9 <je bent de mooiste vrouw die ik ken', zei hij steeds opnieuw. ik eiste een spiegel van een verpleegster. 'Ben u daar klaar voor?', vroeg ze.'Weet dat schoonheid vanbinnen zit. In uw hart' Ik wist meer dan genoeg Sinds kort kan ik lopen zonder looprek. Nog niet snel en niet goed, maar het gaat Jf Van mijn man kreeg ik geen spiegel. plaus. De tranen rolden over mijn wangen." Thuis, in Mumbai, kreeg ze een ongekend wel kom. Werkgever Jet Airways had heel haar familie uitgenodigd in een hotel. „Als een VIP werd ik be handeld." Voor het éérst sinds de aanslagen, zes weken eer der, zag Nidhi Chaphekar haar twee kinderen - zoon Vardaan (14) en dochtertje Vriddhi (10) - te rug. „Ik ben zo trots op hen", zegt Nidhi terwijl ze Vriddhi een extra knuffel geeft. „Het was net exa menperiode, toen de aanslag gebeurde. Maar ze zijn beiden geslaagd. Ze misten geen énkele les." Alleen de eerste ochtend was dochtertje Vriddhi iets te laat op school. „Toen ze binnenkwam, ston den alle klasgenootjes recht en waren ze aan het bidden. Vriddhi excuseerde zich omdat ze te laat was voor het gebed, maar de leraar suste haar: 'Het is voor je mama en voor jou dat we bidden', zei hij. 'Maar het komt vast wel goed.'" Wat de kinderen hielp was dat ze al die tijd niet goed wisten hoe erg hun moeder eraan toe was. „Ze hadden enkel dat ene beeld in de kranten en op televisie gezien. En ja, ik zag er niet uit - maar ik lééfde. Ik leek ook niet zo ernstig gewond. Ei genlijk hebben mijn man en ik zo lang mogelijk geprobeerd om dat beeld van me te bewaren." Tot ongeveer een maand na de aanslagen. „Mijn man Rupesh was al die tijd aan mijn zijde geble ven. En toen ik ontwaakte, wilde ik hem vastpak ken. Maar ik kon mijn armen niet eens bewegen. Mijn spieren waren zo zwak. Ik voelde dat er iets aan mijn gezicht was, maar ik kon met mijn vin gers niet tot aan mijn hoofd." Mooiste vrouw Nidhi toont foto's van daags voor de aanslag, toen ze met haar collega's Brussel verkende. „Mijn lan ge, krullende haren waren weggebrand, dat wist ik. Maar hoe ik er verder uitzag, dat wist ik niet. Van mijn man kreeg ik geen spiegel. 'Je bent de mooiste vrouw die ik ken', zei hij altijd maar op nieuw. 'En dat zal je altijd blijven.' Maar na een maand ging hij even naar huis om bij de kinderen te zijn. Toen éiste ik een spiegel van de verpleegster. 'Bent u daar klaar voor?', vroeg ze. 'Weet dat schoonheid vanbinnen zit. Dat zit in uw hart. En u hebt een heel mooi hart.' Ze wilde me voorzichtig voorbereiden. Ik wist meer dan genoeg." Toen de verpleegster de spiegel gaf, zag Nidhi voor het eerst zichzelf terug. „Dat was de eerste keer dat ik weende. Mijn lange haren weg, mijn ge zicht verminkt. Alles wat ik nodig heb om een mooie stewardess te zijn, hadden die terroristen me afgepakt. Twintig jaar geleden werd ik nog tweede bij een missverkiezing, ik wéét wat schoonheid betekent. En ik was niet meer mooi. Ik was verdrietig." Nidhi vertelde via Skype aan haar man dat ze toch in een spiegel had gekeken. „Dan haal ik er nu de kinderen bij, want zij willen je ook zien", zei hij. „Ik was bang voor hun reactie, maar toen ze me zagen, waren ze zo gelukkig. Ze lachten. Ze vroegen wanneer ik naar huis kwam. Ze konden niet wachten. 'Snel', zei ik. Hun ongelooflijk mooie reactie heeft mijn herstel bespoedigd." Nog een paar weken moest Nidhi dagelijks uren lang werken aan dat herstel. „Dokters wilden me niet laten gaan als ik niet goed genoeg was." Na een paar weken kwam de dokter binnen: het is tijd om naar huis te gaan, zei hij. En dus herstelt de vrouw nu thuis, in Mumbai. De verwondingen in haar gezicht zijn amper nog zichtbaar. „Dagelijks moet ik nog revalideren, per manent heb ik handschoenen aan en tien uur per dag draag ik een drukmasker voor de brandwon den." Maar dan staat Nidhi op en wandelt ze naar een kast in de woonkamer. „Sinds kort kan ik ook al lo pen zonder looprek. Nog niet snel en nog niet goed, maar het gaat al. Weet u dat ik eigenlijk nog niet zo lang écht thuis ben? De eerste weken na mijn aankomst verbleef ik bij mijn zus. In haar ap- partementsblok is een lift. Hier niet. We wonen vier hoog. Ik zou opgesloten gezeten hebben." Lange tijd is ze dat ook geweest. „De eerste keer dat ik écht buiten kwam, in Mumbai, was op 28 juni. Meer dan drie maanden na de aanslag. Mijn man, kinderen en ik zijn toen samen naar de film geweest. Een zalig moment. Ik grijp zulke momen ten aan om ook altijd weer harder te werken aan mijn herstel. Vandaar dat ik nu ook al zonder hulp Ach, wat was het toch een vreselijke gebeurtenis." Nidhi kijkt even naar de iconische foto. „Ik zit er maar wat vreemd op, vind u niet? Mijn been bloedde heel hard. Ik wilde het bloeden stelpen door het been te knellen op de leuning van de stoel. Ik wilde het ook afbinden, met het lint dat ik droeg waaraan mijn badge hing. Toen ik die zocht, voelde ik pas dat de kleren van mijn lijf ge scheurd waren." Koning Met haar vingers streelt ze over de foto. „Weet u dat het éigenlijk mijn vlucht niet was, die dag? Een collega moest vliegen. Ik had gevraagd en ge- sméékt om die vlucht. Het was de laatste in zijn soort. Jet Airways zou Mumbai-Brussel-Newark niet meer doen. Dus ik wilde die 'historische' vlucht doen, maar mijn collega kreeg ze. Tot die een dag of twee voor de vlucht belde: haar licentie was niet tijdig in orde. En zo kwam het dat ik mee vloog en met mijn collega's de dag daarvoor Brus sel verkende. Dat ik er die ochtend was, dat was het noodlot." Dochtertje Vriddhi zit tijdens het gesprek stille tjes naast haar moeder. „Ga maar even je huis werk maken", zegt Nidhi ineens. „Ze doet dat al tijd. Als er bezoek is, komt ze erbij zitten in de hoop details te horen die ze nog niet kende. Ze is zo veranderd door de gebeurtenis. Mijn zoon ook. Hij is een tiener, maar hij knuffelt méér dan vroe ger. Ik denk dat we bewuster leven. We ergeren ons minder aan kleine dingen. We genieten meer van elkaar, van het leven." Over alles wil Nidhi praten. Maar over de terro risten zélf wil ze niets zeggen. „Ik ken hun namen niet, ik ken hun achtergrond niet. Ik weet dat er lang is gezocht naar een man met een hoedje en dat ze die ook hebben. Meer weet ik niet en meer wil ik niet weten. Ik steek mijn energie liever in mijn herstel en in positieve dingen." Uit de kast diept ze een schrift en een hoop krantenartikelen op. „Ik ben een boek aan het schrijven. Nog vaak flitsen er dingen door mijn hoofd die ik vergeten was. Ik schrijf alles op. Wan neer het boek af is, weet ik niet. Ik heb tijd." Ook foto's heeft ze bewaard. Op één van de beelden staat de Belgische koning Filip. „Die is me komen bezoeken in het ziekenhuis." Nidhi lacht ineens. „Ik ben wellicht de énige ter wereld die kan zeg gen dat ze de koning op bezoek kreeg en zich er niks van herinnert. Ik lag nog in een diepe coma. Ik hoop hem op een dag te kunnen begroeten." Nog een man die ze snel hoopt terug te zien, is de politieman die op haar inpraatte en zo voor kwam dat Nidhi het bewustzijn zou verliezen. „Twintig minuten zat die man aan mijn zijde. Hij vroeg mijn naam, mijn geboortedatum. Hij vroeg hoe mijn man heette, mijn kinderen. Hij zei dat ik vol moest houden, dat hulp onderweg was." De politieman in kwestie, Alain, bezocht Nidhi nader hand in het ziekenhuis.„We hebben nog altijd con tact via sociale media. We sturen elkaar foto's van onze kinderen. Hij heeft gezegd dat hij eens naar Mumbai zal komen. Ik hoop het zo." -Nidhi Chaphekar kan lopen. Véél sneller dan dokters hadden ver moed. Maar bij lange afstanden, als ik naar de markt ga, heb ik nog een looprekje nodig. Ik ben trots op mijn progressie." Tijdens het gesprek rinkelt de telefoon van Nid hi. Het is het secretariaat van een bekende arts in Mumbai. „Fantastisch nieuws, dan kom ik van avond nog", zegt Nidhi, waarna ze neerlegt. Net als zovele slachtoffers van de aanslagen heeft ook Nidhi nog last van oorsuizingen. „De knal was zo hard, het gaat niet weg. Al maanden proberen we een afspraak bij deze dokter te krijgen en nu blijkt er net een plekje te zijn vrijgekomen. Dit is goed nieuws." De brandwonden moeten nog helen, haar ge hoor is slecht. Maar ook haar lichaam zit nog vol kleine metalen schilfertjes. Nidhi drukt ineens mijn wijsvinger op een plekje op haar onderarm. Het voelt aan alsof het puntje van een naald van binnen naar buiten wil. „De splinterbom maakte verwondingen over heel mijn lichaam. De groot ste stukken zijn eruit gehaald. Maar de kleine stuk jes zitten er nog steeds in. Die komen vanzelf naar buiten, omdat mijn lichaam ze afstoot. Wat u voelt, is zo'n stukje. Morgen of overmorgen zal het wel tevoorschijn komen. Ik voel er zes zitten op dit moment. Hoeveel het er nog zijn, weten dokteren ook niet." Eén stukje metaal boezemt haar de meeste angst in. „Dat zit achter mijn oog. Het kan niet verwijderd worden. Maar het mag ook niet te veel meer bewegen, anders zouden de gevolgen ernstig kunnen worden..." De metalen stukjes die uit haar lichaam komen, bewaart ze in een potje. „Ik weet eigenlijk niet waarom. Op een dag zal ik ze wel weggooien, ze ker. Maar nu nog niet. Ook het horloge dat ik droeg op het moment van de aanslag, heb ik nog. De tijd is blijven stilstaan op 8.08 uur. De ringen die ik droeg, moesten ze doorknippen, omdat ze anders niet van mijn gezwollen vingers gingen. donderdag 22 september 2016 ■4 Nidhi in Mumbai in gezelschap van echt genoot Rupesh, dochter Vriddhi en zoon Vardaan. FOTO'S JOOST DE BOCK Nidhi in het zieken huis in België met brandwondenspecia list Raymond Peeters.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 9