GELD GELUK Jan Bark (60) Henk Dinkelman (52) €0 - €2000 €2000-€3500 €3500-€5000 het land, gaat Henk mee." Henk: „Als ik niet kan, gaat de buurvrouw mee. Zij is 80." Jan: „Ik vind het altijd gezellig om iemand in de auto te hebben. Het is een zesde- handsje van 2000 euro." Henk: „In de stad doen we alles op de fiets. Een keer per week doen we boodschappen." Jan: „Henk kookt." Henk: „De boodschap pen gaan van mijn rekening. Ik ben gek op aanbiedingen. Dan koop ik soms dingen die we helemaal niet nodig hebben. Dan zegt Jan..." Jan: wat moetje daar nou weer mee." Henk: „Precies." Jan: „Henk laat zich nog weieens verleiden. Ik denk na. Zelfs bij de Action ga ik door de knieën, want daar liggen de nóg goedkopere dingen." Henk: „Soms is Jan een krent." Jan: „Neuhh." Henk: „Soms wel hoor. Als er visite komt, vind ik dat er van alles in huis moet zijn. En dan zegt Jan..." Jan: waar is dat nou weer voor nodig. Het is natuurlijk niet consequent, want ik ben helemaal niet krenterig waar het antiquiteiten betreft." Henk: „Daar heb ik dan weer commentaar op." Jan: „Ik vertel ook niet altijd wat iets kost." Henk: „Ik weet inmiddels wel wat dingen waard zijn. Van een antiek sinterklaasboek kunnen we wel drie keer uit eten." Jan en Henk wonen in Jan: „Ik geef niet om geld; als ik maar kan rondkomen, vind ik het prima. Samen hebben we een redelijk inkomen. In de jaren 80 had ik een winkel in handarbeidartikelen. Die liep slecht en mijn hypotheekrente was 14 procent. Toch was ik gelukkig. Zelfs geluk kiger dan toen ik heel veel geld verdiende en elke twee jaar een nieuwe auto kocht." Henk: „Ik werk ook niet alleen voor het geld. Ik heb een spierziekte, maar moet er niet aan denken om in de wao te zitten. Het sociale van werk vind ik ook belangrijk. Toen ik Jan leerde kennen, had hij de winkel nog. In 2000 begon hij van zijn privécollectie van sinterklaasspullen een museum te maken." Jan: „Ik verdien niets aan het museum. Dat hoeft ook niet. Ik geef lezinkjes door het hele land en hef een beetje entreegeld, daardoor speel ik quitte. Voordat ik werkloos werd, ging er veel privégeld naar mijn collectie. Het was mijn hobby, elke hobby kost geld. Nu moet ik mijn privépot bewaren als appel tje voor de dorst. Ik ben niet alleen een spaarder qua spullen. Ik wil ook financiële zekerheid." Henk: „Dat heb ik van Jan ge leerd. Vroeger had ik meer iets van: wie dan leeft, dan zorgt. Ik stel nog weieens voor om lekker uit eten te gaan, maar Jan zegt dan..." Jan: pas op de plaats." Henk: „Ja, dat zeg je dan." Jan: „Ik heb nooit schulden, behalve mijn hypotheek." GROOTSTE MISKOOP BESTE KOOP Henk: „Wat heeft je vader ook alweer voor het huis betaald?" Jan: „In 1965 kostte het hele huis 12.000 gulden." Henk: „Voor de vaste lasten maak ik maandelijks 300 euro over op de gezamenlijke rekening." Jan: „We zijn niet getrouwd." Henk: „We hebben wel alles vast gelegd bij de notaris." Jan: „Als ik plotseling overlijd, erft Henk alles. Mochten we samen komen te overlijden, dan wordt alles geveild en gaat de opbrengst naar de Dieren bescherming." Henk: „We doen altijd alles samen." Jan: „Ook als ik lezingen houd in een koophuis naast hun privémuseum in Apeldoorn. magazine 27 O OOK MEEDOEN? Mail naar geldengeluk@persgroep.nl Tekst: Edith Andriesse Foto: Rob Voss (VpnCLS*:! Museumdirecteur en werkzoekende Horecamedewerker (vier dagen per week) Gezamenlijk netto-inkomen: €5000 of meer Een hobby kost geld Jan: de hele keLder staat vol met miskopen, zoals chocolade fonteinen en visrookbakken Henk: elektrische barbecue Henk: fiets met lage instap Jan: het huis, overgenomen van mijn moeder in 1973 voor ongeveer 55.000 gulden WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 91