31
Anna van der Breggen won in Rio de grootste race in haar carrière, maar haar
gouden plak is voor altijd verbonden met de val van ploeggenote Annemiek van Vleuten.
HET JAAR VAN ANNA VAN DER BREGGEN
Pas toen ik
alles terugkeek,
kwamen de
tranen. Nou ja.
Wel meer dan
dat. Ik heb
ook heel hard
gehuild
„Ehm. Nee. Ik denk er uiteraard zo nu en dan aan.
En ik word er ook zo nu en dan door iemand an
ders aan herinnerd."
„Na de Spelen had ik er niet echt een plekje voor.
Hij ligt nu op zolder, achter een luik. Hij komt
ooit nog wel eens ergens te hangen, denk ik. Maar
nu niet. Het is een gebruiksvoorwerp, meer niet."
„Voor mijn gevoel niet. Al weet ik niet of je dat
echt kunt zeggen over jezelf."
„Nee, maar zeker ook niet ongelukkiger. Ik denk
niet dat geluk afhangt van een olympische medail
le. In de voorbereiding op de Olympische Spelen
was een gouden medaille heel belangrijk. Ik dacht
soms: als ik die pak, dan ben ik altijd gelukkig.
Maar dat is gewoon niet zo. Het is een wedstrijd
die heel groot en heel belangrijk is en die voor mij
heel goed heeft uitgepakt, maar life goes on. Dat
heb ik ook gezien bij Marianne Vos de afgelopen
jaren. Ze werd olympisch kampioene in Londen
en ze werd er vaak aan herinnerd - maar uiteinde
lijk is het iets van vroeger. Je neemt het met je
mee, maar het is geen garantie dat alles
voortaan op rolletjes loopt. Het is geen garan
tie voor geluk. Wat het wel met zich mee
brengt, is voldoening. Ook al lukt er in
mijn hele carrière vanaf nu helemaal
niks meer, dat goud pakken ze me nooit
meer af."
„Ja, tuurlijk. Dat waren mooie wedstrij
den die in normale jaren ook heel be
langrijk zijn. Maar de Spelen waren
uniek. Ze komen maar eens in de
vier jaar voorbij: ze hadden zo ver
schrikkelijk veel invloed op mijn sei-
zoen. Bewust én onbewust. In elke wedstrijd en el
ke training was ik met Rio bezig. Bij alles wat ik
deed was ik aan het afwegen of het goed of slecht
was met het oog op de Spelen. Rio ging vóór alles.
Als er iemand in mijn familie verkouden was, dan
ging ik er niet meer heen. Als ik zelf een zere keel
had, werd ik chagrijnig. Dat mocht niet. Als ik lek
reed tijdens een training stond ik te vloeken, ter
wijl ik dat normaal helemaal niet doe. Toen ik viel
in de Women's Tour dacht ik: dit kan niet, dit is
niet ingepland. Het verbaasde
me wel: ik wist niet dat ik ergens
zo gefocust op kon zijn. Ik leefde
in een tunnel. Wat dat betreft
ben blij dat er volgend seizoen
weer gewone wedstrijden zijn
die ik weer gewoon wil winnen.
Met minder druk en weer tijd
om ervan te genieten. Ik hunker
naar een gewoon wielerleven.
Voor zover dat bestaat natuur
lijk."
„Nee. Nou ja, soms. Ik keek niet
om me heen om te zien hoe
mooi het was als ik trainde. De
voorbereiding op de Spelen was
niet de meest leuke periode, qua
fietsen."
„Ja. Maar niet meer dan dat het ook de gouden me
daille is van Marianne Vos of Ellen van Dijk. In
Rio reden we als team met één opdracht: die ene
medaille mee naar huis nemen. Dat is gelukt dank
zij ons alle vier. Ik heb gewonnen dankzij mezelf
en dankzij mijn ploeggenotes. Oók dankzij Anne
miek. Maar het is niet zo dat ik haar medaille nu
heb. Ik voel me niet schuldig of zo. Ik snap dat het
heel moeilijk is voor Annemiek, maar we hebben
er allebei voor gevochten. We
zijn wielrensters en we weten
hoe het werkt: de prijzen worden
pas uitgedeeld bij de finish. Het
was ook niet zo dat ik vanzelf
goud won door de val van Anne
miek. Ik moest ook nog mijn me-
devluchtsters verslaan."
„Als ik niet had gewonnen, dan had Annemiek
(van Vleuten, red.) gewonnen. En dat was ook ge
weldig geweest. Maar het heeft me ook veel ge
bracht, qua nieuwe ervaringen. Dus ja, het was
het sowieso allemaal waard geweest."
„Dat denk ik wel, ja. Mijn gouden medail
le is niet los te zien van die wedstrijd. Wat er
met Annemiek is gebeurd, is heel bruut, maar het
is ook het ultieme van sport. We reden allemaal
op de limiet in de belangrijkste wedstrijd van het
jaar. We gingen allemaal all-in, met alle gevolgen
van dien. Dat verhaal zit vast aan mijn medaille."
„Nee. Maar ik krijg er wel veel
vragen over. En merk dat ik mijn
verhaal erover zo vaak doe dat ik
het vanzelf afdraai. Mijn antwoor
den klinken nu zonder emotie of
medeleven. Daardoor kan het
misschien overkomen als 'lazer
op'. Maar zo voel ik dat niet. Ik ben trots op wat ik
heb gedaan in Rio, wat we als Nederlandse ploeg
hebben gedaan en wat we als peloton hebben ge
daan. Want die wedstrijd had alles in zich."
„De weken erna alleen maar bij toeval een klein
stukje. Maar een tijdje terug kregen we de beel
den opgestuurd van de NOS. Heb ik samen met
mijn vriend de hele wedstrijd teruggekeken. Pas
toen zag ik echt wat er allemaal gebeurde in de
koers. In de wedstrijd voelde ik geen spanning,
maar thuis op de bank wel. Ik wist hoe het afliep,
maar toch was het tot op het laatst toe spannend
of ik wel zou winnen. Pas toen ik alles terugkeek,
kwamen de tranen in mijn ogen. Nou ja. Wel
meer dan dat eigenlijk. Ik heb ook heel hard ge
huild."
vrijdag 23 december 2016
even
Thijs Zonneveld
Hasselt
Het kan niet anders of jij wordt elke morgen wak
ker met de gedachte: ik ben olympisch kampioe
ne.
Dat klinkt nogal nuchter. Waar ligt die medaille
eigenlijk?
Heeft die ene dag in augustus je veranderd?
Ben je gelukkiger nu je olympisch goud hebt?
Zegt het je nog iets dat je afgelopen
jaar ook Europees kampioene werd
en de Waalse Pijl won?
Anna van der
Breggen kan het
niet geloven: eerste
in Rio. „Het was niet
zo dat ik vanzelf
goud won door de
val van Annemiek."
FOTO'S PIM RAS
Kon je van je sport genieten,
het afgelopen jaar?
—Anna van der Breggen (26)
Is het ergens ook haar gouden medaille?
Wat als je niet gewonnen had?
Was het het dan wel waard geweest?
Jij won terwijl Annemiek van Vleuten in een
greppel lag. Is jouw overwinning op de
Spelen voor altijd aan de val van Van
Vleuten verbonden?
Doet die val van Annemiek iets
af aan jouw overwinning? Je
wordt er voortdurend mee ge
confronteerd. Denk je niet af en
toe: het is potver mijn gouden
medaille, lazer op met die Anne
miek.
Heb je de wedstrijd wel eens teruggekeken?