F 8 J 44 6 COLUMN RENÉ DIEKSTRA Terwijl half Nederland zijn vertier zoekt in het zonnige zuiden, blijven zij stug doorwerken in eigen land. Vandaag biologisch teler Frank de Koning uit Brielle. De minitomaatjes hebben de gekste kleuren: lila, paars, oranje, geel, groen. Misschien nog verrassender: ze smaken ook al lemaal anders. De ene is net wat zoe ter, kruidiger of frisser dan de ander. „Ze heten niet voor niets wild won ders, het zijn echt kleine wondertjes", zegt Frank de Koning (52) trots, ter wijl hij er eentje in zijn mond stopt. Met een inspecterend oog loopt hij langs de meterslange rijen tomaten planten in een van de kassen. Bij elke nieuwe rij houdt hij even halt en plukt hij een vrucht. „Ik kan het niet laten om ze te proeven, het liefst eet ik ze de hele dag door", zegt hij, en dan lachend: „Tot ongenoegen van mijn tandarts. Mijn glazuur valt er bijna vanaf." Hij oogt ontspannen alsof het va kantietij d is, toch zijn dit dé maan den dat de teler flink aan de bak moet: het hoogseizoen loopt van mei tot september. Bijna zeventig man heeft De Koning van 's ochtends vroeg tot aan het begin van de avond rondlopen. „Ondanks alle drukte probeer ik toch iets mee te krijgen van de zo mervakantie Ik ga 's avonds graag met vrienden varen en waterskiën op de Brielse Maas. Of ik maak met mijn vriendin een wandeling op het strand bij Rockanje. Als je met een drankje bij een strandtent tussen de buitenlandse gasten zit, krijg je van zelf dat zomerse gevoel te pakken." De ontspanning zoekt hij graag in de avonduren, overdag is hij vooral druk met het nalopen van het gewas en het inspecteren van het klimaat in de kassen die verspreid zijn over vier lo caties in Brielle, Tinte en Rockanje. Snacken In een van die kassen is onderwijl een handjevol medewerkers bezig de tomaatjes en andere groenten in te pakken. Buiten de kleurige tomaatjes teelt De Koning trostomaten, punt- paprika's, aubergines en komkom mers. De komkommers zijn net als de wild wonders allerminst standaard: ze zijn donkergroen, gestekeld en klein. „Deze zijn ook fijn om te snacken én lekker vol van smaak." „En kijk, alles gaat in milieuvrien delijk materiaal", zegt De Koning ter wijl hij naar de pallets wijst, klaar om te worden opgehaald voor het trans port naar de biologische supermark ten in Nederland en ver daarbuiten. Zestien jaar geleden besloot hij het roer om te gooien en van reguliere teelt over te stappen naar biologisch. Iets wat toen nog vrij uitzonderlijk was. „Ik heb er geen moment spijt van gehad. Dit is veel spannender en dynamischer, je bent afhankelijk van de natuur. En ja, soms gaat het wel eens mis. Dan is er luis of een be paalde schimmel, en daar kun je dan heel weinig tegen doen. In het ergste geval verlies je een deel van het ge was én de productie." Op dat soort stressvolle momenten snakt hij weieens naar vakantie. Te gelijkertijd: heel erg vaak gaat hij ook weer niet weg. De eerstvolgende va kantie staat gepland voor oktober. „Dan gaan we tien dagen naar de Spaanse zon. Heel soms sla ik een jaartje Spanje over, dan ga ik later in het jaar met mijn zoons skiën. Dat is ook fijn." Vakantie is voor hem hét oplaad- moment: „Dat is ook nodig. Als ik te rug ben, beginnen we alweer met de voorbereidingen voor het nieuwe jaar." Hoe vaak doe je iets alleen met hem?', vraag ik. 'Hoe bedoel je?', reageert ze. Ze is een goede vriendin die een moeizame relatie heeft met haar 15-jarige zoon. Ze is ge scheiden en heeft vier kin deren uit haar huwelijk: drie dochters en de zoon. Met die dochters is de verhouding prima, ze doet van alles met hen. Maar haar zoon gaat haar uit de weg, geeft regel matig een grote mond, trekt zich weinig of niets van haar aan. 'Wat ik be doel', zeg ik, 'doe je weieens iets echt al leen met hem? Erop uit, kleren kopen, naar een sportwedstrijd, film of muziekfestival, uit eten?' Ze kijkt me aan alsof ik iets onfatsoenlijks opper, maar antwoordt dan bijna fluisterend: 'nee, eigenlijk niet'. 'En met de meiden?', vraag ik. 'Ja, met die wel', klinkt haar antwoord bijna schuldig. 'Dan heb je daar een deel van het antwoord op je vraag waarom het con tact met hem zo moeizaam verloopt', reageer ik. Er is een aantal jaren ge weest dat als ik al iets met mijn kinderen deed, het steevast met minstens twee van de drie was. Tot ik op een dag, waardoor weet ik niet meer, besloot om een We waren liever, alsof er een extra draad tussen ons was gespannen keer in de zoveel weken om beurten wat met hen te on dernemen. Als we dan thuis kwamen, was er iets tussen ons veranderd. Mijn vrouw omschreef dat met de woorden dat 'er een soort bondje tussen jullie is'. Zo voelde het ook. We wa ren liever voor elkaar, tole ranter. Alsof er een extra draad tus sen ons was gespannen die we beiden zo lang mogelijk heel wilden houden. als ik aan meerdere kinderen tegelijk tijd had gespen deerd. Blijkbaar ontstaat het als alleen deze ouder en al leen dit kind een tijdlang in tensief contact met elkaar hebben, dingen doen, maar zeker ook praten. Dat praten begint opper vlakkig, over speelgoed, school, dingen die ze graag willen hebben of meema ken. Maar al gauw wordt het persoonlijker. Mijn zonen bevroegen me niet zelden over mijn kin dertijd, mijn ouders, over domme dingen die ik had gedaan. Het effect van dat exclusieve communiceren werd sterker en duurde langer naarmate we het vaker deden. Niet zo verwonderlijk als je bedenkt wat het woord communice ren oorspronkelijk betekent: een gemeenschap maken. Ouders en kinderen ontdek ken dat ze meer gemeen hebben naarmate ze vaker exclusieve aandacht aan elkaar besteden. En dat geldt voor alle leeftijden, heb ik inmiddels kunnen ervaren en vaststellen. dinsdag 2 augustus 2016 Toma- tenteler Frank de Koning heeft deze zomer h? toch een vakantie gevoel. FOTODESIREE SCHIPPERS Smaakbommetjes Natasja de Groot Diekstra buigt zich deze zomer over de menselijke geest. Deze week: moeder, ga eens wat vaker op stap met je zoon. En ik kan het weten. Dat draadje ontstond niet Reageren? rene.diekstra@persgroep.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 51