vervelens toe - alle
Europese berg- en grottenlanden,
op vakantie gingen met carnaval,
Pasen, in augustus, en we zelf
ontworpen juwelen droegen, waren
we toch maar boertig. Al onze
overvloedige diners en uitgebreide
koffietafels konden niet tippen aan
haar culinaire hoogstandjes en
uitgelezen wijnen.
Zij maakte deel uit van de
Antwerpse bourgeoisie, die haar
kinderen naar Franstalige scholen
stuurde, in het Frans bridge
speelde, en het gezelschap van
Club Med-oprichters, directeuren,
gouverneurs etcetera verkoos boven
het gewone volk.
En toch heb ik meer aan haar te
danken dan ik ooit had kunnen
vermoeden. Het Franse bridgen heb
ik allang verleerd, maar met haar
smaak en elegantie leerde ze me dat
dure koop niet noodzakelijk chique
koop is. Dat less, more is, lang voor
dit een bekend motto werd. Dat
het minder moeite kost om een
verfijnde kok te worden dan
gedacht. Dat zilveren bestek,
damast, één superschilderij, één
duur vloerkleed geen opzichtige
bling-bling zijn, maar duurzame
investeringen. En dan heb ik het
nog niet over haar wijsheid op het
gebied van relaties met partner,
kind, familie, haar feminisme avant
la lettre. Het spijt me dat ze jaren
moest wachten tot ik haar Ma
noemde. Ze was zo blij en ontroerd.
Daisy van Ostade, Zundert
Anoniem
Toen mijn vriend in
1954 ons huwelijk
aankondigde bij zijn
familie, was de pas
toor er als de kippen
bij. Zij fijn katholiek,
ik niks. Dat gebeurt
niet, zei hij. „D'r bint
roomse meisjes zat",
op zijn plat Gelders.
Ons trouwen ging
door, er kwam
niemand van mijn
schoonfamilie. Al
leen een iets minder
roomse peettante
van mijn kersverse
echtgenoot stuurde
ons een prachtig
boeket bloemen.
Een jaar later kwam
de broer van mijn
man met een Suri
naams meisje aan
zetten, zo rooms als
de pest, dus die werd
met vlag en wimpel
binnengehaald.
Ik kreeg na twee jaar
een dochter. Geen
kaartje, niets. Mijn
Surinaamse schoon
zus kreeg ook een
dochter; daar waren
geen gebeden genoeg
voor. Natuurlijk deed
mij dat pijn, mijn
man was in ons
huis binnengehaald
als een jonge god,
rooms of niet.
Ik bleef lucht voor
hen tot mijn vrome
schoonzus na een
jaar aankondigde
dat zij wilde schei
den. Zij had alleen
een man nodig
gehad om de over
tocht voor haar te
betalen.
Doordat ik toch bleef
komen en met mijn
schoonvader in de
tuin begon te wer
ken, klaarde de
lucht. Ik mocht wel
een weekje blijven.
Ook mijn schoon
moeder ontdooide.
Zij kon taarten
bakken als geen
ander en ik leerde
Op 9 september 2015 is
ze onverwacht overle
den. Ik mis haar nog elke
dag, mijn lieve niet-biologi-
sche schoonmoeder, offici
eel de tante van mijn man.
Ze heeft hem (samen
met haar man, mijn lieve
schoonvader) op 16-jarige
leeftijd opgenomen in hun
huis en liefdevolle gezin.
Zij was de moeder die hem
heeft geleerd lief te heb
ben en die er altijd voor
hem was. Al vanaf dat hij
klein was, hadden ze een
speciale band; hij stond
niet voor niks juist bij haar
voor de deur op zijn 16de.
Ze was streng en kritisch
over de nieuwe liefde in
zijn leven. Altijd eerlijk,
soms op het botte af. Maar
bovenal gezellig, super
sociaal, geïnteresseerd,
zorgzaam en de basis van
het gezin. Ze stond midden
in het leven en genoot van
de mensen om haar heen.
Ze was de eerste en laat
ste die voor mij - als vol
wassen vrouw - aan tafel
een broodje smeerde.
„Wat wil jij op je brood
Lein?", en ze reageerde
licht verbolgen toen ik
lachend aangaf dat ik
dat al jaren prima zelf
kon. Ze smeerde altijd
de broodjes voor familie
en vrienden aan haar tafel.
Was ze er nog maar, die
bijzondere vrouw, de zelf
gekozen moeder van mijn
man en mijn enige echte
schoonmoeder. Ze was de
enige die mijn broodjes
mocht smeren.
Ik was haar eerste schoonzoon. Nooit ben ik bij
haar ook maar iets tekortgekomen. Ze was vriende
lijk en lief, bijna overdreven. Eerst had ik dat niet door.
„Nog een stukje vlees? Het eten is bijna op, jij wilt vast
het laatste nog hebben?" De spijt kwam als in de auto
op weg naar huis die broekriem mij vreselijk in de weg
zat. Weer niet gelukt een normale portie te eten. Tja,
lastig als ze het zo goed bedoelt. Zeker omdat schoon
vader haar heerlijke eten steeds weer afkraakte. Wilde
ik haar sparen, was ik te laf of was het een statement
om mijn onsympathieke schoonvader een hak te
zetten? Het heeft lang geduurd eer ik een keer 'nee'
durfde te zeggen. Of ik haar gekwetst heb? Ik weet het
niet. Ze liet niets merken. Daarvoor was ze veel te lief,
32 zaterdag 24 december 2016 WG