We willen zo graag een familie kunnen blijven COLUMN Het hoge woord moet eruit. Monica vertelt haar beste vriendin over haar statusverandering. Monica Beek (39) is journalist en heeft twee dochters. magazine 15 Vrijgezel Mijn beste vriendin en ik zitten in een koffietentje. Iets groots vertellen, dat doe ik liever niet over de telefoon. Dus ik heb gewacht tot ze weer in Nederland is en haar opgehaald van het treinstation. „Het is klaar, we zijn uit elkaar." Ik gooi het op tafel voor ik de moed verlies de woorden uit te spreken. En begin met een met de vergoelijkende uitlegriedel: we staan er allebei achter, we hebben geen ruzie, je kunt ook te laat uit elkaar gaan en dat willen we al helemaal niet. Maar dit is m'n beste vriendin, die prikt overal doorheen. Ze legt een hand op mijn arm en daar komen de tranen. Na zestien jaar samen en met de twee beste dochters van de wereld, snapt ze ook wel dat dit het moeilijkste besluit is dat ik ooit heb genomen. Het werkt niet, al hebben we er nog zoveel energie tegen aan gegooid. „Maar tegelijkertijd", snot ter ik, „heb ik ook het gevoel alsof ik een veel te zware koffer mag neerzetten." Man en ik noemen het onze statusveran dering. We gaan uit elkaar, maar niet op de klassieke manier. „We willen zo graag een familie kunnen blijven", zeg ik. „Dat het met z'n tweeën niet meer werkt, betekent toch niet automatisch dat wat we met z'n vieren hebben ook moet eindigen?" Hij een ander huis, ik een ander huis en dan maar op en neer met de kinderen - nee, dat zien we niet zitten. Ik begin te ratelen over hoe we het wil- len aanpakken. Hij de ene zolderkamer, ik de andere. En over een tijdje zoeken we een huis dat we echt kunnen opdelen. Een boven- en benedenwoning bijvoorbeeld. Of misschien twee huizen naast elkaar. „En dan breken we ergens een muurtje door zodat de kinderen makkelijk op en neer kunnen." Want hoe moet het anders met alle leuke dingen die we nog wel doen met z'n vieren? Zondagochtend American pancakes bak ken, vrijdagavond lekker voor de televisie eten en een uur later dan normaal naar bed. Of gewoon een boekje lezen 's avonds en ook papa nog een kus kunnen geven. Ze neemt een slokje van haar thee en zegt: „Geen slecht plan. Het zal niet altijd makkelijk zijn, maar jullie kunnen dit wel." Ik voel de knoop uit m'n maag zakken. Toch fijn als de gene die jou het beste kent van iedereen niet denkt dat je gek bent geworden. „Maar ook al blijven jullie bij elkaar wonen, je bent dus wel weer vrijgezel." We schieten allebei in de lach. Na zestien jaar weer vrijgezel. Ik moet er nog even aan wennen. monica@persgroep.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 78