'Ik voelde spyt,
maar de
wetenschap
dat het zo edit
beter was,
woog zwaarder'
'Ik wilde me tijdens
haar geboorte niet
laten drogeren,
want onder die
omstandigheden
was ze ook al
verwekt'
Na een paar jaar ontving ik via de Fiom een
brief. Van mijn dochter. 'Lieve mama', stond
erboven. Wat was ik blij! Ze schreef dat ze
lieve ouders had gekregen en een fijn leven
had. Ook stuurde ze foto's, die ik met haar
brieven in een kistje bewaarde. Steeds als ik
erin keek, was ik zo trots op haar. 'Wanneer
mag ik mijn dochter zien?' vroeg ik meerdere
keren aan de Fiom. Toen ze een jaar of elf
was, stemden de adoptieouders toe. Ik sprong
een gat in de lucht, maar was ook heel zenuw
achtig. Hoe zou het zijn om eindelijk mijn
kind te ontmoeten? We spraken af bij de
Fiom, ik kwam de kamer binnen en zag haar
zitten. Zo'n mooie, open glimlach had ze. We
gaven elkaar een hand en zaten allebei vol
met vragen. Zij wilde weten wat ik deed, of ik
een relatie had, of ik nog andere kinderen had
gekregen. Het moet voor haar ook heel onwer
kelijk geweest zijn om opeens oog in oog te
staan met haar biologische moeder. Ik had
mijn vragen allemaal op papier gezet, maar
ben de helft vergeten te stellen. Wel zag ik dat
het goed met haar ging, dankzij haar adoptie
ouders die haar alle kansen konden geven. Ik
was ze daar heel dankbaar voor, en dat ben ik
nog steeds.
Zelf zat ik op dat moment nog altijd niet op
het juiste spoor. Ik zat weer in een verkeerde
scene, in mijn omgeving werd veel drugs en
alcohol gebruikt en ik had een relatie met een
verkeerde man. En hoewel ik sinds de adoptie
heel zorgvuldig aan de pil was, raakte ik door
antibioticagebruik toch zwanger. Mijn vriend
wilde de baby niet en liet me zitten. Wéér
stond ik er alleen voor: geen vaste baan, ver
keerde vrienden, slechte vooruitzichten. En
dat met mijn achtergrond - ook
dit kindje kon ik niet zelf houden.
Maar ik had een familielid dat
geen kinderen kon krijgen en
graag voor de baby wilde zorgen.
Jeugdzorg was er enorm op
tegen, noemde het 'belangenver
strengeling', maar ik heb het
doorgedrukt. Mijn zoon is in de
familie gebleven. Eén keer per
maand zie ik hem. Hij komt naar
me toe, noemt mij 'mama Ellen',
geeft me een dikke knuffel en
zegt: 'Ik hou van je.'
Mijn dochter is inmiddels
meerderjarig, maar we hebben
momenteel geen contact. Ze is
boos en verbitterd omdat ik haar
nooit heb verteld wie haar vader
is. Maar wat had ik moeten zeg
gen? Dat ik verkracht ben in Ber
lijn? Daar kan je toch niet mee
aankomen bij je kind? Toch zal ik
dat binnenkort moeten doen. Ze
is er nu oud genoeg voor en heeft
er recht op te weten hoe en door
wie ze verwekt is. En dan maar
zien hoe ze daarop reageert.
Twee keer heb ik een kind ge
kregen dat ik niet zelf kon opvoe
den. 'Je moetje laten steriliseren',
zei de vrouw van Bureau Jeugd
zorg tegen mij. Het kreng. Als je
je kind ter adoptie afstaat, zijn er
heel wat mensen die daar iets van
vinden. De één vindt het een
dappere beslissing, de andere
noemt je een ontaarde moeder.
Het is een taboe: zoiets doe je
niet. Het is slecht. Maar dat is
onterecht, vind ik. Want moet je
kijken hoe mijn kinderen terecht
zijn gekomen. Ze hebben het op
alle fronten beter dan bij mij, qua
financiën, stabiliteit, huisvesting,
opleiding, toekomst. Het leven
dat ze nu leiden, had ik ze niet
kunnen bieden. Hoe pijnlijk ook,
ik had het zelf niet beter kunnen
doen."
magazine 37
SOOK EEN VERHAAL?
Mail naar magazine@persgroep.nl