COLUMN MONICA
'Mama, ik wil nooit
meer bij jou op
de fiets'
De verpleegkundige in het ziekenhuis werpt
Monica een beschuldigende blik toe.
En terecht.
Monica Beek (39) is journalist en woont samen
met haar vriend en hun twee dochters.
magazine 15
0 REAGEREN?
monica@persgroep.nl
Spaakgeval
Een gil, een slinger en daar liggen we
met z'n tweeën op de straatstenen.
Een rustig weggetje, dat is dan het
voordeel. Ik til de fiets op en daarna
Jongste Dochter. „Mijn voet, mijn voet",
brult ze. Ik ga op de stoep zitten met haar
in m'n armen. Haar rechtervoetje, haar
schattige mollige rechtervoetje, is tussen
de spaken gekomen en heeft een schaaf
wond van de binnenkant van haar enkel tot
aan de tenen. Ik wil ook heel hard huilen.
Hoe erg is de voet beschadigd? Moet ik
naar het ziekenhuis? „Mama, ik wil naar
huis", snikt ze tussen twee uithalen door.
Oké, laten we dat dan maar eerst doen, ik
weet het anders ook niet. Ik laat de fiets
staan en draag haar de resterende drie
straten. Man racet na mijn alarmerende
telefoontje ook naar huis en in zijn armen
bedaart ons meisje een beetje. Weer op
adem zegt ze hartverlammende dingen als
'mama, ik wil nooit meer bij jou op de fiets,
het is jouw schuld', 'als ik nooit geboren
was, had ik nu niet zo'n pijn' en - voor de
zekerheid - 'morgen ga ik dus echt niet
naar school.'
Ze heeft groot gelijk dat het mijn schuld is.
We hebben ons huis door de jaren heen
kinderproof gemaakt. Voor de trap hadden
we hekjes, boven én beneden, haar peuter
bedje had een valscherm, stopcontacten
waren afgedekt, de kinderstoel had een
tuigje voor extra veiligheid en in de auto
hadden we de duurste stoeltjes, want die
waren vast het best. Waarom dan geen
voetbeschermers bij het achterzitje op
mijn fiets? Waarom?
Laksheid, meer kan ik er
niet van maken. Zo'n
voetje tussen de spaken,
dat zou ons niet gebeu
ren, want ik waar
schuwde Jongste
Dochter toch altijd dat
ze de steuntjes moest
gebruiken?
De volgende ochtend
hoeft ze inderdaad niet
naar school, maar moet
ze wel naar de huisarts.
De voet is blauw, heeft
korsten en is bovenop
gezwollen. Ik vertrouw
het niet. Een uur later zit
ten we in de wachtkamer
van de röntgenafdeling
van het ziekenhuis. De
verpleegkundige zucht
als ik zeg dat het een
spaakgeval is en werpt
een beschuldigende blik
mijn kant op. Ja, dit soort
voetjes ziet ze vaker. De
foto's moeten twee keer
over want bewogen,
daarna wachten we op de
gang op de uitslag. Even
later komt de verpleeg
kundige naar buiten: 'Niks
aan de hand hoor, meisje.
Niks gebroken.' Ze aait
haar even over haar krul
len. 'Je mag lekker naar
huis'. Opgelucht lopen we
samen naar buiten, ten
minste, ik loop, zij hinkt.
En ik weet: op de ladder
van goede moeders ben ik
een knap eind gedaald.