4>
'Op de mat ga ik knallen'
U
U
4 NI
NOS-commentatoren Herbert Dijkstra en
Maarten Ducrot kregen het verwijt ongevoelig
te zijn omgegaan met de val van Annemiek van
Vleuten. Wat gebeurde er precies?
OLYMPISCHE SPELEN RIO 2016
Wij zaten met
de handen op
ons hoofd en
schudden ons
hoofd vol ongeloof
Herbert Dijkstra is bezig
aan zijn zestiende
Olympische Spelen,
maar niets schokte hem
meer dan de val van An-
nemiek van Vleuten, zondag in de
wegwedstrijd. En toch buitelden de
critici op social media over elkaar
heen uit verontwaardiging over het
tv-commentaar van Dijkstra (50) en
Maarten Ducrot (58). Uitdrukkingen
als 'smakeloos', 'ongevoelig' en
'niet-empathisch' vatten de kritiek
samen.
Hoe anders was de beleving van
Dijkstra zelf, zegt hij de ochtend er-
na. „Als mensen zeggen dat we niet
empathisch waren: onzin. Die kri
tiek leg ik naast me neer. Wij waren
juist geschokt, we zeiden af en toe
niets om bij te komen van de schrik.
Ik heb in zestien Spelen wel wat er
varing opgedaan met calamiteiten,
maar wat emotionele impact betreft,
staat dit op één. Wij dachten: zou ze
het wel overleefd hebben?"
Ook Maarten Ducrot, die het
houdt bij een schriftelijke reactie,
weet niet wat hij hoort als de kritiek
hem ter ore komt. „We hebben ge
redelijk zakelijk klinkende bespiege
lingen van de val en de wedstrijd.
„Wij zaten met de handen op ons
hoofd, we keken elkaar aan en schud
den ons hoofd vol ongeloof', zo kijkt
Dijkstra terug.
„Wat er non-verbaal gebeurt ziet
de kijker niet, dat begrijp ik. Ik dacht
aan Fabio Casartelli (Italiaanse ren
ner die bij een val in de afdaling over
leed, red.), maar dat kun je in de uit
zending niet zeggen. Ik heb aan de
moeder van Annemiek van Vleuten
gedacht: zij zit voor de tv. Als ik dit
nu uitspreek, benoem ik iets waar
van je denkt: het zal toch niet waar
zijn?"
Na de 13 seconden stilte
Ducrot: 'Nou, nou, nou.' Dijkstra: 'Ze
had al veel tegenslag in haar carrière,
ze kwam er weer bovenop na een
zware operatie, werd sterker dan
ooit.' Ducrot: 'En nu dit.' Dijkstra:
'En nu dit. Hoe is dit toch mogelijk?'
Ducrot: 'En op een onnodige manier,
het is een onwaarschijnlijke ontwik
keling.'
„Wij hielden ons aan de Wet van
Mart (Smeets, red.): blijf bij de fei
ten", zegt Dijkstra. „Wij zijn geen
dokters, we konden niet gaan specu
leren. Het raakte me echt en naar eer
en geweten heb ik commentaar gege
ven. We wilden het juist niet aandik
ken, maar misschien heeft het toch
te maken met het rugzakje-Casartel-
li, waar ik in 1995 ook getuige van
was. Het was de angst voor hetzelf
de."
Na de finish
Ducrot: 'Alle medailles in ruil voor
de gezondheid van Van Vleuten.'
Dijkstra: 'Om nou te zeggen eind
goed, al goed: ik wil weten hoe het
met Van Vleuten is.' Ducrot: 'Ik ben
er helemaal niet goed van. Wat een
ontknoping.'
„Maarten en ik zijn na afloop met
een steen in onze buik gaan eten.
We hebben het over niets anders ge
had", besluit Dijkstra. „Wij niet em
pathisch? Ik heb het to-taal niet zo er
varen. Ik kan alleen maar zeggen dat
ik het een volgende keer niet anders
zou doen."
schreeuwd bij de val, gevolgd door
een lange, onheilspellende stilte van
voor mijn gevoel een minuut (in fei
te zaten we zachtjes te huilen). Daar
na zijn we op zeer rustige toon gaan
duiden."
Maar wat gebeurde er nou precies
tijdens en na die val?
Tijdens de val
Door elkaar heen: 'Ah, nee toch, niet
doen niet doen niet doen! Oh nee!'
Dijkstra: 'Op die fiets, als het kan.'
Ducrot: 'Nee, dat kan niet meer. Dit
ziet er niet goed uit.' Dijkstra: 'Oh,
man. Daar gaat gewoon olympisch
goud. Oh oh oh oh oh.' En terwijl ze
voor het laatst in beeld komt:
'Ooooh!' En vanaf dan volgen er 13 se
conden stilte.
Zowel Dijkstra als Ducrot heeft
ook een dag later nog de overtuiging
dat ze na de val meermaals hebben
gezegd dat de gezondheid van Van
Vleuten belangrijker was dan welke
medaille dan ook. In werkelijkheid
spraken ze deze woorden pas uit na
de finish en bleef het tot die tijd bij
Eindelijk
Rio
Soms vraag ik
of mijn trainer
mij op mijn rug
of benen wil
slaan. Dat is
om de scherpte
vast te houden
dinsdag 9 augustus 2016
standers te intimideren.
Dat gebeurt in het judo
bijna niet. ledereen doet
zo vlak voor de partij zijn
eigen ding. Ja, als ik tegen
over mijn tegenstander
sta op de mat, dan kijk ik
haar natuurlijk recht in de
ogen aan. Ik kijk dan niet
weg en knipper niet met
mijn ogen.
„Mijn moeder en mijn
vriend zitten in de zaal. Ik
zoek voor de partij geen
oogcontact met hen. Pas
als ik mijn eerste partij
heb gewonnen, hoop ik
dat ik ze tussen het pu
bliek kan vinden. Ik vind
het prettig dat ze er zijn
als ik win, maar ook als ik
verlies."
Hans Klippus
Dit was de laatste afle
vering van deze rubriek.
'Wij niet empathisch
na de val? Wat een onzin!'
Alexander van Eenennaam
Hilversum/Rio de Janeiro
Herbert Dijkstra
Annemiek van
Vleuten terwijl ze
nog op kop rijdt.
FOTO BRYN LENNON/
GETTY IMAGES
Deze krant volgt de
ze week dagelijks
één olympische
sporter, judoka
Anicka van Em-
den.
Vandaag is
haar wedstrijd.
k moet al snel judo-
I én, de tweede partij
van de dag. Die is
even na tien uur. Net
als bij andere toer
nooien zal ik ongeveer
twee uur van te voren
in de hal zijn. Ik moet
dus vroeg op. Wat doe
ik vooraf? Een beetje chil-
len, warming-up, nog even
liggen. Als ik daarna in de
tunnel sta om naar de mat
te lopen, dan moet het ge
beuren. Dan ga ik knallen.
Soms vraag ik of mijn trai
ner, Mark van der Ham,
mij op mijn rug of benen
wil slaan. Dat is om de
scherpte vast te houden.
„Mijn tegenstander zal
ook altijd in de buurt staan
te wachten. Ik heb geen
oog voor haar, ik ben al
leen met mezelf bezig. Ik
ben geen type om tegen-