7 'Vraag of je het gesprek mag opnemen op je mobiel' e wereld van John van Drongelen (69) 1 uit Valkenburg I stortte in toen hij in 2014 te horen kreeg dat zijn hoestje een agressieve vorm van longkanker was. En dat lag niet alleen aan de diagnose. „De dokter keek op zijn computer naar de foto's en schudde zijn hoofd. Hij zei: als we dit niet snel bestrijden, haal je de kerst niet eens meer." Minuten later stonden Van Dron gelen en zijn vrouw aangeslagen bij de balie voor een nieuwe afspraak. 'Mij ziet u niet meer terug, ik viel slechts even in', had de dokter nog nonchalant meegegeven. Van Drongelen schiet weer vol als hij vertelt hoe zijn slechtnieuwsge- sprek verliep. En daar bleef het niet bij. De volgende arts die hij tegen kwam liet twee arts-assistenten op hem los en verschool zich achter de computer. „Alsof het de dokter niets interesseerde." Wederom had de Limburger te maken met een inte- rimmer. Er vielen termen als 'zware ingreep', 'ribben openbreken' en 'stuk long afsnijden'. Of en welke be- handelkeuzes er waren? „Geen idee. Ik was het spoor bijster." Een derde arts bood soelaas. Begin 30, maar o zo waardevol, zegt Van Drongelen: Lizza Hendriks, long oncoloog bij Maastricht UMC+. „Zij ziet dat achter de patiënt een mens zit." Om dat ook bij haar geneeskun- destudenten tussen de oren te krij- Vaak laat ik mensen even alleen op mijn kamer. Ik breng een kop koffie om ze op adem te laten komen gen, laat Hendriks Van Drongelen zijn verhaal vertellen. De Maas trichtse universiteit geeft, net als de andere opleiders, les in communica tie met de patiënt. „Het is goed voor artsen in opleiding om te horen wat slecht nieuws met iemand doet. Behandel iemand zoals je ook zelf behandeld wilt worden, kijk niet op de klok, ver schuil je niet achter een beeldscherm, maar zie de mens voor je, wat het nieuws met hem doet, benoem emoties. Pa tiënten met longkan ker zijn bijvoorbeeld bang om te ONLINE stikken als ze ernstig ziek zijn." Hendriks snapt het, maar zo veel collega's niet, betreurt Sandra van Duimen, hoogleraar communicatie in de zorg aan het Nivel (Nederlands instituut onderzoek van de gezond heidszorg) en het Radboudumc in Nijmegen. Veelvuldig onderzoek toont dat het artsen nogal eens ont breekt aan tijd en empathie. Empathie Van Duimen: „Vaak presenteren art sen een diagnose en ratelen ze ver volgens door met medische informa tie en details van een behandelplan." Aan dovemansoren gericht: „Een pa tiënt die slecht nieuws heeft gekre gen, hoort even helemaal niets meer. Het beste is om dan ruimte te laten voor emoties, een stilte te laten val len, aan te geven dat je begrijpt dat de boodschap erin hakt." Dokters zijn er bovenal om medische problemen op te lossen, emotionele dilem ma's zijn van een andere orde, stelt de hoogleraar. „Artsen vinden het moei lijk om te gaan met ge voelens. Ze hebben daar niet voor geleerd. Maar door het uit 1. 2. 3" 4. 5. de weg te gaan geven ze de patiënt het gevoel er alleen voor te staan, dat werkt allesbehalve geruststellend.' Al helemaal als ze zeggen: helaas, wij kunnen niets meer voor u doen. „Als de patiënt niet meer te gene zen is, dan kun je hem nog wél zo goed mogelijk naar het einde begelei den. Dus een zin als 'we zullen u niet alleen laten' is een stuk heilzamer." Empathie tijdens een gesprek, blijkt uit onderzoek, zorgt dat patiënten meer onthouden, minder bang zijn en minder pijn ervaren. Kopje koffie Maar er is meer nodig voor een goed slechtnieuwsgesprek. De arts moet zich inleven in de patiënt. Wat voor type mens zit er voor hem? Komt diegene zelf met vragen? Wil hij het roer in eigen hand nemen, of laat hij het liever over aan de dokter? Hoe ziet iemands thuissituatie eruit? Jaap Deinum (55), internist in het Radboudumc: „Het belangrijkste is dat een arts niet dikkedarmkanker in zijn spreekkamer ziet zitten, maar die 60-jarige vrouw met een echtge noot en drie kleinkinderen bij wie ze twee keer in de week oppast." Je ver diepen in de patiënt kan alleen als je er tijd voor hebt. Een specialist krijgt doorgaans zo'n tien tot vijftien mi nuten per patiënt. „Dat is véél te kort", zegt Deinum, die in dit soort gevallen de patiënt buiten zijn spreekuur om uitnodigt. „Niets erger dan dat de patiënt met betraande ogen een volle gang wachtende pa tiënten onder ogen moet komen." En zelfs als het rustig is op de afde ling: „Dan laat ik mensen vaak even alleen op mijn kamer, breng een kopje koffie om wat op adem te ko men. Als ik zie hoe het nieuws op een echtpaar inslaat, dan krijg ik ook wei eens een brok in mijn keel. Dat laat ik niet merken, want het draait niet om mij. Naderhand denk ik er wel over na. Heb ik het goed gedaan, heb ik de juiste woorden gebruikt?" Deinum verbaast zich over de ver halen dat collega's slechtnieuwsge- sprekken over de telefoon doen. En dat zijn zeker niet allemaal artsen van de oude stempel. „Het is ook een kwestie van je persoonlijkheid." Brutaal Uit onderzoek van Van Duimen van het Nivel - achttienduizend video opnames van arts-patiëntgesprekken van 1976 tot nu - laat niet zien dat het nu beter gaat dan vroeger. „Ja, het ging er destijds anders aan toe: de arts rookte nog, maar de patiënt komt nog altijd niet vaker aan het woord." Aannames dat de patiënt van te genwoordig zo brutaal en veeleisend is, gaan niet op, zegt Van Duimen. Wel constateert zij dat meer infor matie wordt verstrekt en meer be- handelmogelijkheden worden voor gelegd. Vervolgens ontbreekt het vaak nog aan gezamenlijke besluit vorming: wat is het beste voor déze zieke? En daaraan moet ook de pa tiënt bijdragen. „Dat kan alleen als je daar de tijd voor geeft en niet alles - diagnose, behandelopties, prognose - in één consult propt", zegt de hoog leraar zorgcommunicatie. Internist Deinum laat er daarom bewust een paar dagen tussen zitten. „Ik ben ervan overtuigd dat het per saldo efficiënter is. Een patiënt die in alle rust heeft gehoord wat de moge lijkheden zijn en die deze samen met mij heeft kunnen bespreken en afwe gen, klopt later minder vaak aan dan iemand die niet precies weet hoe het zit en vol twijfels blijft." dinsdag 8 november 2016 GO Francine Wildenborg 44 —Jaap Deinum Om patiënten bij moeilijke gesprekken te helpen, maakte promovenda Inge van Bruinessen met patiën tenvereniging Hematon een online module voor mensen met lymfeklierkanker. Ze krijgen vooraf informatie en voorbeeldfilmpjes te zien, zodat ze weten waarop ze moeten letten en wat ze kunnen vragen. Daarbij hebben ze de moge lijkheid hun gesprek op te nemen, zodat ze het na de emotionele achtbaan kun nen terugluisteren. Een prachtige tool in deze tijd, zegt hoogleraar Sandra van Duimen van Nivel. Maar artsen zijn verdeeld: bang dat ze er juridische conse quenties van ondervinden, hun gesprekken minder open kunnen voeren en een gevoel van wantrouwen de patiënt-artsrelatie verstoort. Sandra van Duimen: „Maar stoor je daar niet aan: vraag vooral of je het gesprek op je smartphone kan opne men." gesprekstips voor de arts Neem de tijd voor het gesprek. Voer het gesprek altijd in persoon. Toon empathie. Gebruik zinnen als: 'ik begrijp dat u hiervan schrikt'. Stort geen informatie over iemand uit, en al helemaal niet informa tie die er niet toe doet, zoals: 'u had ook een ander soort tumor kunnen hebben'. Kijk naar de patiënt als mens. Vraag je af: wat wil en past bij die persoon, en kom samen tot een wel overwogen besluit. Eventueel voer je twee of drie gesprekken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 51