ZEELAND 17
Als Wiebe Radstake op
de oceaan zit, verlangt hij
naar huis. Maar als hij
thuis is, wil hij terug
naar het wijde water.
want die moet gewoon goed zijn. Maar ik kan niet elke
dag naar het terras. Omdat ik het geld niet heb, maar
vooral ook omdat ik het er niet aan wil uitgeven."
„Steeds kleiner. Ik volg zelfs het nieuws niet meer. Ja,
soms neem ik wat kranten bij mijn ouders mee. Omdat
ik ze nodig heb om vuur te maken. En dan betrap ik me
zelf er wel eens op dat ik iets lees wat een week geleden
gebeurd is. Maar ik mis niks. Je leest toch overal hetzelf
de. Maakbaar nieuws. Alles is bedacht. Tot de Sex Pis
tols aan toe, ontdekte ik na mijn punkperiode. En alles,
maar dan ook alles draait om geld. Olie. Wapens. Ook
die rotoorlogen. Ik wil het niet eens meer weten."
„Door mensen. Jules Deelder zei het al: 'De omgeving
van de mens is de medemens.' Er zijn zo veel leuke
mensen. De jongen die ik ontmoette op Sicilië, met
een notenboomgaard op de Etna. De Vlaamse schrijver
die ik leerde kennen op een festival in Oostende. Mijn
band, Zinkzand. We klooien wat aan, maar komen er
wel mee door heel Nederland en België. De zee, de Oos-
terschelde. Die prachtige Oosterschelde. Ik kan er zo
naar verlangen als ik weg ben. Vooral de geur. Zo bij
zonder, dat zilte. Je ruikt de mossels, de oesters. Het
valt me altijd weer op als ik terug ben."
„Fantastisch. Eén keer zagen we twaalf dagen lang al
leen maar water om ons heen. Niets dan water. En in
eens fladderde er een vogel voorbij. Verdwaald, com
pleet uitgeput. Dagenlang hebben we geprobeerd hem
te vangen en te voeren, maar hij ontsnapte steeds
weer. Op een gegeven moment stortte hij in zee. We
zagen het gebeuren. Zaten we daar met vijftien man te
snikken om zo'n klein rotvogeltje."
„Maar het is ook wel eens zwaar. Als er oostelijke
wind uit Rusland staat en we van gekkigheid niet
meer weten hoe we het warm moeten krijgen. Aan
boord merk je hoe almachtig de natuur is. In de maat
schappij merk je er niets van. Dat mis ik. Iedereen wil
overal controle over houden. Als ze willen weten wat
het weer wordt, kijken ze niet naar de lucht maar naar
hun iPhone. Je ziet het zelfs bij de Volvo Ocean Race:
als iets dreigt mis te gaan, rennen die gasten naar bene
den om in te loggen bij het helpcenter. Stuur gewoon,
man!"
Wiebe zegt even niets. Maar achter het boek en de opge
trokken knieën van zijn vriendin klinkt gelach. Wiebe
geeft toe: „Ik denk nu steeds: eigenlijk moet ik zeilen.
Maar zodra ik op het schip zit, wil ik weer naar huis."
„Ik heb steeds het gevoel dat het ergens anders leuker
is. Dat komt gewoon omdat ik zo veel mogelijk uit het
leven wil halen. Als ik 's ochtends opsta, denk ik: zo,
we gaan er weer tegenaan! Dingen doen! Het moet al
leen allemaal niet te gewoon worden. Ik heb met Zink
zand ook wel eens een nummer geschreven dat even
klonk als Blof. Hup, snel een achterlijke twist erin. An
ders worden we nog eenheidsworst."
Wiebe zoekt weer een boek dat hij vervolgens niet
vinden kan. Een dichtbundel. „Slauerhoff. Ook een zee
man. 'In Nederland wil ik niet leven' heet het. Aaargh,
waar is het nou?"
„Ja. Dat. Toch wel handig, zo'n iPhone."
zaterdag 17 september 2016
Wordt je wereldje niet heel klein?
Met zo veel scepsis, hoe kom jij dan zo vrolijk?
Hoe is de oceaan?
Waar ben je het liefst?
Dat past niet echt bij de relaxte levensstijl die je uit
straalt.
In Nederland wil ik niet leven,
Men moet er steeds zijn lusten reven,
Ter wille van de goede buren,
Die gretig door elk gaatje gluren.
Wiebe Radstake:
„Elke keer als ik terug
ben in Nederland,
hoor ik de mensen
over hoe erg het toch
allemaal is. Kom op
man, het leven is zo
leuk als je wil!"
FOTO'S MARIEKE MANDEMAKER