Over de reden dat de
kerken van Lalibela
uit de rotsbodem zijr
gehakt, zijn diverse
verhalen in omloop
Zittend op een bankje in de Bet Maryam, de
uitbundigst gedecoreerde kerk van Lalibela,
daalt de magie van deze plek langzaam in.
Buiten zindert het kleine stadje van de bedrij
vigheid, hier binnen heerst een diepe stilte,
af en toe doorbroken door een monnik die
verzen uit een gebedenboek leest. Soms
binnensmonds, soms hardop. Door een
opening in de muur vallen flinterdunne
stralen zonlicht binnen.
De vloer van de kerk is bedekt met een
dikke laag tapijten en bevindt zich 10 tot 12
meter onder de grond. Voor het altaar zit een
hoogbejaarde man die buigt, bidt en in devo
tie enkele malen zijwaarts over de grond rolt.
Ondertussen komt rechts in de hoek een sta
pel met lompen in beweging. Het blijken geen
afgedankte kledingstukken te zijn, maar twee
nonnen die volledig in elkaar gedoken, met
het voorhoofd op de grond, naar de monnik
hebben geluisterd.
Het is duidelijk. De rotskerken, gelegen
aan de rand van het huidige Lalibela, vormen
allerminst een openluchtmuseum. Ze zijn
net als achthonderd jaar geleden, nog altijd
als gebedshuis in gebruik. Er lopen monniken,
priesters, nonnen, pelgrims en andere
gelovigen. Iedereen heeft zijn favoriete kerk.
Met een beetje geluk ben je er de enige
buitenlandse bezoeker en kun je je helemaal
onderdompelen in de sfeer van devotie.
De Bet Maryam, kerk van de maagd Maria,
is de oudste van de elf kerken. Het verhaal
wil dat de andere daarna binnen 24 jaar zijn
gebouwd. Een wonder dat door 40.000 arbei
ders zou zijn verricht. Of dat allemaal klopt,
is niet zo belangrijk. Bewonderen is hier
meer op zijn plaats. Zitten en kijken. Naar
de pilaren vol symbolen, muren met schilde
ringen, een plafond van houtsnijwerk, het
kruis van Lalibela, een Davidster in de gevel.
Terug buiten moeten de ogen wennen aan
het felle zonlicht. Hier op de binnenplaats
ontmoeten geloof en bijgeloof elkaar bij een
2 meter diep bad. Daar laten vrouwen die
maar niet zwanger worden zich op speciale
dagen aan een touw in het groene water
zakken dat onvruchtbaarheid zou genezen.
ÏOO procent Afrikaans
Nog even voor de duidelijkheid: de kerken
van Lalibela zijn met hamer en beitel uit de
rotsbodem van het stadje gehakt. Van boven
naar beneden dus. Tot 15 meter diep en 800
vierkante meter in oppervlakte. Een gigan
tisch werk, waarvan je je afvraagt waarom da
op deze afgelegen plek op 2.630 meter hoogte
is gedaan.
Het antwoord is vrij eenvoudig. Lalibela
heette destijds Roha en was de hoofdstad van
het koninkrijk met de Zagwe-dynastie aan he
hoofd. Nadat de moslims in de 12de eeuw het
oude Jeruzalem hadden veroverd, leek het
koning Lalibela (het stadje is later naar hem
46 zaterdag 5 november 2016
WG