Ik wil nu ook op
handbal, zeker
'We hebben goud!', riep Achterberg tijdens de finale
2
OLYMPISCHE SPELEN RIO 2016
Ze dagdroomden tijdens de finale
over goud en de eerste zege op het
grote Duitsland. Maar het werd zilver. En
daarmee waren de roeisters van de
Nederlandse dubbelvier niet tevreden.
Column
THIJS
ZONNEVELD
En dan, op zondagavond, na het eredivisie
voetbal, na het hockey, na het driebanden en
de gebroeders Willemsen in een zijspan-
cross, was er ook nog handbal op tv. Meestal Vlug
en Lenig (nee, die naam verzin ik niet) tegen Em-
men en Omstreken (nee, die ook niet). Tegen die
tijd was ik mijn aandacht meestal kwijt. Als ik al
keek, dan was het met een half oog. Ik wist niks
van handbal en ik hoefde het niet te weten ook. Er
was toch geen bal aan.
Wat heb ik me vergist.
Wat ben ik een domme lui geweest.
Pas vorig jaar, toen het Nederlands vrouwenteam
op het WK speelde, heb ik de moeite genomen om
eens een potje handbal op tv te kijken. Ik wist niet
wat ik zag. De sport was prachtig, het spel was
prachtig, de vrouwen wa
ren prachtig. Ik was ver
kocht. En ik sloeg mezelf
voor mijn kop dat ik al die
jaren handballoos door het
leven ging.
Ik sloeg
mezelf voor
mijn kop dat
ik al die jaren
handballoos
doorhet
leven ging
avond na avond bij het
handbal. Ik ken nog steeds
niet alle regels (Hoe lang
mag je nou eigenlijk lopen
met de bal? Is er een schot-
klok? Wat is het verschil
tussen een gele kaart en een
tijdstraf?), maar dat maakt
niet uit. Het is adembene
mend. Het spel golft zo snel
op en neer dat je nauwelijks de tijd krijgt om te
juichen of te vloeken: als je met je één keer met je
ogen knippert, mis je drie doelpunten en een we
reldredding. Gisteren keek ik heel even naar een
voetbalwedstrijd: vergeleken met handbal ging het
zo langzaam dat ik dacht dat het in slow motion
ging.
In het echt is handbal nog mooier dan op tv. Je ziet
van dichtbij nog beter dat sommige verdedigers
met hun ellebogen vooruit inkomen op de maag
van een aanvaller. Je kunt het net horen janken bij
elk striemend schot. Je wordt betoverd door de pi
rouetten, de effectballetjes en de lobjes van de
hoekspeelsters. Het is oooeeeeh en aaaah, en dat
twee keer een halfuur lang.
Ik heb de posters van de Nederlandse handbal
vrouwen inmiddels boven mijn bed hangen. Voor
dat ik 's avonds het licht uitdoe, zwaai ik nog even
naar Estevana, Yvette, Angela, Jasmina, Tess, Ailly,
Laura, Jessy, Nycke, Danick, Martine, MicheJle,
Kelly, Sanne en Lois. En naar coach Henk natuur
lijk, want daar word je zo lekker rustig van: zelfs bij
32-32 en een strafworp in de laatste seconde staat
hij er bij alsof hij naar de naar de eendjes in de vij
ver van het park staart.
Of ze een medaille halen weet ik niet. Dat maakt
ook niet uit. Ik weet nu al één ding zeker.
Ik wil ook op handbal.
Het kost te veel adem om tijdens
races volzinnen te roepen. Maar de
roeisters van de dubbelvier hebben
aan een paar woorden genoeg om
elkaar te begrijpen.
Chantal Achterberg riep halver
wege de olympische finale van gis
teren: „We gaan voor goud!" Haar
drie ploeggenoten, Nicole Beukers,
Carline Bouw en Inge Janssen,
trokken nog eens extra hard aan de
riemen.
Ze hadden Duitsland nog nooit
verslagen. Maar dit moest, tijdens
de belangrijkste wedstrijd die er
bestaat, dé dag worden. Het mo
ment dat de Duitse dames eraan
zouden gaan.
Dat ze lang vrij makkelijk in de
moeilijke
We kwamen hier echt om te win
nen en dat is niet gelukt."
Anderhalf uur later, met de zilve
ren plak om haar nek, was Janssen
haar teleurstelling bijna kwijt. „Ik
ben hier heel blij mee. En trots op
de manier waarop we het hebben
gedaan."
De boot had vorige week zaterdag
een matige start op het woelige wa
ter in Rio en werd slechts derde in
de serie. „We hadden juist hard op
onze techniek getraind
om onder
HANS
KLIPPUS
buurt van de titelhouders bleven,
gaf de Nederlandse ploeg moed. De
eindsprint moest de doorslag ge
ven, wisten ze, maar die bleek
minder sterk dan ze hadden
voorzien. Waar
schijnlijk omdat
ze in het begin
juist meer dan
anders hadden
doorgetrok
ken.
Dus werd
het zilver,
toch gewoon
weer achter
Duitsland, en
was er meteen na
afloop naast de
blijdschap over de
eerste roeimedaille
ook zichtbaar teleur
stelling.
„Of ik hier vooraf
voor had getekend?",
vroeg Janssen. „Nee dus!
vrijdag 12 augustus 2016
GO
$0 @thijszonneveld
Wat zat ik ernaast.
Op deze Spelen zit ik
Het zilver van
CARLINE BOUW
Geboren: Epe
Leeftijd: 31 jaar
Lengte: 1,85 meter
Gewicht: 71 kg
Club: Skoll (Amsterdam)
NICOLE BEUKERS
Geboren: Leiderdorp
Leeftijd: 25 jaar
Lengte: 1,69 meter
Gewicht: 70 kg
Club: Njord (Leiden)
INGE JANSSEN
Geboren: Voorburg
Leeftijd: 27 jaar
Lengte: 1,82 meter
Gewicht: 71 kg
Club: Orca (Utrecht)
AT Uitgeput
en in eerste in
stantie teleur
gesteld drijft
de dubbelvier
uit naar de fi
nish. Later
kwam de be
rusting en de
vreugde.
FOTO'S PIM RAS
@klippus
Rio de Janeiro