BUITEN
Bethlehem
in brand
ZEELAND 11
Tijdens een date wandel ik bij
Veere. Net als ik denk dit is de
meest romantische route ooit
stuitten we op de relatieboot.
Nog even richten: Paf!
Tot grote ergernis
van hun moeder
zijn de twee broer
tjes niet van de Na
poleontische voorladers met
zicht over het Veerse Meer af te
krijgen. 'Boys will be boys', zeg
ik tegen mijn metgezel, die me
enthousiast de techniek van ka
nonnen uitlegt. Het geknisper
van het schelpenpad onder onze
voeten, de schreeuwende meeu
wen, het klotsende water, de mu
ziek van de masten in de Veerse
Haven én knappe kornuit verlei
den me op deze wandeling.
We ontmoeten Arthur in het
grasveld achter de Torenwal. Hij
voelt zich de koning te rijk in
Veere. Samen met zijn Guinevere
maakt hij pas op de plaats in Zee
land. De vaart der volkeren heeft
deze IT-manager opgebrand.
Toch kan hij moeilijk niks doen.
Tekenen biedt voor hem dé uit
weg. De Campveerse Toren waar
we op uitkijken werd vijf eeuwen
geleden gebouwd als onderdeel
van de vesting Veere. Arthur te
kent hem zeer verdienstelijk.
Terwijl de klokken van het
Veerse stadhuis het carillon
slaan, vertraagt de tijd. Veere
neemt je mee naar het verleden.
Het stadje is weliswaar platgelo
pen en niet alleen door Napoleon
en soldaten, het blijft betoverend.
De catacombe van de Stenen
Beer brengt ons van het bolwerk
naar de Zeedijk. We belanden op
het Veerse Strandje. Uit angst dat
de rust er gestolen wordt, be
schrijf ik dit verborgen pareltje
liever niet verder. We passeren
paardenbloemen. Het kost me
moeite om niet 'ik hou van hem,
ik hou niet van hem' te spelen.
Een libelle zoeft op haar beurt
wél klierend boven mijn hoofd.
Bij een eenzaam zeilbootje 'Uit
vlucht', gaan wij de trap op, door
kruisen de Polderdijk en duiken
het Veerse Bos in. Eenmaal het
bos uit worden we geconfron
teerd met de bewoonde wereld.
Een oldtimer raast voorbij. De
vrouw gaapt, de man achter het
stuur peutert in zijn neus.
Door het houten hek met de
tekst dat in 1809 de Zeeuwse
koorts honderden soldaten velde,
De wandeling
komen we weer op de velden van
het Bolwerk. Van de paarden-
vlaaien op het pad, kijk ik op
naar de in de verte trots wappe
rende vlag van het Nazomerfesti
val op de Grote Kerk.
We vleien ons neer op het hou
ten bankje met prachtig uitzicht
op de molen. De geschiedenis
boeit ons op dat moment min
der. In het nu wordt onze aan
dacht getrokken door het naastge
legen pontje. „Dat is een relatie
boot", zegt mijn heerschap. Hij
velt genadeloos zijn oordeel over
de stellen die aan een touw moe
ten trekken om de overkant van
het water te bereiken.
De relatieboot-whisperer
denkt dat de vrouw die met haar
armen over elkaar het geploeter
van haar man bekijkt, de broek
aan heeft. „Wedden dat ze hem
aan het eind ook nog vertelt dat
hij het anders moet doen." En ver
hipt, hij krijgt gelijk! Bij een vol
gend paar trek ik de stoute schoe
nen aan en maak een praatje. De
Duitse man bombardeert me met
feitjes die ze net lazen. Hun sa
menspel op de boot daarna wijst
uit, wat ik door het gesprek al
wist. De man is de denker en zij
de doener.
Zou Napoleon zijn Joséphine
ook hebben laten voorttrekken?
Ik kan me het niet voorstellen.
Daarbij deel ik liever de lakens
uit. Ik wacht net zolang tot mijn
vent het voortouw neemt en moe
dig hem lachend aan. Als ik hem
vraag onze relatie te analyseren.
Zegt hij zonder zich gewonnen
te geven: „Die strijd is nog niet
gestreden."
Uit de Zeeuwse klei
Ten zuidoosten van Scharen-
dijke op Schouwen maakte
kunstenaar Cornelis Pronk
in 1745 een fraaie tekening van de
'Overblyfzels van 't Klooster
Bethlehem'. We zien de restanten
van een gebouwtje dat een kapel
kan zijn geweest. Maar in Pronks
dagen voerde er slechts een kippen
trap naartoe. Op de achtergrond
doemt een grote, ruïneuze muur
op. Het ooit imponerende klooster
Bethlehem was nu een boerderij.
Het was oorspronkelijk een 'uit
hof van de Cisterciënzerabdij Ter
Doest bij Brugge, een zeer belang
rijk klooster voor de vroege bedij
kingen in Zeeland. Ter Doest had
het omstreeks 1180 overgenomen
van de abdij van Echternach in
Luxemburg. Maar Bethlehem werd
al snel een Cisterciënzer nonnen
klooster. De zusters hielden zich
niet zozeer bezig met landontgin-
ning, maar vooral met het innerlijk
leven, gebed en contemplatie. Toch
zou graaf Willem III van Holland
omstreeks 1325 een gebod hebben
uitgevaardigd dat de zusters op
Schouwen zich niet mochten op
houden met mannen. In de negen
tiende eeuw opperde de schrijven
de dominee J. ab Utrecht Dressel-
huis uit Wolphaartsdijk dan ook
fantasierijk dat Bethlehem mis
schien een verbeteringsklooster
was geweest, waar lastige zusters
naartoe werden gestuurd. Hoe dan
ook, in 1572 is Bethlehem door de
Watergeuzen onder leiding van de
beruchte papenvreter Lumey ver
woest. De bewoners konden de
geëiste schatting niet betalen en
dus staken de Geuzen het klooster
maar in brand. De nonnetjes
vluchtten naar Zierikzee en vervol
gens naar Brugge en Damme.
Nadien lag ter plaatse de hofste
de 'Klooster Bethlehem'. De resten
van de grote muur, die bij een zwa
re storm in 1747 omwaaide, zijn la
ter gebruikt als deel van een land-
bouwschuur. Maar ook die is in
1986 afgebroken, waarmee de laat
ste bovengrondse herinnering aan
het klooster verdween. Maar de
fundamenten moeten nog in de
grond zitten. Het klooster leeft
voort in de namen Kloosternol en
Bethlehemkerk in Scharendijke.
woensdag 24 augustus 2016
Arthur 'de tekenaar
k Het pontje naar de Vest van Veere
Veerse bos
Polredijk
de aangemeerde boten achter de Torenwal
Een van
Veerse strand
Stenen Beer
Vest van Veere
Pontje
Torenwal
Langedam
Parkeerplaats
Gedempte Haven
Verliefd op Veere
Simone Bommeljé
Een wekelijkse wandeling
door Zeeland. Vandaag
de Veerse Vestingsroute.
Meer info: veere-stad.nl. Mail
jouw favoriete wandeling door
Zeeland naar: info@pzc.nl
Tweewekelijkse rubriek over
archeologische vondsten in
Zeeland door Stichting Cultu
reel Ergoed Zeeland (SCEZ).
Jan J.B. Kuipers
Klooster Bethlehem, vereeu
wigd door Cornelis Pronk
(1745). FOTO SCEZ