ZEELAND GEBOEKT
D,
1
Menno Wigman te
gast bij Groede Literair
Filosoof Ad Verbrugge
spreekt in M iddelburg
De enige
echte taal
ZEELAND 9
Kees en Naan Rijk vertrekken in 1939 van hun boerderijtje bij Kruiningen
naar de Wieringermeerpolder. Kleindochter Marian Rijk vertelt hun verhaal.
I
De stamboom van de fami
lie Rijk zit in een mooie
groene kaft. Marian Rijk
was tiener toen ze erin
bladerde. En altijd uitkwam op de pa
gina waar Adriana Rijk bovenaan
prijkte. Adriana, zonder dat er een
naam van een man naast haar stond.
„We zijn geen echte Rijken" - giebel
de ze met jonge familiegenoten, „we
zijn een beetje onwettelijk."
Nu zijn we ruim twintig jaar ver
der. Marian Rijk (1973) werkt bij een
educatieve uitgeverij en heeft twee
thrillers gepubliceerd. Ze woont in
Leersum, tussen Utrecht en Veenen-
daal. Drie jaar geleden stelde vader
Petrus haar voor om eens goed in de
familiegeschiedenis te duiken. Im
mers, het verhaal van arme boeren
die eind jaren 1930 vanuit Zeeland
naar de pas drooggemalen Wieringer
meerpolder in de kop van Noord-
Holland verhuisden, is bijzonder ge
noeg om op te tekenen.
Dochter Marian Rijk ging aan de
slag. Ze dook in archieven, raadpleeg
de dienstbodenregisters. Het was
niet meteen een vooropgezet plan
om er een boek van te maken. Maar
van het één kwam het ander. Vorige
maand verscheen Polderpioniers, het
verhaal van een boerenfamilie.
Het boek beslaat ruim anderhalve
eeuw. Adriana Rijk is een landarbei
dersdochter, in 1832 geboren. Ze
groeit op in de polders bij Nisse. Als
ze 24 jaar is en er nog geen huwe
lijkskandidaat in zicht is, gaat ze als
dienstbode in Goes werken. Bij stof
fenhandelaar Frans Knitel aan de Op
ril Grote Markt. Die heeft drie zo
nen. Ludo, de jongste, is ziek. Adria
na verzorgt hem. Op 26 september
1859 keert Adriana terug naar haar
ouderlijk huis. Ze is dan 27 jaar, onge
huwd en zes maanden zwanger. Op
9 januari i860 wordt Jan geboren:
een 'voorkind', zoals dat genoemd
wordt, onwettig en buitenechtelijk.
Hij krijgt zijn moeders naam, Rijk.
Of Ludo Knitel de vader is? Het
staat nergens zwart op wit. Maar als
je alle puzzelstukjes bij elkaar legt,
kan het volgens schrijfster Marian
Rijk niet anders. Adriana krijgt van
Frans Knitel de belofte mee, 'dat er
voor het kind zal worden gezorgd'.
Die buitenechtelijke Jan legt de ba
sis van het geslacht Rijk. Hij trouwt
in 1892 in Ovezande met de katholie
ke landarbeidersdochter Joanna
Pover. Met financiële steun van de
Goese stoffenhandel kan hij pacht
boer worden bij Kruiningen.
Een jaar later, in 1893, wordt zoon
Kees geboren. Via hem komt de
West-Brabantse familie Lodiers in
beeld. Marijn Lodiers is een heren
boer die aan lager wal raakt en met
zijn gezin in de omgeving van Krui
ningen terecht komt. Kees Rijk en
Marijns dochter Naan trouwen in
Polderpioniers
1935. Ze betrekken een huis - Wacht
post 30 - pal aan de spoorlijn tussen
station Kruiningen-Yerseke en Krab-
bendijke. In die jaren wordt de Wie
ringermeerpolder ontgonnen. Kees
is keuterboer en meldt zich aan voor
het nieuwe land, om zo 'superboer'
te worden. Eind 1939 verhuist het ge
zin naar Slootdorp. In het voorjaar
van 1945 maken ze daar de onderwa
terzetting door de Duitsers mee.
Van Zuid-Beveland naar de Wie
ringermeerpolder. Marian Rijk
noemt het een succesvolle 'emigra
tie'. Ze schreef een boek over het le
ven van boerengezinnen, de familie
perikelen over de verdeling van
grond en de niet te benijden positie
van vrouwelijke nakomelingen: „Boe
rendochters mogen alleen melken
en karnen en helpen bij het huishou
den, maar niet de baas zijn."
Dichter Menno Wigman
(1966) is volgende week
zaterdag 12 november te
gast in Groede. Hij zal voordragen
uit recent werk, de bundels Harde
modder en Slordig met geluk. En hij
gaat in gesprek met PZC-verslagge-
ver Jan van Damme. Wigman was
stadsdichter van Amsterdam, vo
rig jaar ontving hij de A. Roland
Hoist-Penning. In 2013 was hij
'gastdichter' in Sluis. De avond
van stichting Groede Literair be
gint om 20.00 uur in Galerie De
School.
Zeeuwse schrijvers
In Nederland spreek en schrijf
je Nederlands, daarover zou ie
dereen het eens moeten zijn.
Toch wordt onze tijd geteisterd
door types die zich graag bedie
nen van zelfbedacht Engels. Net
zoals je in de zeventiende eeuw fi
guren had die pronkten met La
tijn van eigen makelij. Neem Jas
per van Kinschot, op oudejaarsdag
1649, slechts 27 jaar oud, te Middel
burg gestorven aan de tering. Zijn
achternaam leende zich niet goed
voor latinisering, het Caspar Kin-
schotius oogt nogal sukkelig. Maar
hij dichtte in het Latijn een com
pleet oeuvre bij elkaar, waarin we
onder meer stuiten op 'Iter
Toxandricum', in dit geval bete
kent dat 'Zeeuwse Reis'. Het werk
is opgedragen 'ad Goesios Fratres',
Latijn dat geen uitleg nodig heeft.
De bewoners van Brouwersha
ven zullen niet blij met het dicht
werk zijn, vanwege de regel 'Quo
celebretur habet vix Brouershavia
quicquam', Brouwershaven heeft
nauwelijks iets prijzenswaardigs.
Behalve dan Cats en 'doctos Ho-
bios', de geleerde Hobiussen. Tot
deze familie behoorde Jacob Ho-
bius, omstreeks 1584 geboren, in
1620 gestorven, burgemeester van
de stad en dichter van 'etlyke
geene onaardige rymen'. Er zijn
nog welgeteld twee gedichten van
hem bekend. Het ene, gedrukt in
1618, is een lofdicht op zijn be
roemde achterneef, Jacob Cats.
Gedicht nummer twee ver
scheen postuum in 1623, in de
Zeeusche Nachtegael. Een verade-
Jacob
Hobius
ming na al dat Latijn, een wonder
ook in vergelijking met alle Bijbel
se, mythologische en gelegen
heidspoëzie van destijds. 'Vis-
scher-praetie', zoals het werkje
heet, biedt een verrassend brokje
zeventiende-eeuws Zeeuws leven.
Alleen al de ongekunstelde na
men van de twee sprekers: Steven,
net terug gekomen van zee, en
Martijntje, 'de schoonste van ons
Schouwen' naar hij meent. Hij wil
maar één ding, zij wil maar één
ding, maar dat kunnen ze niet zo
rechtstreeks zeggen.
Geen laf Latijn, laat staan erger
lijk Engels, maar de enige echte
taal, na vierhonderd jaar nog glim
lachend en knipogend.
Luister even mee naar het meis
je Martijntje op de Schouwse ka
de:
'Wat meen je dat ik ben zo hard as
jouw schips steven?/ Dat ik alleen
van hout of yser ben gemaakt
Filosoof Ad Verbrugge
geeft vrijdag 11 november
een lezing in de aula van
de Zeeuwse Bibliotheek
(ZB) in Middelburg.
Verbrugge (Terneu-
zen, 1967) houdt zich
in zijn werk bezig
met de tijdgeest. Zo
analyseert hij in zijn
essaybundel 'Tijd van
onbehagen' (2004) de pro
blemen van de westerse sa
menleving als een 'cultuur op
drift'. In 2013 verscheen het eer
ste deel, 'Het offer van de liefde',
van zijn tweedelige werk 'Staat
van verwarring'. Het is een
hernieuwde bezinning
op onze tijd.
Verbrugge geeft de
lezing op uitnodi
ging van de taak
groep Spagaat van de
vrij zinnig-remon-
strantse Koorkerk in
De lezing
is voor iedereen toeganke
lijk. Toegang: 9 euro (inclusief
koffie/thee). Aanvang: 19.30 uur.
vrijdag 4 november 2016
Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland
en boeken van Zeeuwse schrijvers
olderpioniers uit Zeeland
Jan van Damme
k Het gezin Rijk in 1939 voor Wachtpost 30 aan de spoorlijn bij Kruiningen, net voor de verhuizing
naar de Wieringermeerpolder. Vlnr: Kees Rijk, oudste zoon Petrus - de vader van schrijfster Ma
rian Rijk, moeder Naan met Jan.
TWJ.' r
Marian Rijk
Polderpioniers
Marian Rijk
Uitgeverij Ambo Anthos
272 pagina's, 18,99 euro
Presentatie: 11 nov. om
15.00 uur in De Koperen
Tuin Goes.
Menno Wigman. foto peter nioolai
Mario Molegraaf
Do fctfvifcyJnfcy ptfrnir
—circa 1584
1620