KRONIEK MIJN MA rREAGEREN? Wekelijks schrijft Hugo Borst over zijn moeder, die aan alzheimer lijdt. Terwijl zij in bed blijft liggen, zet Hugo voor haar z'n jukebox aan. Ma wil niet opstaan. Meestal laat ik haar dan lekker liggen en vertrek weer. Morgen kom ik wel terug, denk ik dan. Maar omdat ik zes opeenvolgende dagen niet ben ge weest, blijf ik aan haar bed zitten, met m'n kont op haar rollator. En ze zijn al zo lang onderweg naar de vrede toe Daarom zijn de mensen zo moe Zou ma boos zijn? Ik kom de laat ste weken minder vaak op bezoek door de drukte rond het manifest voor betere verpleeghuiszorg. Maar ma is haar tijdsbesef kwijt. Ik kan me niet voorstellen dat ze weet dat ik minder kom. Of zou ze het misschien voelen? Ik vraag nog eens of ze een kopje koffie met me wil drinken. Een zacht maar afgemeten nee. Boudewijn de Groot dan. Het nummer Eva. Ma en ik begrepen de tekst niet. De dorpsjeugd klit wat bij elkaar In minirok en beatlehaar En joelt wat mee met beatmuziek Mijn jukebox, vermomd als iPhone, rust op ma's heup. Ik weet wel, het is hun goeie recht De nieuwe tijd, net wat u zegt Maar het maakt me wat melan choliek Ma ligt met haar rug naar me toe. Ik zie maar één oog. Dat oog kijkt me niet aan, maar ziet me wel. Ik snap het niet. Wie wordt er nou niet een beetje wee van de klassieker Het dorp, vertolkt door Wim Sonneveld? Ik zing mee, zachtjes, want hard, daar houdt ma niet van. Maar zelfs als ik fluisterzing vertikt ze het, ik zie haar lippen niet bewegen, ook neuriën is er niet bij. „Mooi hè, ma?" Ze zwijgt. Ik gooi het over een andere boeg. Op Spotify vind ik Jaspe- rina de Jong, een zangeres en cabaretière op wie ma dol was. „Ken je dit nummer nog?" La'en we nou gaan slapen Wij gaan van de zomer lekker nergens naar toe Niet meer over tobben Dobbe dobbe dobbe Dobbe dobbe dobbe doe Dat Dobbe dobbe dobbe hebben we samen geluisterd en soms meegezongen, ma en ik. Als we 's middags thee dronken lag er vaak een lp op de draaitafel. Ma had genoeg vinyl van Neder landse artiesten. Frans Halsema, Robert Long, Conny Stuart, Toon Hermans, Wim Sonneveld, Bou dewijn de Groot, Jules de Corte. Ik zoek en vind Ik zou wel eens willen weten. Terwijl Jules de Corte de piano- toetsen beroert en zijn liedje vol vragen begint te zingen, strijk ik over ma's haar. Ik fluister: „Dit is zo mooi." Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de mensen zo moe Misschien door hun jachten en jagen Of misschien door hun tien duizend vragen Ik houd de wereld in mijn hand, het glazen ei vol land en wolken. Ik zal de hemel gaan bevolken, ik roep de varens uit het zand. Ik schud de apen uit mijn mouw, de spikkelpanters en de mieren, het blauw konijn, de krabbel- dieren. Ik strooi topaas, azuur en dauw. Thuis vertel ik dat mijn jukebox aan dovemansoren was gericht en dat ik me heb afgevraagd of ma boos op me kon zijn. En dan antwoordt mijn vrouw dat ze dat niet uitsluit, omdat ma van de week mijn naam heeft genoemd en vroeg waar ik nou bleef. „Dat had je weieens mogen zeggen." „Heb ik gedaan, maar je bent er met je hoofd niet bij." Jan Slagter schreef in het AD dat Ma geno mineerd moet worden voor de NS Publieks prijs. Vindt u dat ook? Ga naar nspublieks- prijs.nl en stem op Ma. magazine 37 magazine@persgroep.nl Dovemansoren WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 103