18 NI dinsdag bingo! woensdag zware gevallen donderdag schande vrijdag stille nacht Al die vrijwilligers verbloemen eigenlijk dat we een gigantisch probleem krijgen „Weet u wat ik hier zo fijn vind?" Mevrouw Van Hurk (90) legt de bin gokaart even opzij. Ze fluistert. „Ie dereen is hier zo lief." Ze kijkt weer de andere kant op, want het volgende getal wordt omge roepen. „59", roept activiteitenbege leider Carina in de microfoon. „Ne-gen-en-vijf-tig." „Zevenenvijf tig?" vraagt iemand. Nog harder: „Ne genenvijftig." „Wat zegt ze?" „Ne! Gen! En! Vijf! Tig!" Mevrouw Van Hurk draait zich weer om. Dit duurt nog wel even. „Mijn zoon is tien jaar geleden over leden. Daar ben ik nog steeds niet overheen. Maar ik kan er zo fijn met de dames over praten, weet u. Ze luis teren echt." Het volgende getal: twaalf. Niet op de kaart. „Ze hebben het druk hè, die mei den. Mijn buurvrouw lag vanmorgen een halfuur in de douche, ze was ge vallen, niemand reageerde op de bel. Maar dat komt niet door die meiden. Schatten zijn het. Ze zijn gewoon met te weinig." We zitten in de eetzaal op de bega ne grond, waar dertig ouderen ver blijven die hulpbehoevend zijn, maar mentaal nog redelijk in orde. Aan de muur: foto's van Joop den Uyl, Snip en Snap, Wim Kan. Activi teitenbegeleider Carina draait het volgende getal. „Nog geen bingo, me vrouw Kraaijhof? U zit toch niet te pitten?" Boven, op de eerste verdieping, zit ten de andere dertig bewoners. De zware gevallen. En hoewel de mees ten niet meer weten hoe ze heten of waar ze zijn, probeert Carina hier ook nog een glimlach op de gezich ten te toveren. De agenda van het huis staat vol met dit soort activitei ten: krantbespreking, handwerkclub, spellenmiddag, zanguurtje. Vandaag maken de dementerende ouderen een kunstwerk met schelpjes. Carina doet het meeste werk, maar de bewo ners lijken er toch plezier in te heb ben. „Gaat het goed, mevrouw Vliet?" „Goedgoedgoedgoedgoed- goed Vliet", zegt mevrouw Vliet. Ze glimlacht. „Alleen dit moment telt dus", zegt Carina. „Die glimlach is ze over vijf seconden vergeten. Maar nu is ze vrolijk." Meneer Kareis schuifelt over de gang. Hij wil weg. Steeds opnieuw loopt hij naar de gesloten deur van de afdeling, rukt er vergeefs aan, schuifelt naar zijn kamer - en dan weer naar de deur. Zo gaat het elke dag. „Mensonterend", zegt Mieke. Het papincident is ze alweer verge ten. „Die man is niet slecht, hij is in paniek. Het is chaos in dat hoofd." Twintig jaar geleden zou meneer Kar eis hier een totale uitzondering zijn geweest, zegt Mieke. Maar tegen woordig moeten ouderen zo lang mo gelijk thuis blijven wonen, komen ze pas in een verpleeghuis als het écht niet meer gaat, als de dementie haar klauwen al in de hersenen heeft ge zet. En dus zit haar afdeling nu vol met 'zware gevallen'. Zoals meneer Kareis. Wat Mieke écht boos maakt: dat ze over deze man moet bijhouden of hij tandplak heeft. Of hij niet te veel zout binnenkrijgt. „Daarvoor moet ik elke dag van al deze mensen for mulieren invullen. Zie je die man? Wat maakt het in godsnaam uit of hij tandplak heeft?" Het enige wat ze wil, zegt Mieke, is dat meneer Kareis een beetje struc tuur heeft. Aandacht voelt. „Denk je dat het die man uitmaakt of hij 98 of 99 wordt? Waarom zit ik nu in te vul len hoeveel boterhammen hij op heeft, terwijl ik ook met een arm om z'n schouder kan zitten? Het liefst zou ik die computer het raam uit gooien." Meneer Kareis schrikt wakker, kijkt verbaasd om zich heen. „Ben ik hier nou nog?" Als er iets misgaat in de oude renzorg, weet Erna Mantel precies wat er gebeurt. „Dan zie ik de Kamer leden al naar de microfoon rennen om 'schande!' te roepen. Ja hoor, denk ik dan. Daar komt het volgende protocol." Al 30 jaar werkt ze in deze sector, waarvan de laatste zes jaar als zorg manager in Driehof. In de laatste tien jaar heeft ze gezien hoe bureau cratie en regeltjesdrift de boel lang zaam overnamen. De inspectie eist steeds meer verslaglegging, de verze keraar ook. „Onze verzorgenden zijn een kwart van hun tijd aan papier werk kwijt. Een kwart! Er zitten hier zwaar demente mensen, die niet eens meer weten wie ze zijn. Maar als hun BMI te hoog is, moeten we een verbeterplan schrijven. Er moet een multidisciplinair zorgplan lig gen voor elke patiënt, twaalf kantjes. Nou, voor de helft van deze mensen kan ik dat in één zin samenvatten: Meneer kan niks meer zelf." Het is een systeem, zegt Erna, waarin elk risico moet worden uitge sloten. „Als je insuline toedient, moet dat met z'n tweeën. Want er zou wel eens iemand kunnen rondlo pen die de oudjes wil vergiftigen. Hallo! Zullen we onze mensen een béétje vertrouwen?" Buiten is het nog niet eens helemaal donker, maar de meeste bewoners zaterdag 30 juli 2016 Die lach, daar doen de mede werkers het voor. Buiten is het nog niet donker, maar de meeste bewoners liggen al op bed. Ron Orta, manager

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 18